Notulen zitting van 28 OKTOBER 2025

 

Aanwezig:

Bieke Van Ballaer voorzitter;

Ward Kennes burgemeester;

Guy Van de Perre, Gert Storms, Guy Hannes, Ellen Peeters Schepenen;

Robby Diels, Rita Thijs, Bart Van Ossel, Maria Van Laer, Erwin Loos, Julie Van Olmen, Hanne Baeyens, Karlijn Kemps, Nathalie Obbers, Toon Sauvillers, Steve Renders, Mieke Wuyts, Luc Verrydt, Koen Van Gorp, Lien Van Thielen Raadsleden;

Tom De Munter algemeen directeur;

 

Verontschuldigd:

Rein Sobrie schepen;

Jan Biermans, Jo Van de Water, Stijn Vermant Raadsleden;

 

Afwezig:

 

 

De voorzitter opent de zitting.

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

1. Goedkeuring notulen d.d. 23 september 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;
 

Gelet op de voorliggende notulen d.d 23 september 2025;
 

Overwegende dat de link naar de livestream van de vergadering werd toegevoegd;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;
 

Gelet op de voorliggende notulen d.d 23 september 2025;
 

Overwegende dat de link naar de livestream van de vergadering werd toegevoegd;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - de notulen van de vorige zitting d.d. 23 september 2025 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links Link livestream
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

2. Intercommunales/IKA: goedkeuring agenda buitengewone algemene vergadering 11 december 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA;

 

Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven werd opgeroepen deel te nemen aan de algemene vergadering van IKA die op 11 december 2025 plaats heeft;

 

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente per brief van 18 september 2025 overgemaakt werd;

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

Overwegende dat de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 11 december 2025 volgende agendapunten bevat:

 

  1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2026
  2. Statutaire benoemingen
  3. Statutaire mededelingen;

 

Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA;

 

Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven werd opgeroepen deel te nemen aan de algemene vergadering van IKA die op 11 december 2025 plaats heeft;

 

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente per brief van 18 september 2025 overgemaakt werd;

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

Overwegende dat de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 11 december 2025 volgende agendapunten bevat:

 

  1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2026
  2. Statutaire benoemingen
  3. Statutaire mededelingen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - na onderzoek van de documenten die bij de oproeping zijn gevoegd, zijn goedkeuring te hechten aan de dagorde en de afzonderlijke punten van de dagorde van de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IKA d.d. 11 december 2025:

 

  1. Bespreking ín het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2026
  2. Statutaire benoemingen
  3. Statutaire mededelingen

 

Art. 2 - de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IKA op 11 december 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Art. 3 - het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde besluiten en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres lieven.ex@fluvius.be.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

3. Goedkeuring van het reglement mbt leegstandsregister vanaf 1 januari 2026

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

4. Goedkeuring van het reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen vanaf 1 januari 2026

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

5. Goedkeuring van het belastingreglement op leegstand van woningen en gebouwen 2026 - 2031

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links Aanpassing van het belastingreglement op leegstand en woningen 2023-2025.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

6. Goedkeuring van het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen 2026 - 2031

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

7. Goedkeuring van de aanpassing van het belastingreglement op ontspanningszones en groenvoorzieningen 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 april 2014, en zijn latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering van 25 april 2014, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen, meer bepaald artikel 797 waarin is opgenomen dat het decreet van 25 april 2014 in werking treedt één jaar na de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 203 tot en met 206;

 

Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Overwegende dat de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening de verplichting oplegt om bij bepaalde aanvragen tot omgevingsvergunning een zone voor gebruiksgroen te voorzien die met medewerking van de gemeente al naargelang het geval zal worden aangelegd en/of ingericht met bijvoorbeeld beplanting, rustelementen (zoals zitbanken) en/of speeltuigen;

 

Overwegende dat de aanvrager bij een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en bij een omgevingsvergunning voor groepswoningbouw verplicht is een grondoppervlakte ter beschikking te stellen; dat evenwel geen grondoverdracht voorzien is bij een omgevingsvergunning inzake stedenbouwkundige handelingen voor de oprichting van meergezinswoningen; dat dit dan ook de reden is van het tariefonderscheid in de belasting, zoals geregeld in artikel 3 van de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening;

 

Overwegende dat het aangewezen is om voor projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen een vrijstelling te voorzien omdat zij het algemeen maatschappelijk belang ten goede komen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 april 2014, en zijn latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering van 25 april 2014, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen, meer bepaald artikel 797 waarin is opgenomen dat het decreet van 25 april 2014 in werking treedt één jaar na de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 203 tot en met 206;

