Notulen zitting van 15 DECEMBER 2020

 

Aanwezig:

Bieke Van Ballaer, voorzitter;

Ward Kennes, burgemeester;

Guy Van de Perre, Walter Van Baelen, Rob Guns, Sumati Adriaensen, schepenen;

Jeroen Van de Water, Robby Diels, Jan Biermans, Rita Thijs, Loes Boonen, Jo Van de Water, Erwin Loos, William Van der Vennet, Jef Van Hemelen, Bart Sas, Marleen Verbeek, Stien Buts, Koen Roefs, Bart Van Ossel, Marcel Van Mechelen, Maria Van Laer, Ly Pauwels, Ilse Verachtert, raadsleden;

Tom De Munter, algemeen directeur;

Verontschuldigd:

 

Afwezig:

 

 

De voorzitter opent de zitting.

 

De voorzitter vraagt om 2 punten toe te voegen aan de agenda bijna hoogdringendheid. Beide punten zijn rondgemaild. Gezien de hoogdringendheid die geen verder uitstel toestaat, gaat de gemeenteraad unaniem akkoord met de toevoeging van deze punten aan de agenda van de raadszitting bij hoogdringendheid.

 

De N-VA-fractie wil 1 mondelinge vraag stellen, de Groen-fractie 3 en Vlaams Belang 1.

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

1. Goedkeuring notulen en zittingsverslag d.d. 24 november 2020

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de voorliggende notulen en zittingsverslag d.d. 24 november 2020;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de voorliggende notulen en zittingsverslag d.d. 24 november 2020;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - keurt de notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting d.d. 24 november 2020 goed.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links video-verslag
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

2. Vaststelling data gemeenteraad 2021

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - volgende data vast te leggen voor de gemeenteraadszittingen in 2021

dinsdag 26 januari 2021

dinsdag 23 februari 2021

dinsdag 23 maart 2021

dinsdag 27 april 2021

dinsdag 25 mei 2021 

dinsdag 22 juni 2021

dinsdag 31 augustus 2021

dinsdag 28 september 2021

dinsdag 26 oktober 2021

dinsdag 23 november 2021

dinsdag 21 december 2021

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

3. Goedkeuring reglement leegstandsregister vanaf 1 januari 2021

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’;  Dat het voor de regelgeving inzake leegstand enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 26 november 2019 inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst;

Overwegende dat de gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook de verplichting heeft om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het leegstandregister een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de langdurige leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat boek 2, deel 2, titel 3 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het leegstandregister bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat een gemeentelijke verordening de functies kan omschrijven die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen; Dat de gemeente deze niet heeft omschreven in onderhavig reglement; Dat dit tot gevolg heeft dat om de kwalificatie als ‘leegstaand’ te verhinderen,  een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 25 oktober 2010; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de administratie de leegstand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn;

 

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’;  Dat het voor de regelgeving inzake leegstand enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 26 november 2019 inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst;

Overwegende dat de gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook de verplichting heeft om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het leegstandregister een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de langdurige leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat boek 2, deel 2, titel 3 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het leegstandregister bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat een gemeentelijke verordening de functies kan omschrijven die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen; Dat de gemeente deze niet heeft omschreven in onderhavig reglement; Dat dit tot gevolg heeft dat om de kwalificatie als ‘leegstaand’ te verhinderen,  een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 25 oktober 2010; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de administratie de leegstand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - het reglement op het register van leegstand van gebouwen en woningen, gevoegd als bijlage bij deze beslissing, goed te keuren.

 

Art. 2 - een afschrift van deze beslissing aan IOK over te maken.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links reglement register leegstand vanaf 1 januari 2021.docx Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

4. Goedkeuring belastingreglement op leegstand van woningen en gebouwen 2021 - 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Dat het voor de regelgeving inzake leegstand enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het o.a. naar aanleiding van deze coördinatie is dat het bestaande belastingreglement op leegstand van woningen en gebouwen van 22 oktober 2019 wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst;

Overwegende  dat de gemeente een leegstandsheffing kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Gelet op het door de gemeenteraad van 26 november 2020 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het wenselijk is dat de woningen en gebouwen in de gemeente optimaal benut worden;

Overwegende dat de gemeente langdurige leegstand van woningen en gebouwen wenst te  voorkomen en bestrijden;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Dat het voor de regelgeving inzake leegstand enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het o.a. naar aanleiding van deze coördinatie is dat het bestaande belastingreglement op leegstand van woningen en gebouwen van 22 oktober 2019 wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst;

Overwegende  dat de gemeente een leegstandsheffing kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Gelet op het door de gemeenteraad van 26 november 2020 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het wenselijk is dat de woningen en gebouwen in de gemeente optimaal benut worden;

Overwegende dat de gemeente langdurige leegstand van woningen en gebouwen wenst te  voorkomen en bestrijden;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - Met ingang van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op leegstand van gebouwen en woningen, volgens onderstaand reglement.

 

1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden;

 Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 Kamer:  een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

 Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

 Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;

In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

 Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

 Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

9° Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

2. LEEGSTANDSHEFFING

 

Artikel 2 - Belastbare grondslag

§1. Er wordt met ingang van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

§2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing houder van het zakelijk recht is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht , vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

 datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

 nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 -  Berekening van de leegstandsheffing

§1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:

 1.320 euro voor een leegstaand gebouw;

 voor een leegstaande woning:

a) 1.320 euro voor een eengezinswoning;

b) 132 euro voor een kamer;

c) 660 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

§2. Verhoging

Indien het gebouw of de woning een 2de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

 1.650 euro voor een leegstaand gebouw;

 voor een leegstaande woning:

a) 1.650 euro voor een eengezinswoning;

b) 165 euro voor een kamer;

c) 825 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

Indien het gebouw of de woning een 3de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

 1.980 euro voor een leegstaand gebouw;

 voor een leegstaande woning:

a) 1.980 euro voor een eengezinswoning;

b) 198 euro voor een kamer;

c) 990 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

Indien het gebouw of de woning een 4de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

 2.310 euro voor een leegstaand gebouw;

 voor een leegstaande woning:

a) 2.310 euro voor een eengezinswoning;

b) 231 euro voor een kamer;

c) 1.155 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

Indien het gebouw of de woning een 5de of volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

 2.640 euro voor een leegstaand gebouw;

 voor een leegstaande woning:

a) 2.640 euro voor een eengezinswoning;

b) 264 euro voor een kamer;

c) 1.320 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

§1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

 de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;;

 de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; de vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot 2 jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid;

 de belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning , met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor één aanslagjaar; deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:

a) vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan  procent van het aandeelhouderschap;

b) bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in het geval van overdracht bij erfopvolging of testament.

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd         onteigeningsplan;

 geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld   ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

 deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp  van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;

 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

 gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

7° 1) met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen

7° 2) zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 Gerenoveerd wordt blijkens een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed; deze vrijstelling kan voor maximaal drie aanslagjaren binnen een periode van 10 jaar;

 het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen;

10° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen;

11° vervat is in een project dat aangemeld is bij de VMSW via het Projectportaal conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2013 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten. 

12° Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Artikel 6 - Indexering

De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd en voor de eerste maal op 1 januari 2021, als volgt:

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Artikel 7 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8 - Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 - Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 10

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 11

De gemeenteraadsbeslissing van 22 oktober 2019 houdende goedkeuring van het belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

 

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Uittreksel GR 15 december 2020 - punt 4.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

5. Goedkeuring van het reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen vanaf 1 januari 2021

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd; 

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’; Dat het voor de regelgeving inzake verwaarlozing enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 26 november 2019 inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst; Dat verder een beperkte technische correctie wordt uitgevoerd in art. 4, §4 van het reglement;

Overwegende dat de gemeente een register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van  boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook als taak heeft te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 27 juni 2017; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de intergemeentelijke administratie de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties in een technisch verslag;

Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen;

 

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd; 

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’; Dat het voor de regelgeving inzake verwaarlozing enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 26 november 2019 inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst; Dat verder een beperkte technische correctie wordt uitgevoerd in art. 4, §4 van het reglement;

Overwegende dat de gemeente een register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van  boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook als taak heeft te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 27 juni 2017; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de intergemeentelijke administratie de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties in een technisch verslag;

Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, gevoegd als bijlage bij deze beslissing, goed te keuren.

 

Art. 2 - een afschrift van deze beslissing aan IOK over te maken.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links reglement register verwaarlozing vanaf 1 januari 2021.docx Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

6. Goedkeuring van het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen van 1 januari 2021 - 31 december 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd,;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd;

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Dat het voor de regelgeving inzake verwaarlozing enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 22 oktober 2019 inzake de heffing op verwarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst; Dat verder een beperkte technische correctie wordt uitgevoerd in art. 3, §4 van het reglement;Overwegendedat de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie; Gelet op het door de gemeenteraad van 24 november 2020 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente verwaarlozing van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd,;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd;

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Dat het voor de regelgeving inzake verwaarlozing enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 22 oktober 2019 inzake de heffing op verwarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst; Dat verder een beperkte technische correctie wordt uitgevoerd in art. 3, §4 van het reglement;Overwegendedat de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie; Gelet op het door de gemeenteraad van 24 november 2020 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente verwaarlozing van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - met ingang van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op verwaarloosde gebouwen en woningen, volgens onderstaand reglement.

 

1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 

 Register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel  2.15. Vlaamse Codex Wonen;

 Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

5° Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

2. HEFFING op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 2 - Belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht , vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het  register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

 datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

 nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 - Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

 1.320 euro voor een verwaarloosd gebouw;

 1.320 euro voor een verwaarloosde woning.

§2. De belasting wordt vermenigvuldigd met het aantal termijnen van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§3. Voor elk gebouw of elke woning die opgenomen is in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en op 31 december 2016 nog opgenomen was in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, wordt de belasting vermenigvuldigd met het aantal  volledige termijnen van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen was opgenomen.

§4. De belasting wordt ten hoogste vermenigvuldigd met vijf, ook bij gezamenlijke toepassing van §2 en §3.

§5. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

 de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning, die die woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en die geen zakelijk recht heeft op een andere woning; 

 de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

 de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

 de belastingplichtige waarvan de handelsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; de vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot 2 jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid;

 de belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning;

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 

 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging;

 gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

4°° 1) met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen

4° 2) zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

  het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen;

6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen;

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Artikel 6 – Indexering

De tarieven worden jaarlijks op 1 januari en voor de eerste maal op 1 januari 2021, geïndexeerd als volgt:

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Artikel 7 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8 - Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 - Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 10

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 11

De gemeenteraadsbeslissing van 22 oktober 2019 houdende goedkeuring van het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen 2020-2025 wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Uittreksel GR 15 december 2020 - punt 6.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

7. Goedkeuring van de aanpassing aan het retributiereglement op het verstrekken van inlichtingen, verlenen van attesten en vergunningen, aktenames en meldingen

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;

Gelet op het veldwetboek van 7 oktober 1886, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet van 29 maart 2019 tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, het decreet van 15 jul 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, hierna  optimalisatiedecreet woningkwaliteit;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019 betreffende de woningkwaliteitsbewaking, hierna optimalisatiebesluit woningkwaliteit;

Gelet op de Vlaamse codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de voormelde optimalisatieregelgeving de bepalingen rond de retributie mbt de conformiteit van woningen zal wijzigen vanaf 1 januari 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving, waaronder ook de optimalisatieregelgeving, vanaf 1/01/2021 daarnaast ook wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’:

 

 

Oude regelgeving

Wijziging/vervanging vanaf 1/1/2021

Coördinatie  vanaf 1/01/2021

 

Vlaamse Wooncode 15 juli 1997

=> Wordt gewijzigd door optimalisatiedecreet woningkwaliteit 29 maart 2019

=> Wordt gecodificeerd in Vlaamse Codex Wonen 2021

 

Woonkwaliteitsbesluit 12 juli 2013

=> Wordt vervangen door optimalisatiebesluit woningkwaliteit 24 mei 2019

=> Wordt gecodificeerd in Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021

   

Gelet op oud artikel 8 van het optimalisatiebesluit woningkwaliteit; nieuw art. 3.9 Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021 dat voortaan bepaalt dat de vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest wordt vastgesteld door de gemeenteraad, rekening houdend met de daarin opgenomen maximumbedragen;

Overwegende dat gezien aan de afgifte van een conformiteitsattest steeds een conformiteitsonderzoek voorafgaat, dat uitgevoerd wordt door een woningcontroleur die door de burgemeester wordt aangewezen, met een bijhorende administratieve verwerking, het aangewezen is om voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest een vergoeding vast te stellen;

Overwegende dat indien er geen aanvraag is, en de behandeling van het dossier op initiatief van de gemeente zelf gebeurt, er ook geen vergoeding lijkt te kunnen worden gevraagd; dat er evenmin een vergoeding gevraagd lijkt te kunnen worden i.h.k.v. de nieuwe zgn. ‘waarschuwingsprocedure’ (oud art. 14bis Vlaamse Wooncode; nieuw art. 3.10 Vlaamse Codex Wonen 2021);

Overwegende dat, overeenkomstig oud art. 3 van het besluit van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren; nieuw art. 4.167 Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021, alleen woningen die voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, in aanmerking komen om verhuurd te worden door een sociaal verhuurkantoor, en dat een sociaal verhuurkantoor een conformiteitsonderzoek kan aanvragen voor het een hoofdhuurovereenkomst sluit met het oog op de onderverhuring van een woning of een kamer;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, zoals gewijzigd (hierna VCRO);

Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, zoals gewijzigd (hierna Omgevingsvergunningdecreet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Gelet op Titel V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele retributies;

Gelet op de besprekingen in het lokaal woonoverleg van 20 juni 2019;

Overwegende dat het lokaal bestuur wenst in te zetten op het bevorderen van de woningkwaliteit met het oog op het realiseren van het recht op menswaardig wonen;

Overwegende dat de burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van het Agentschap Wonen-Vlaanderen een conformiteitsattest kan afleveren indien o.m. uit het technisch verslag van een conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of een kamer minder dan 15 strafpunten scoort;

Overwegende dat het conformiteitsattest van rechtswege vervalt, o.m.  vanaf het ogenblik dat er een termijn van 10 jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van 10 jaar, is verstreken na de afgifte van het conformiteitsattest;

Overwegende dat een verhuurder die beschikt over een conformiteitsattest kan aantonen dat de woning of kamer op het moment van het conformiteitsonderzoek conform is aan de geldende veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten;

Overwegende dat de algemene aanwezigheid van enkel glas in minstens 1 woonlokaal of badkamer bij een woning of kamer vanaf 1 januari 2023 bij een conformiteitsonderzoek 15 strafpunten genereert, waardoor ze ongeschikt verklaard kan worden;

Overwegende dat de kwaliteit van woningen en kamers te allen tijde kan verslechteren;   dat één enkel gebrek van categorie I onvoldoende ernstig is voor een weigering van het conformiteitsattest en ongeschiktverklaring; dat een woning of kamer met 5 of meer gebreken uit categorie I snel kan evolueren tot meerdere kleinere gebreken of tot een ernstig gebrek en bijgevolg ook naar niet conforme woningen en kamers;

Overwegende dat de kostprijs van een conformiteitsattest kan vastgelegd worden in een gemeentelijk retributiereglement of dat bij afwezigheid van een gemeentelijk retributiereglement het conformiteitsattest gratis wordt afgeleverd;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;