 

Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Overwegende dat de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening de verplichting oplegt om bij bepaalde aanvragen tot omgevingsvergunning een zone voor gebruiksgroen te voorzien die met medewerking van de gemeente al naargelang het geval zal worden aangelegd en/of ingericht met bijvoorbeeld beplanting, rustelementen (zoals zitbanken) en/of speeltuigen;

 

Overwegende dat de aanvrager bij een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en bij een omgevingsvergunning voor groepswoningbouw verplicht is een grondoppervlakte ter beschikking te stellen; dat evenwel geen grondoverdracht voorzien is bij een omgevingsvergunning inzake stedenbouwkundige handelingen voor de oprichting van meergezinswoningen; dat dit dan ook de reden is van het tariefonderscheid in de belasting, zoals geregeld in artikel 3 van de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening;

 

Overwegende dat het aangewezen is om voor projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen een vrijstelling te voorzien omdat zij het algemeen maatschappelijk belang ten goede komen;

 

BESLIST: 

inhoudelijk
17 stemmen ja: Bieke Van Ballaer (cd&v team KLT), Ward Kennes (cd&v team KLT), Guy Van de Perre (cd&v team KLT), Gert Storms (cd&v team KLT), Guy Hannes (N-VA), Ellen Peeters (cd&v team KLT), Robby Diels (cd&v team KLT), Bart Van Ossel (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Erwin Loos (cd&v team KLT), Julie Van Olmen (cd&v team KLT), Hanne Baeyens (cd&v team KLT), Karlijn Kemps (cd&v team KLT), Nathalie Obbers (N-VA), Toon Sauvillers (cd&v team KLT), Steve Renders (N-VA) en Lien Van Thielen (Vlaams Belang).
4 onthoudingen: Rita Thijs (Actief2460), Mieke Wuyts (Actief2460), Luc Verrydt (Actief2460) en Koen Van Gorp (Actief2460).
 

Artikel 1 - om met ingang van 1 januari 2026 en voor een periode eindigend op 31 december 2031, een belasting te vestigen voor de aanleg en/of het inrichten door de gemeente van ontspanningszones en groenvoorzieningen in de gevallen bepaald in hoofdstuk 6 van de algemene stedenbouwkundige verordening, goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 april 2014.

 

Art. 2 – § 1 dat de belasting is verschuldigd door degene die een vergunning verkrijgt, verleend op basis van één van de onderstaande aanvragen, zoals bepaald in de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening:

 

1° een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en een aanvraag tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in functie van groepswoningbouw, waarbij minstens 10 wooneenheden worden opgericht en waarbij de voorziene zone voor gebruiksgroen wordt overgedragen aan het gemeentebestuur voor opname in het openbaar domein;

 

2° projecten die niet voldoen aan de voorwaarden vermeld in 1° en waarvoor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt aangevraagd door een bouwheer of verkavelaar wiens project aansluit op andere, door dezelfde bouwheer of verkavelaar te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, minstens 10 wooneenheden opricht;

 

3° een aanvraag tot functiewijziging waardoor er binnen een bestaand gebouw, verkavelings- of groepswoningbouwproject minstens 10 wooneenheden worden gerealiseerd.

 

§ 2 dat een vrijstelling wordt voorzien voor de vergunning die betrekking heeft op een project dat aangemeld is bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen via het Projectportaal conform de artikelen 4.13 en volgende van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen 2021.

 

Art. 3 – dat het bedrag van de belasting voor de inrichting van ontspanningszones en groenvoorzieningen, forfaitair wordt vastgesteld op:

• 1.527,75 euro per wooneenheid in de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen i.f.v. een meergezinswoning of functiewijziging;

• 305,55 euro per kavel/wooneenheid in de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en/of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in functie van groepswoningbouw in zoverre de voorziene zone voor gebruiksgroen wordt overgedragen aan het gemeentebestuur voor opname in het openbaar domein.

 

Art. 4 – dat de belasting wordt vastgesteld volgens de regels bepaald in de verordening die van kracht is op het ogenblik van de afgifte van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

 

Art. 5 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

Art. 6 – dat de belasting ingevorderd wordt door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 7 – dat het betaalde bedrag op een consignatie-rekening wordt geplaatst tot de werken worden aangevangen.