Gelet op het veldwetboek van 7 oktober 1886, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet van 29 maart 2019 tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, het decreet van 15 jul 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, hierna  optimalisatiedecreet woningkwaliteit;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019 betreffende de woningkwaliteitsbewaking, hierna optimalisatiebesluit woningkwaliteit;

Gelet op de Vlaamse codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de voormelde optimalisatieregelgeving de bepalingen rond de retributie mbt de conformiteit van woningen zal wijzigen vanaf 1 januari 2021;

Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving, waaronder ook de optimalisatieregelgeving, vanaf 1/01/2021 daarnaast ook wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’:

 

 

Oude regelgeving

Wijziging/vervanging vanaf 1/1/2021

Coördinatie  vanaf 1/01/2021

 

Vlaamse Wooncode 15 juli 1997

=> Wordt gewijzigd door optimalisatiedecreet woningkwaliteit 29 maart 2019

=> Wordt gecodificeerd in Vlaamse Codex Wonen 2021

 

Woonkwaliteitsbesluit 12 juli 2013

=> Wordt vervangen door optimalisatiebesluit woningkwaliteit 24 mei 2019

=> Wordt gecodificeerd in Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021

   

Gelet op oud artikel 8 van het optimalisatiebesluit woningkwaliteit; nieuw art. 3.9 Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021 dat voortaan bepaalt dat de vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest wordt vastgesteld door de gemeenteraad, rekening houdend met de daarin opgenomen maximumbedragen;

Overwegende dat gezien aan de afgifte van een conformiteitsattest steeds een conformiteitsonderzoek voorafgaat, dat uitgevoerd wordt door een woningcontroleur die door de burgemeester wordt aangewezen, met een bijhorende administratieve verwerking, het aangewezen is om voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest een vergoeding vast te stellen;

Overwegende dat indien er geen aanvraag is, en de behandeling van het dossier op initiatief van de gemeente zelf gebeurt, er ook geen vergoeding lijkt te kunnen worden gevraagd; dat er evenmin een vergoeding gevraagd lijkt te kunnen worden i.h.k.v. de nieuwe zgn. ‘waarschuwingsprocedure’ (oud art. 14bis Vlaamse Wooncode; nieuw art. 3.10 Vlaamse Codex Wonen 2021);

Overwegende dat, overeenkomstig oud art. 3 van het besluit van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren; nieuw art. 4.167 Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021, alleen woningen die voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, in aanmerking komen om verhuurd te worden door een sociaal verhuurkantoor, en dat een sociaal verhuurkantoor een conformiteitsonderzoek kan aanvragen voor het een hoofdhuurovereenkomst sluit met het oog op de onderverhuring van een woning of een kamer;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, zoals gewijzigd (hierna VCRO);

Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, zoals gewijzigd (hierna Omgevingsvergunningdecreet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Gelet op Titel V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele retributies;

Gelet op de besprekingen in het lokaal woonoverleg van 20 juni 2019;

Overwegende dat het lokaal bestuur wenst in te zetten op het bevorderen van de woningkwaliteit met het oog op het realiseren van het recht op menswaardig wonen;

Overwegende dat de burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van het Agentschap Wonen-Vlaanderen een conformiteitsattest kan afleveren indien o.m. uit het technisch verslag van een conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of een kamer minder dan 15 strafpunten scoort;

Overwegende dat het conformiteitsattest van rechtswege vervalt, o.m.  vanaf het ogenblik dat er een termijn van 10 jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van 10 jaar, is verstreken na de afgifte van het conformiteitsattest;

Overwegende dat een verhuurder die beschikt over een conformiteitsattest kan aantonen dat de woning of kamer op het moment van het conformiteitsonderzoek conform is aan de geldende veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten;

Overwegende dat de algemene aanwezigheid van enkel glas in minstens 1 woonlokaal of badkamer bij een woning of kamer vanaf 1 januari 2023 bij een conformiteitsonderzoek 15 strafpunten genereert, waardoor ze ongeschikt verklaard kan worden;

Overwegende dat de kwaliteit van woningen en kamers te allen tijde kan verslechteren;   dat één enkel gebrek van categorie I onvoldoende ernstig is voor een weigering van het conformiteitsattest en ongeschiktverklaring; dat een woning of kamer met 5 of meer gebreken uit categorie I snel kan evolueren tot meerdere kleinere gebreken of tot een ernstig gebrek en bijgevolg ook naar niet conforme woningen en kamers;

Overwegende dat de kostprijs van een conformiteitsattest kan vastgelegd worden in een gemeentelijk retributiereglement of dat bij afwezigheid van een gemeentelijk retributiereglement het conformiteitsattest gratis wordt afgeleverd;

 

BESLIST: 

22 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Jo Van de Water (N-VA), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ly Pauwels (N-VA), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
2 onthoudingen: Bart Sas (Groen) en Stien Buts (Groen).
 

Artikel 1 - Vanaf 1 januari 2021 wordt een retributie geheven op het verstrekken van inlichtingen, op het verlenen van attesten en vergunningen en op aktenames van meldingen op onroerende goederen in het kader van het Omgevingsvergunningsdecreet en op het openbaar onderzoek en de bekendmaking in het kader van de aanvragen tot omgevingsvergunning.

 

Art. 2 - De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag of de melding doet.

 

Art. 3 - De retributie wordt vastgesteld als volgt:

 

§1 Tarieven voor aanvragen tot omgevingsvergunning

 

•Aanvraag stedenbouwkundige handelingen:100 euro

•Aanvraag ingedeelde inrichting of activiteit: 100 euro

•Aanvraag voor kleinhandelsactiviteiten: 60 euro

•Aanvraag voor vegetatiewijzigingen: 60 euro

•Vergunning tot bebossing in landbouwzone: 60 euro

•Aanvraag voor het verkavelen van gronden: 100 euro + 20 euro/lot

•Aanvraag voor het bijstellen van een verkaveling: 100 euro + 20 euro/lot

•Verzoek tot bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden op vraag van de vergunninghouder of exploitant: 100 euro

•Melding stedenbouwkundige handelingen: 40 euro

•Melding ingedeelde inrichting of activiteit: 40 euro

•Melding van overdracht van een vergunde inrichting of activiteit: 40 euro

•Melding van omzetting van de milieuvergunning naar een permanente vergunning (art. 390 omgevingsvergunningsdecreet): 40 euro

•Melding van de stopzetting of het verval van de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of een deel ervan: 20 euro

 

Bij gecombineerde aanvragen tot omgevingsvergunning worden de van toepassing zijnde elementen samengeteld.

 

§2 Wanneer één of meer van volgende procedures van toepassing zijn, wordt de retributie vermeerderd met het bijhorende bedrag:

 

•Aangetekende zendingen in kader van openbaar onderzoek: de verzendingskosten

•Publicatie in regionaal dag- of weekblad: 385 euro

•Informatievergadering: 138 euro

 

Procedurestappen die worden overgedaan als gevolg van een administratieve lus (art. 13 Omgevingsvergunningsdecreet) ten gevolge van een onregelmatigheid veroorzaakt door de vergunning verlenende overheid, worden niet aangerekend.

 

§3 Tarieven voor het verstrekken van inlichtingen en het verlenen van attesten op onroerende goederen:

 

•Afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel: 50 euro/kadastraal perceel

•Afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen: 39 euro/inlichtingenformulier

•Stedenbouwkundig attest: 40 euro

•Planologisch attest: 55 euro

•Behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning, zoals gedefinieerd in het Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021: 90 euro

•Behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor een kamerwoning, zoals gedefinieerd in het Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021: 90 euro voor één kamerwoning + 15 euro per bijkomende woning, met een maximum van 1.775 euro per gebouw

 

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest dat wordt afgeleverd na de inwerkingtreding van dit reglement, wordt beperkt tot minder dan 10 jaar in volgende specifieke situaties:

 Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat bij een woning of kamer in minstens 1 woonlokaal of badkamer algemeen nog enkel glas aanwezig is, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 31 december 2022;

 Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of kamer 5 of meer gebreken vertoont uit categorie I, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 5 jaar.

 

De retributie is niet verschuldigd voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor een woning die ingehuurd wordt door het sociaal verhuurkantoor of het O.C.M.W.

De retributie is niet verschuldigd indien er geen aanvraag is, m.n. indien de behandeling van het conformiteitsdossier op eigen initiatief van de burgemeester gebeurt, al dan niet na ontvangst van een melding over de mogelijk gebrekkige kwaliteit van een woning (in de zgn. ‘waarschuwingsprocedure’).

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari, binnen de wettelijk bepaalde maxima, en voor de eerste maal op 1 januari 2021 geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 - De retributie moet bij de aanvraag contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Indien deze retributie niet contact betaald wordt, is ze betaalbaar binnen de dertig kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

Art. 6 - De retributie op de afgifte van administratieve stukken mag niet worden toegepast als de geldende regelgeving bepaalt dat bepaalde stukken kosteloos moeten worden afgegeven.

 

Art. 7 - De gemeenteraad geeft een machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven van de in dit besluit vermelde retributies aan te passen.

 

Art. 8 - Deze beslissing zal ter kennisgeving aan IOK worden overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Uittreksel GR 15 december 2020 - punt 7.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

8. Goedkeuring reglement parkeer-zorgkaart

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het KB van 16 maart 1968 betreffende de wet betreffende de politie op het wegverkeer;

 

Gelet op het KB van 1 december 1975 betreffende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de principiële goedkeuring door het CBS van 15 juni 2020 om de parkeer-zorgkaart in Kasterlee te introduceren;

 

Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad van 19 juni 2020 om een systeem van zorgparkeren in Kasterlee in te voeren;

 

Gelet op het KB van 16 maart 1968 betreffende de wet betreffende de politie op het wegverkeer;

 

Gelet op het KB van 1 december 1975 betreffende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de principiële goedkeuring door het CBS van 15 juni 2020 om de parkeer-zorgkaart in Kasterlee te introduceren;

 

Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad van 19 juni 2020 om een systeem van zorgparkeren in Kasterlee in te voeren;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - keurt het reglement betreffende de parkeer-zorgkaart; als bijlage aan deze beslissing goed

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Reglement_voor_de_parkeer-zorgkaart15122020.docx Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

9. Goedkeuring aanpassing reglement gemeentelijke zorgpremie

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het gemeentelijk zorgreglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2017;

 

Overwegende dat door de uitbreiding van de doelgroep het niet meer opportuun is om te blijven spreken over een mantelzorgpremie.;

 

Overwegende dat het niet voor elke zorgbehoevende zo is dat de mantelzorger ook in Kasterlee woont;

 

Overwegende dat het niet echt relevant is om te beschikken over de gegevens van de mantelzorger niet echt relevant is voor de verwerking van de aanvragen;

 

Overwegende de administratieve vereenvoudiging die voortkomt uit deze aanpassing voor zowel de aanvrager van de premie als voor de achterliggende verwerking van de premie;

 

Overwegende dat de toegankelijkheid tot de premie verbreed wordt door het weglaten van de deadline van 1 maart;

 

Overwegende dat de erkenningsvoorwaarden voor deze premie niet gewijzigd worden;

 

Gelet op het gemeentelijk zorgreglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2017;

 

Overwegende dat door de uitbreiding van de doelgroep het niet meer opportuun is om te blijven spreken over een mantelzorgpremie.;

 

Overwegende dat het niet voor elke zorgbehoevende zo is dat de mantelzorger ook in Kasterlee woont;

 

Overwegende dat het niet echt relevant is om te beschikken over de gegevens van de mantelzorger niet echt relevant is voor de verwerking van de aanvragen;

 

Overwegende de administratieve vereenvoudiging die voortkomt uit deze aanpassing voor zowel de aanvrager van de premie als voor de achterliggende verwerking van de premie;

 

Overwegende dat de toegankelijkheid tot de premie verbreed wordt door het weglaten van de deadline van 1 maart;

 

Overwegende dat de erkenningsvoorwaarden voor deze premie niet gewijzigd worden;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - het voorstel tot aanpassing van het  reglement van de gemeentelijke zorgpremie in bijlage aan dit dossier, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links 20201215 Reglement gemeentelijke zorgpremie.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

10. Goedkeuring subsidiereglement lokaal mondiaal beleid

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Overwegende dat de gemeente een bijdrage wil geven voor hulp in noodsituaties in de vorm van subsidies.

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Overwegende dat de gemeente een bijdrage wil geven voor hulp in noodsituaties in de vorm van subsidies.

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - het subsidiereglement lokaal mondiaal beleid goed te keuren zoals in bijlage toegevoegd.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Subsidiereglement lokaal mondiaal beleid 2020.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

11. Goedkeuring statuten en huishoudelijk reglement lokale economie en toerismeraad

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 september 2017 en later wijzigingen;

 

Gelet op de goedkeuring van de modelstatuten van de adviesraden door de gemeenteraad in zitting van 24 september 2019;

 

Gelet op de statuten en het huishoudelijk reglement, opgemaakt door de raad van lokale economie en toerisme in vergadering van 9 november 2020, in bijlage bij het dossier;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 september 2017 en later wijzigingen;

 

Gelet op de goedkeuring van de modelstatuten van de adviesraden door de gemeenteraad in zitting van 24 september 2019;

 

Gelet op de statuten en het huishoudelijk reglement, opgemaakt door de raad van lokale economie en toerisme in vergadering van 9 november 2020, in bijlage bij het dossier;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

 

Enig artikel - De statuten en het huishoudelijk reglement van de raad van lokale economie en toerisme in bijlage bij het dossier goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links huishoudelijk reglement lokale economie en toerismeraad.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

12. Vaststelling aanpassing meerjarenplan 2020-2025 herziening 1 - beginkrediet 2021

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 setember 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 setember 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 herziening 1-beginkrediet 2021 voor het gedeelte gemeente vast.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Aanpassing_meerjarenplan_2020_2025_herziening1.pdf Download
Documentatie_herziening1_meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
ODAA_herziening1_meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

13. Goedkeuring dotatie politiezone regio Turnhout

 

De gemeenteraad,

 

Overwegende dat de verdeelsleutel voor de politiezone vastgelegd is conform het KB van 7/4/2005;

Overwegende dat het budget 2021 van de politiezone goedgekeurd is in de politieraad;

 

Overwegende dat de verdeelsleutel voor de politiezone vastgelegd is conform het KB van 7/4/2005;

Overwegende dat het budget 2021 van de politiezone goedgekeurd is in de politieraad;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - Bevestigt dat er in het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor 2021 een dotatie van 2.034.895 euro voor werking en een dotatie van 48.105 euro voor investeringen voor de politiezone Regio Turnhout opgenomen is.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

14. Goedkeuring lijst nominatieve subsidies 2021

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017 en meer bepaald artikel 41, 23°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de BBC;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC

Gelet op het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld door de gemeenteraad van december 2020;

Gelet de wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

 

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017 en meer bepaald artikel 41, 23°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de BBC;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC

Gelet op het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld door de gemeenteraad van december 2020;

Gelet de wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - de lijst van nominatieve subsdies voor 2021 goed te keuren. Deze mogen uitbetaald worden in de loop van het jaar 2021.