Bij een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt het geconsigneerde bedrag teruggestort in volgende gevallen:

•indien de werken niet werden aangevat binnen een termijn van 2 jaar na afgifte van de vergunning, waardoor de vergunning vervalt;

•indien de vergunninghouder verzaakt aan de verleende vergunning.

 

Bij een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt het geconsigneerde bedrag teruggestort in volgende gevallen:

•indien niet aan alle voorwaarden en lasten uit de vergunning is voldaan binnen de 5 jaar na afgifte van de vergunning, waardoor de vergunning vervalt;

•indien de verkavelaar verzaakt aan de verleende vergunning.

 

Art. 8 – dat de vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op ontspanningszones.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

8. Goedkeuring van het belastingreglement op reclame-inrichtingen 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat de plaatsing van reclame-inrichtingen het uitzicht van de gemeente schaadt; door het heffen van een belasting wenst het gemeentebestuur dergelijke reclame-inrichtingen te verminderen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat de plaatsing van reclame-inrichtingen het uitzicht van de gemeente schaadt; door het heffen van een belasting wenst het gemeentebestuur dergelijke reclame-inrichtingen te verminderen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 – om met ingang van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting te vestigen op reclame-inrichtingen die zichtbaar zijn vanaf een openbare weg.

Volgende definitie is tevens van toepassing:

Reclame-inrichtingen: dragers van merknamen van producten en diensten die te koop worden aangeboden of dragers waarop werving voor het kopen van merkproducten wordt aangeplakt.

 

Art. 2 - dat de belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon, die beschikt over het recht om gebruik te maken van de reclame-inrichting. Indien de gebruiker niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de reclame-inrichting.

 

Art. 3 - §1 dat  de belasting wordt vastgesteld als volgt: 125 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.

§2 dat de nuttige oppervlakte van de reclame-inrichting de oppervlakte is die voor het dragen van reclame kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.

Voor muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt. Hierbij wordt de totale met reclame bedekte oppervlakte beschouwd  als één geheel, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.

 

Art. 4 – dat van de belasting zijn vrijgesteld:

a) inrichtingen geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd;

b) de inrichtingen die alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen;

c) de inrichtingen die alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijke voorziene verkiezingen;

d) de inrichtingen geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak op voorwaarde dat die inrichtingen niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit aangewend worden;

e) alle publiciteit zoals uithangborden en lichtreclames van handelshuizen en hun filialen en dienstverlenende beroepen, op de plaats van de uitbating;

f) de inrichtingen, alhoewel zichtbaar van de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats der sportbeoefening.

 

Art. 5 - dat het tarief jaarlijks op 1 januari wordt geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

De bedragen in artikel 3 zijn de basisbedragen 2026.

 

Art. 6 - dat de belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 7- §1 dat de belasting ondeelbaar is en verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop de betrokken reclame-inrichting wordt geplaatst of weggenomen.

§2 dat de belastingplichtige een aangifteformulier ontvangt van de gemeente dat door hem behoorlijk moet worden ingevuld. Het moet ondertekend worden teruggestuurd uiterlijk voor 31 december van het aanslagjaar.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet zelf aangifte van de belastbare reclame-inrichting doen. Het aangifteformulier is ook ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website of kan opgevraagd worden bij de dienst financiën. De aangifte kan worden ingediend:

        op volgend adres: college van burgemeester en schepenen, t.a.v. dienst financiën, Markt 1, 2460 Kasterlee

        OF via het mailadres: fin@kasterlee.be  

        OF op digitale wijze via het e-loket op www.kasterlee.be

 

Dit aangifteformulier blijft geldig tot herroeping door de belastingplichtige.

 

§3 dat de reclame-inrichtingen die niet begrepen waren in de aanvankelijke aangifte of nieuw geplaatst zijn, door de belastingplichtige aangegeven moeten worden binnen de dertig dagen na plaatsing.

 

Art. 8 - dat overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ambtshalve ingekohierde belasting, kan worden verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art. 9 – dat de vestiging en invordering van de belasting en de regeling van de geschillen terzake, moet gebeuren volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op reclame-inrichtingen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

9. Goedkeuring opheffing van het retributiereglement op het opruimen van sluikstorten

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op artikel 16.6.3, §2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM);
 

Gelet op artikel 12, §1 Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);
 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 houdende goedkeuring van het retributiereglement op het opruimen van sluikstorten;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat een apart retributiereglement voor het opruimen van sluikstorten niet nodig is, maar dit kan verhaald worden via het retributiereglement voor het uitvoeren van werken en leveren van diensten aan derden;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op artikel 16.6.3, §2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM);
 