 

Art. 2 -  om een vrijstelling te verlenen op artikel 5 van de wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen voor toelagen toegekend aan rechtspersonen tot een waarde van 24.789,35 euro, tenzij dit in een andere beslissing is opgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Nominatieve subsidies gemeente 2021.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

15. Goedkeuring aanpassing meerjarenplan 2020-2025 herziening 1 - beginkrediet 2021 deel OCMW

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus, en in het bijzonder op de procedure voorzien onder punt 3.2;

 

Gelet op de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 deel OCMW door de raad voor maatschappelijk welzijn op 15 december 2020;

 

Gelet op de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 deel gemeente door de gemeenteraad op 15 december 2020;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus, en in het bijzonder op de procedure voorzien onder punt 3.2;

 

Gelet op de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 deel OCMW door de raad voor maatschappelijk welzijn op 15 december 2020;

 

Gelet op de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 deel gemeente door de gemeenteraad op 15 december 2020;

 

BESLIST: 

17 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
7 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Ly Pauwels (N-VA).
 

Enig artikel - het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 herziening 1 - beginkrediet 2021 deel OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren;

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Aanpassing_meerjarenplan_2020_2025_herziening1.pdf Download
Documentatie_herziening1_meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
ODAA_herziening1_meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

16. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze inzake bestek 2020054 "Vloerrenovatie De Vlieger fase 2 en 3"

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 juni 2017 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor de opdracht “Vloerrenovatie De Vlieger fase 2 en 3” aan Noor Architectuur BVBA, Lichtaartsebaan 35 te 2460 Kasterlee;

 

Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek met nr. 2020054 werd opgesteld door de ontwerper, Noor Architectuur BVBA, Lichtaartsebaan 35 te 2460 Kasterlee;

 

Overwegende dat deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

* Perceel 1 (Fase 2), raming: 12.286,08 EUR excl. btw of 13.023,24 EUR incl. 6% btw;

* Perceel 2 (Fase 3), raming: 19.538,32 EUR excl. btw of 20.710,62 EUR incl. 6% btw;

 

Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 31.824,40 EUR excl. btw of 33.733,86 EUR incl. 6% btw (1.909,46 EUR Btw medecontractant);

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2020-2025;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 juni 2017 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor de opdracht “Vloerrenovatie De Vlieger fase 2 en 3” aan Noor Architectuur BVBA, Lichtaartsebaan 35 te 2460 Kasterlee;

 

Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek met nr. 2020054 werd opgesteld door de ontwerper, Noor Architectuur BVBA, Lichtaartsebaan 35 te 2460 Kasterlee;

 

Overwegende dat deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

* Perceel 1 (Fase 2), raming: 12.286,08 EUR excl. btw of 13.023,24 EUR incl. 6% btw;

* Perceel 2 (Fase 3), raming: 19.538,32 EUR excl. btw of 20.710,62 EUR incl. 6% btw;

 

Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 31.824,40 EUR excl. btw of 33.733,86 EUR incl. 6% btw (1.909,46 EUR Btw medecontractant);

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2020-2025;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2020054 en de raming voor de opdracht “Vloerrenovatie De Vlieger fase 2 en 3”, opgesteld door de ontwerper, Noor Architectuur BVBA, Lichtaartsebaan 35 te 2460 Kasterlee. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 31.824,40 EUR excl. btw of 33.733,86 EUR incl. 6% btw (1.909,46 EUR Btw medecontractant).

Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

17. Goedkeuring bestek 2020053 "Ontwerpen en bouwen modulaire buitenschoolse kinderopvang Tielen (design and build)"

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Ontwerpen en bouwen van een modulaire buitenschoolse kinderopvang Tielen (design & build)” een bestek met nr. 2020053 werd opgesteld door de Aankoopdienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 290.000,00 EUR excl. btw of 350.900,00 EUR incl. 21% btw (60.900,00 EUR Btw medecontractant);

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in MJP 2020-2025;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Ontwerpen en bouwen van een modulaire buitenschoolse kinderopvang Tielen (design & build)” een bestek met nr. 2020053 werd opgesteld door de Aankoopdienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 290.000,00 EUR excl. btw of 350.900,00 EUR incl. 21% btw (60.900,00 EUR Btw medecontractant);

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in MJP 2020-2025;

 

BESLIST: 

22 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Jo Van de Water (N-VA), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ly Pauwels (N-VA), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
2 onthoudingen: Bart Sas (Groen) en Stien Buts (Groen).
 

Artikel 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2020053 en de raming voor de opdracht “Ontwerpen en bouwen van een modulaire buitenschoolse kinderopvang Tielen (design & build)”, opgesteld door de Aankoopdienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 290.000,00 EUR excl. btw of 350.900,00 EUR incl. 21% btw (60.900,00 EUR Btw medecontractant).

Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Art. 3 - De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

18. Toegevoegd agendapunt / organisatie bijkomend overleg met de bevoegde ministers betreffende de aanleg van een fietsostrade langs het spoor in Tielen

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op onderstaande toelichting door raadslid Jeroen Van de Water;

 

Gelet op de raadscommissie Algemeen Beleid van 8 december 2020, waar zowel een afvaardiging van Defensie als van ANB aanwezig was om hun standpunt over de eventuele aanleg van een fietsostrade in het militair domein van Tielen en dus vlak naast de spoorweg kenbaar te maken;

 

Gelet op het feit dat zowel Defensie als ANB zich op deze commissie extreem negatief uitlieten over de eventuele aanleg van deze fietsostrade;

 

Gelet op het feit dat de tijd wel dringt, want als éénmaal de aanleg van de autoluwe fietsroute van start gaat, het dossier van de fietsostrade vlak naast het spoor waarschijnlijk voor vele jaren begraven zal worden,

 

vragen wij als N-VA fractie om volgend punt ter stemming voor te leggen op de gemeenteraad van dinsdag 15 december 2020:

 

De gemeenteraad verzoekt het gemeentebestuur om zo snel als mogelijk een vergadering in te plannen met als deelnemers een delegatie van het kabinet van Vlaams minister Demir (bevoegd voor ANB), een delegatie van het kabinet van Federaal minister Dedonder (bevoegd voor Defensie) en een afvaardiging van het gemeentebestuur zelf, om zo een uitweg uit de impasse rond de fietsostrade te zoeken. Het gemeentebestuur engageert zich er toe om de resultaten van dit overleg op een commissie in januari te komen toelichten.

 

Gelet op het resultaat van de stemming;

 

Gelet op onderstaande toelichting door raadslid Jeroen Van de Water;

 

Gelet op de raadscommissie Algemeen Beleid van 8 december 2020, waar zowel een afvaardiging van Defensie als van ANB aanwezig was om hun standpunt over de eventuele aanleg van een fietsostrade in het militair domein van Tielen en dus vlak naast de spoorweg kenbaar te maken;

 

Gelet op het feit dat zowel Defensie als ANB zich op deze commissie extreem negatief uitlieten over de eventuele aanleg van deze fietsostrade;

 

Gelet op het feit dat de tijd wel dringt, want als éénmaal de aanleg van de autoluwe fietsroute van start gaat, het dossier van de fietsostrade vlak naast het spoor waarschijnlijk voor vele jaren begraven zal worden,

 

vragen wij als N-VA fractie om volgend punt ter stemming voor te leggen op de gemeenteraad van dinsdag 15 december 2020:

 

De gemeenteraad verzoekt het gemeentebestuur om zo snel als mogelijk een vergadering in te plannen met als deelnemers een delegatie van het kabinet van Vlaams minister Demir (bevoegd voor ANB), een delegatie van het kabinet van Federaal minister Dedonder (bevoegd voor Defensie) en een afvaardiging van het gemeentebestuur zelf, om zo een uitweg uit de impasse rond de fietsostrade te zoeken. Het gemeentebestuur engageert zich er toe om de resultaten van dit overleg op een commissie in januari te komen toelichten.

 

Gelet op het resultaat van de stemming;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - Het voorstel van beslissing 'de gemeenteraad verzoekt het

gemeentebestuur om zo snel als mogelijk een vergadering in te plannen met als

deelnemers een delegatie van het kabinet van Vlaams minister Demir (bevoegd voor

ANB), een delegatie van het kabinet van Federaal minister Dedonder (bevoegd voor

Defensie) en een afvaardiging van het gemeentebestuur zelf, om zo een uitweg uit de

impasse rond de fietsostrade te zoeken. Het gemeentebestuur engageert zich er toe om

de resultaten van dit overleg op een commissie in januari te komen toelichten. ' wordt

aangenomen.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

19. Toegevoegd agendapunt /Uitvoeren van een studie naar gemengd verkeer op landelijke wegen

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

20. Toegevoegd agendapunt bij hoogdringendheid: goedkeuring sluiting groepsaankoop IOK inzake 'Leveren van brandstof in bulk'

 

De gemeenteraad,

 

Er wordt verwezen naar het Decreet Lokaal Bestuur.

 

De gemeente is lid van de Intergemeentelijke Aankoopdienst van IOK.

 

IOK heeft een groepsaankoop aangaande “Leveren van brandstoffen in bulk” gevoerd. Deze opdracht heeft als voorwerp het sluiten van een raamovereenkomst voor het aanstellen van een leverancier voor het leveren van brandstoffen in bulk, voor een periode van maximaal 48 maanden, waarbij de besturen die zullen deelnemen aan deze groepsaankoop, op afroep, gasolie voor verbrandingsmotoren (perceel 1), gasolie extra voor verwarming (perceel 2), Diesel (B7) voor voertuigen op de weg (perceel 3) of loodvrije benzine (E10) voor voertuigen op de weg (perceel 4) kunnen bestellen.

 

De voorziene startdatum is 1 januari 2021.

 

De dienstverlenende vereniging IOK treedt voor de deelnemende lokale besturen op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°a) en 7°b) van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform artikel 47 § 2 van bovenvermelde wet.

 

De gemeente heeft reeds eerder haar interesse in deelname aan deze groepsaankoop meegedeeld aan IOK en werd betrokken bij de opmaak van het bestek en de gunning van de opdracht.

 

Op 7 december 2020 heeft de raad van bestuur van IOK de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop “Leveren van brandstoffen in bulk” gegund aan:

- Perceel 1 (Brandstoffen in bulk: Gasolie voor verbrandingsmotoren):

Belgomine nv Wilfordkaai 43 te 9410 Temse, tegen een korting per liter van 0,068101 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Gasolie voor verbrandingsmotoren (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 682.760,73 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

- Perceel 2 (Brandstoffen in bulk: Gasolie extra voor verwarming):

Etn J. Maes Zonen nv , Reedonk 12 te 2880 Bornem, tegen een korting per liter van 0,063800 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Gasolie extra voor verwarming (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 122.889,90 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

- Perceel 3 (Brandstoffen in bulk: Diesel (B7) voor voertuigen op de weg):

Belgomine nv, Wilfordkaai 43 te 9140 Temse, tegen een korting per liter van 0,170123 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Diesel (B7) voor voertuigen op de weg (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 6.262.145,96 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

- Perceel 4 (Brandstoffen in bulk: Loodvrije benzine (E10)) voor voertuigen op de weg):

Etn J. Maes Zonen nv, Reedonk 12 te 2880 Bornem, tegen een korting per liter van 0,160600 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Loodvrije benzine (E10)) voor voertuigen op de weg (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 239.813,90 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

Voor de gemeente bedraagt het gunningsbedrag 240.391,63 euro exclusief BTW, rekening houdend met de door de gemeente opgegeven vermoedelijke hoeveelheden ((op basis van 48 maanden, basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting).

 

De gemeente wordt nu gevraagd om verbindend toe te treden tot de gegunde groepsaankoop van aankoopcentrale IOK door goedkeuring te geven aan het bestek en de gunning. Dit met het oog op contractsluiting met de gekozen opdrachtnemer.

 

Op basis van het decreet Lokaal Bestuur is de gemeenteraad voor deze opdracht bevoegd om te beslissen over de toetreding tot de aankoopcentrale en over de sluiting van de opdracht.

 

Er wordt verwezen naar het Decreet Lokaal Bestuur.

 

De gemeente is lid van de Intergemeentelijke Aankoopdienst van IOK.

 

IOK heeft een groepsaankoop aangaande “Leveren van brandstoffen in bulk” gevoerd. Deze opdracht heeft als voorwerp het sluiten van een raamovereenkomst voor het aanstellen van een leverancier voor het leveren van brandstoffen in bulk, voor een periode van maximaal 48 maanden, waarbij de besturen die zullen deelnemen aan deze groepsaankoop, op afroep, gasolie voor verbrandingsmotoren (perceel 1), gasolie extra voor verwarming (perceel 2), Diesel (B7) voor voertuigen op de weg (perceel 3) of loodvrije benzine (E10) voor voertuigen op de weg (perceel 4) kunnen bestellen.

 

De voorziene startdatum is 1 januari 2021.

 

De dienstverlenende vereniging IOK treedt voor de deelnemende lokale besturen op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°a) en 7°b) van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform artikel 47 § 2 van bovenvermelde wet.

 

De gemeente heeft reeds eerder haar interesse in deelname aan deze groepsaankoop meegedeeld aan IOK en werd betrokken bij de opmaak van het bestek en de gunning van de opdracht.

 

Op 7 december 2020 heeft de raad van bestuur van IOK de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop “Leveren van brandstoffen in bulk” gegund aan:

- Perceel 1 (Brandstoffen in bulk: Gasolie voor verbrandingsmotoren):

Belgomine nv Wilfordkaai 43 te 9410 Temse, tegen een korting per liter van 0,068101 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Gasolie voor verbrandingsmotoren (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 682.760,73 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

- Perceel 2 (Brandstoffen in bulk: Gasolie extra voor verwarming):

Etn J. Maes Zonen nv , Reedonk 12 te 2880 Bornem, tegen een korting per liter van 0,063800 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Gasolie extra voor verwarming (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 122.889,90 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

- Perceel 3 (Brandstoffen in bulk: Diesel (B7) voor voertuigen op de weg):

Belgomine nv, Wilfordkaai 43 te 9140 Temse, tegen een korting per liter van 0,170123 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Diesel (B7) voor voertuigen op de weg (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 6.262.145,96 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

- Perceel 4 (Brandstoffen in bulk: Loodvrije benzine (E10)) voor voertuigen op de weg):

Etn J. Maes Zonen nv, Reedonk 12 te 2880 Bornem, tegen een korting per liter van 0,160600 euro excl. btw op de officiële maximum dagprijs van Loodvrije benzine (E10)) voor voertuigen op de weg (zoals dagelijks gepubliceerd door de FOD Economie) en tegen een totaalbedrag van 239.813,90 euro excl. btw (basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting), gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.

 

Voor de gemeente bedraagt het gunningsbedrag 240.391,63 euro exclusief BTW, rekening houdend met de door de gemeente opgegeven vermoedelijke hoeveelheden ((op basis van 48 maanden, basis dagprijs van 3 oktober 2020, inclusief korting).

 

De gemeente wordt nu gevraagd om verbindend toe te treden tot de gegunde groepsaankoop van aankoopcentrale IOK door goedkeuring te geven aan het bestek en de gunning. Dit met het oog op contractsluiting met de gekozen opdrachtnemer.

 

Op basis van het decreet Lokaal Bestuur is de gemeenteraad voor deze opdracht bevoegd om te beslissen over de toetreding tot de aankoopcentrale en over de sluiting van de opdracht.

 

BESLIST: 

Stemming acceptatie hoogdringend punt
eenparig.
 

Goedkeuring sluiting groepsaankoop IOK inzake 'Leverenvan brandstof in bulk'
eenparig.
 

Artikel 1 - De gemeente neemt verbindend deel aan de groepsaankoop van IOK aangaande “Leveren van brandstoffen in bulk”, perceel 1, perceel 2 en perceel 3.

 

Art. 2 - Goedkeuring wordt verleend aan het bijgevoegde bestek alsook aan het gunningsbesluit van aankoopcentrale IOK.

 

Art. 3 - De gemeente zal overgaan tot sluiting van de opdracht, op voorwaarde dat IOK geen schorsingsvorderingen ontvangt tijdens de wachttermijn.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

21. Toegevoegd agendapunt bij hoogdringendheid: goedkeuring aanpassing retributiereglement voor inzamelen van afval

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, zogenoemd het Materialendecreet;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling op 17 februari 2012 van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, zogenoemd het Vlarema;

 

Gelet op het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, goedgekeurd op 16 september 2016 door de Vlaamse Regering;

 

Gelet op het Uniform Gemeentelijk Politiereglement (UGP);

 

Gelet op het retributiereglement voor de inzameling van afval, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 november 2020;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën;

 

Overwegende dat het, ter bevordering van het selectief inzamelgedrag op de scholen en gelet op de grote impact van het onderwijs op de jeugd, verantwoord is de retributie op het inzamelen van plastiek en PMD en op de ophaling van GFT niet toe te passen voor de scholen;

 

Overwegende dat de aanvaardingsplicht voor matrassen effectief zal ingaan op 1 januari 2021;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, zogenoemd het Materialendecreet;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling op 17 februari 2012 van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, zogenoemd het Vlarema;

 

Gelet op het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, goedgekeurd op 16 september 2016 door de Vlaamse Regering;

 

Gelet op het Uniform Gemeentelijk Politiereglement (UGP);

 

Gelet op het retributiereglement voor de inzameling van afval, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 november 2020;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën;

 

Overwegende dat het, ter bevordering van het selectief inzamelgedrag op de scholen en gelet op de grote impact van het onderwijs op de jeugd, verantwoord is de retributie op het inzamelen van plastiek en PMD en op de ophaling van GFT niet toe te passen voor de scholen;

 

Overwegende dat de aanvaardingsplicht voor matrassen effectief zal ingaan op 1 januari 2021;

 

BESLIST: 

Stemming acceptatie hoogdringend punt
eenparig.
 

Goedkeuring aanpassing retributiereglement voor inzamelen van afval
eenparig.
 

Artikel 1 – Het retributiereglement voor de aanbreng van afval op het recyclagepark,

inzameling van afval en verkoop van materialen van 24 november 2020, wordt aangepast zoals hieronder aangegeven.

 

Art. 2 - Met ingang van 1 januari 2020 wordt er een

retributie aangerekend op de aanvoer van afval op het gemeentelijk recyclagepark, de

inzameling van afval en de verkoop van materialen.

 

AANVOER OP HET RECYCLAGEPARK

 

Art. 3 – Volgende retributie is van toepassing voor de aanvoer op het recyclagepark:

- 4,4 EUR per begonnen m³ op de aanvoer van snoeihout en/of boomstronken en B-hout

(niet verontreinigd behandeld houtafval);

- 4,4 EUR per begonnen m³ op de aanvoer van zuiver steenpuin of steenpuin met ijzer;

- 4,4 EUR per begonnen volume van 0,5 m³ op de aanvoer van cellenbeton, gipsplaat,

kalk, gips, harde plastiek, roofing, grof vuil;

- 4,4 EUR per treinbiels of per begonnen volume C-hout (verontreinigd behandeld

houtafval) van 0,5 m³;

- 4,4 EUR per matras met een breedte van maximaal 1 meter; (opgeheven met ingang van 1 januari 2021)

- 8,8 EUR per matras met een breedte van meer dan 1 meter. (opgeheven met ingang van 1 januari 2021)

 

Art. 4 – Volgende retributie is van toepassing op de aanvoer van platen asbestcement of

een vergelijkbare hoeveelheid gebonden asbesthoudend afval op het recyclagepark:

- per gezin per jaar kunnen 10 platen asbestcement of een vergelijkbare hoeveelheid

gebonden asbesthoudend afval gratis worden aangebracht op het recyclagepark;

- 4,4 EUR per begonnen schijf van 5 platen asbestcement of een vergelijkbare hoeveelheid

gebonden asbesthoudend afval;

- de maximale hoeveelheid die per gezin per jaar kan worden aangebracht op het

recyclagepark is 30 platen asbestcement of een vergelijkbare hoeveelheid gebonden

asbesthoudend afval.

 

Art. 5– De bovenstaande retributies moeten betaald worden met elektronische betaalkaart. Zolang nog voorradig kan nog betaald worden met  de gemeentelijke  knipkaart.

 

Art. 6

§1 – Onderstaande retributie is van toepassing op de aanbreng van Professioneel

Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten (AEEA), aangevoerd door

particulieren. Het betreft koelingen en diepvriezers afkomstig uit het professionele

circuit- die bij particulieren en verenigingen terecht komen. Professionele toestellen van

bedrijven worden niet aanvaard.

 

§2 – De retributie bedraagt 25 EUR per toestel. Deze retributie kan enkel betaald worden met elektronische betaalkaart.

 

Art. 7

§1– Onderstaande retributie is van toepassing op de aanvoer van piepschuim op het

recyclagepark:

Onder piepschuim wordt verstaan: EPS = geëxpandeerd polystyreen – recyclagenummer

06, te herkennen aan de ronde korrelvorm in de doorsnede.

Voor particulieren:

-hoeveelheden piepschuim kleiner dan 1 m³: gratis;

-hoeveelheden piepschuim van 1 m³ of meer: verplichte aanschaf van een hiervoor

bestemde zak van 1,4 m³ aan een retributie van 6,50 EUR per zak.

Voor niet-particulieren:

-verplichte aanschaf van een hiervoor bestemde zak van 1,4 m³ aan een retributie van

6,50 EUR per zak.

 

§2 – Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee,

zijn vrijgesteld van de retributie op de aanvoer van piepschuim op het recyclagepark.

 

§3 – Deze retributie kan enkel betaald worden met elektronische betaalkaart.

 

INZAMELING VAN AFVAL

 

Art. 8

§1 – Volgende retributie is van toepassing op de inzameling .door de huisvuildienst van

restplastiek, PMD en restafval. Ze is verschuldigd door degene die gebruik maakt van de dienstverlening en bedraagt:

- per gemeentelijke zak voor restafval van 60 liter: 1,65 EUR, te betalen bij aankoop

- per gemeentelijke zak voor restafval van 30 liter: 1,1 EUR, te betalen bij aankoop

- per gemeentelijke zak voor PMD van 60 liter: 0,25 EUR te betalen bij aankoop

- vanaf 1/1/2021:

per gemeentelijke zak voor PMD van 60 liter: 0,15 EUR te betalen bij aankoop

per gemeentelijke zak voor P+MD van 60 liter: 0,15 EUR te betalen bij aankoop

- per gemeentelijke zak voor restplastiek van 60 liter (uitdovend): 0,25 EUR te betalen bij aankoop

 

§2 – Jeugdcentra waarvan de lokalen gevestigd zijn op het grondgebied van de

gemeente Kasterlee en die aantonen dat ze hoofdzakelijk gericht zijn op jeugdwerking,

kunnen mits schriftelijke goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen

gemeentelijke PMD-zakken aankopen van 120 liter. Hiervoor bedraagt de retributie 0,15 EUR per zak, te betalen bij aankoop.

 

§3 - Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee,

zijn vrijgesteld van de retributie op de inzameling van restplastiek en PMD.

 

Art. 9

§1 – Volgende retributie is van toepassing op de selectieve ophaling van GFT. Ze is

verschuldigd door degene die gebruik maakt van de dienstverlening en bedraagt:

- 4,4 EUR per lediging van een 120-liter container;

- 2,2 EUR per lediging van een 40-liter container.

 

§2 - De retributie voor de lediging van de container wordt betaald via de aankoop van

een groene afscheursticker voor de 120 liter container of een rode afscheursticker voor

de 40 liter container.

Uitzonderlijk kan de inning van de retributie gebeuren na toezending van een factuur die

betaald moet worden binnen 30 kalenderdagen. Dit kan enkel na uitdrukkelijke beslissing

van het college van burgemeester en schepenen.

 

§3 - De ophaling van GFT gebeurt enkel via de groene GFT-containers die door IOK ter

beschikking worden gesteld en die voorzien zijn van de hogervermelde sticker.

Aanlevering van GFT-afval op het recyclagepark is niet mogelijk.

Uitzonderlijk kan de ophaling gebeuren op basis van een lijst die het aantal te ledigen

containers bevat. Dit kan enkel na uitdrukkelijke beslissing van het college van

burgemeester en schepenen.

 

§4 - Elk gezin krijgt één GFT-container ter beschikking.

Een tweede container kan ter beschikking worden gesteld aan elk gezin dat is

ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente, tegen betaling van een

bijkomende retributie van:

- 55 EUR voor een 120 liter container;

- 44 EUR voor een 40 liter container.

Deze tweede container moet gereinigd op het recyclagepark worden binnengebracht op

het moment van inschrijving van het gezin in het bevolkingsregister van een andere

gemeente.

 

§5 - Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee,

zijn vrijgesteld van de retributie op de selectieve ophaling van GFT.

 

Art. 10

§1 - Volgende retributie is van toepassing op het op te halen grof vuil dat niet in de

voorgeschreven huisvuilzakken geplaatst kan worden:

- vast bedrag van 25 EUR per ophaalbeurt;

- bijkomend bedrag van 8 EUR per aangeleverd stuk.

 

§2 - Deze retributie moet ten minste 10 dagen voor de ophaaldag betaald worden. De

betaler ontvangt een bewijs van betaling.

 

Art. 11 - De gemeenteraad geeft machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om het retributietarief te bepalen voor de inzameling van landbouwfolie.

 

VERKOOP VAN MATERIALEN

 

Art. 12

§1 – Volgende retributie wordt vastgesteld voor de verkoop op het recyclagepark van:

- een compostbak 35,2 EUR

- een compostvat 26,4 EUR

- een zak compost van 40 liter 4 EUR

- een zak potgrond van 50 liter 4 EUR

 

§2 - Volgende retributie wordt vastgesteld voor de verkoop aan het onthaal van het gemeentehuis van:

-1 rol biodegradeerbare zakken met 50 zakjes van 10 liter 6 EUR

-1 rol biodegradeerbare zakken met 10 zakken van 120 liter 6 EUR

-Papieren zakken voor inzameling GFT: pakket van 80 zakken van 8 liter: 6 EUR

 

Art. 13 – De retributies vermeld in artikel 12 §1 moeten betaald worden met een elektronische betaalkaart.

 

Art. 14- Binnen de grenzen aangegeven door de tarief-afspraken in de IOK-regio, worden de tarieven jaarlijks op 1 januari geïndexeerd, als volgt:

 

Basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

Gezondheidsindex november 2019

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Punt bijlagen/links Uittreksel GR 15 december 2020 - punt 21.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

22. Mondelinge vraag van raadslid Koen Roefs/Samenscholingen bij takeawayzaken

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Koen Roefs geeft aan dat zijn fractie lokaal kopen en winkelhieren ondersteunt, maar hij wijst naar de verontrustende berichten over het niet naleven van coronamaatregelen bij sommige take-away-zaken.

 

De burgemeester antwoordt dat dit een terecht punt is. Hij heeft ook foto's en meldingen gekregen van toestanden die niet aanvaardbaar zijn. Horecanten worden hierop aangesproken en op hun verantwoordelijkheid gewezen, ook op openbaar domein. De politie is ook steeds op de hoogte via deelname aan de crisiscel corona. Zo komen er ook meerdere aanvragen om kramen bij kabouterberg te zetten. Daar is geen plaats naast de bestaande. Ze mogen zich eventueel wel elders opstellen, enkele 100-den meters verder.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

23. Mondelinge vraag van raadslid Stien Buts/Organisatie nieuwjaarszingen

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Stien Buts begrijpt dat het nieuwjaarszingen niet kan doorgaan. de gemeente heeft een alternatief bedacht. De kinderen willen niet enkel hun wensen overbrengen, maar ook een zakje krijgen. Daarop speelt de gemeente niet in. Ze verwijst naar Neteland en vraagt of ook een digitale optie bestaat, met eventueel de mogelijkheid om filmpjes op te nemen.

Schepen Rob Guns antwoordt dat de gemeente binnen de instructies werkt. Gezien de periode zijn er ook  nog heel wat medewerkers die verlof moeten nemen, dus er is niet gekozen voor verregaande acties. Het digitaal platform wordt nog bekeken, maar daar heeft hij nog geen zicht op.

Raadslid Stien Buts begrijpt dat maar vraagt of zoals in Neteland ook nog de verwijzing naar de # kan voorzien worden.

Schepen Rob Guns zal dit nog proberen.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

24. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Stand van zaken gemeentelijke app

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt naar de stand van zaken van de gemeentelijke app. Dit zou bijvoorbeeld ook in het kader van Kasterlee Kermist kunnen gebruikt worden. Hij vraagt om hier niet mee te wachten.

 

Schepen Gert Storms antwoordt dat er gezien de coronacrisis andere prioriteiten geweest zijn, maar dat hij zal aandringen om dit zodra mogelijk op te pikken.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

25. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Verloop verschillende fases werken de Met

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas wijst op de opeenvolging van de fases van de uitvoering van de Met. De 2de fase is sneller gestart, de communicatie wordt moeilijk. Het is ook moeilijk de juiste informatie te vinden.

 

De burgemeester antwoordt dat dit een belangrijke vraag over een grote zorg is. Hij overloopt hoe deze versnelling van de de fase in zijn werk is gegaan. Dit is geen politieke beslissing. Hij wijst op het belang van de nieuwsbrief en whatsapp. Binnenkort komt er ook nog een groot digitaal scherm. Hij geeft aan dat de aannemer hem verzekerd heeft dat niet versneld aan fase 3 zal gestart worden

 

Publicatiedatum: 27/01/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 15 DECEMBER 2020

 

26. Mondelinge vraag van raadslid Maria Van Laer/Klacht in verband met plaatsing asielzoekers vanuit een andere gemeente

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Maria Van Laer verwijst naar een klacht over het plaatsen van asielzoekers in Kasterlee vanuit een andere gemeente. Ze vraagt hoe de controle hierop gebeurt, zeker ook in tijden van corona. In het dossier zou ook sprake zijn van belangenvermenging.

 

Schepen Sumati Adriaensen antwoordt dat ze de mails hierover gehad heeft. Gezien haar beroepsgeheim kan ze hier niet veel over zeggen. De sociale dienst van ons OCMW onderzoekt dit dossier en gaat na of er effectief problemen zijn. Als er verontrustende situaties zijn, wordt dit ook doorgegeven aan de bevoegde instanties. Het kan effectief zijn dat asielzoekers verhuizen naar een andere gemeente. Het eventuele dossier kan dan overgaan naar de betrokken gemeente.

 

De burgemeester vult aan dat er nog geen info is over eventuele belangenvermenging.

 

De algemeen directeur vult aan dat als in het dossier de suggestie van belangenvermenging wordt gedaan, deze suggestie op geen enkele wijze over onze eigen medewerkers van gemeente of OCMW gaat, maar over externen.

 

Schepen Sumati Adriaensen besluit dat het dossier wordt opgevolgd.

 

Publicatiedatum: 27/01/2021