Gelet op artikel 12, §1 Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);
 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 houdende goedkeuring van het retributiereglement op het opruimen van sluikstorten;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat een apart retributiereglement voor het opruimen van sluikstorten niet nodig is, maar dit kan verhaald worden via het retributiereglement voor het uitvoeren van werken en leveren van diensten aan derden;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - met ingang van heden het retributiereglement op het opruimen van sluikstorten, goedgekeurd in de gemeenteraad van 22 oktober 2019, op te heffen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring opheffing retributie voor sluikstorten.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

10. Goedkeuring belastingreglement op vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Overwegende de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat evenementen een geconcentreerde publiekstoeloop teweegbrengen binnen een kort tijdsbestek en binnen eenzelfde beperkte ruimte en dat voor de gemeente daaruit extra verplichtingen en kosten voortvloeien op het vlak van veiligheid en orde en onderhoud van het openbaar domeinen en het logisch is deze door de organisatoren te doen dragen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Overwegende de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat evenementen een geconcentreerde publiekstoeloop teweegbrengen binnen een kort tijdsbestek en binnen eenzelfde beperkte ruimte en dat voor de gemeente daaruit extra verplichtingen en kosten voortvloeien op het vlak van veiligheid en orde en onderhoud van het openbaar domeinen en het logisch is deze door de organisatoren te doen dragen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 – dat voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een belasting geheven wordt op vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden.

 

Art. 2 - dat de belasting is verschuldigd door degene die gewoonlijk of bij gelegenheid op het grondgebied van de gemeente openbare vertoningen en vermakelijkheden organiseert en die daarvoor bezoekers of deelnemers toegangsgeld of om het even welk recht doet betalen.

Indien de identiteit van de organisator niet achterhaald kan worden, worden achtereenvolgens de huurder, de onderhuurder, de uitbater en de eigenaar van de zaal of inrichting als organisator beschouwd.

 

Art. 3 - dat de belasting per betalende bezoeker of toeschouwer bedraagt:

1. voor attractieparken met een oppervlakte gelijk of groter dan 1000 m²: 0,40 EUR

2. voor attractieparken met een oppervlakte kleiner dan 1000 m² en groter dan 500 m²: 0,15 EUR

3. voor attractieparken met een oppervlakte gelijk of kleiner dan 500 m²: 0,05 EUR

4. toneel, filmvoorstellingen en concerten: 0,15 EUR

5. golf: 0,05 EUR

6. circusvoorstellingen: 0,15 EUR

 

Onder attractiepark wordt verstaan: een amusementsoord waar ter ontspanning en vermaak één of meerdere attracties zijn opgesteld.

 

Art. 4 - dat van de belasting worden vrijgesteld :

1. Alle vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden ingericht door schoolcomités, schoolverenigingen en schoolgemeenschappen ten voordele van hun werking.

2. Alle  vertoningen, voorstellingen en  vermakelijkheden, wanneer zowel wordt aangetoond dat elk winstoogmerk uitgesloten wordt en het bewijs wordt geleverd dat ze georganiseerd worden door verenigingen waarvan de leden niet bezoldigd zijn.

3. Alle vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden georganiseerd door de gemeentelijke diensten of in samenwerking met de gemeentelijke diensten.

 

Art. 5 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

De bedragen vermeld in artikel 3 zijn de basisbedragen 2026.

 

Art. 6 - dat de belastingplichtige jaarlijks aangifte moet doen van de belastbare elementen, uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar.  De belastingplichtige die erom verzoekt kan maandelijks een aangifte indienen.

Het aangifteformulier is ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website of kan opgevraagd worden bij de dienst financiën. De aangifte kan worden ingediend:

        op volgend adres: college van burgemeester en schepenen, t.a.v. dienst financiën, Markt 1, 2460 Kasterlee

        OF via het mailadres: fin@kasterlee.be  

        OF op digitale wijze via het e-loket op www.kasterlee.be

 

Art. 7 - dat de belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 8 – dat overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invorderingen de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ambtshalve ingekohierde belasting, kan worden verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art. 9 - dat de vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op vertoningen en vermakelijkheden.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

11. Goedkeuring van het belastingreglement op riolering 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Overwegende dat nieuwe bewoning een bijkomende belasting vormt voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en afvoeren van hemelwater;

 

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Overwegende dat nieuwe bewoning een bijkomende belasting vormt voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en afvoeren van hemelwater;

 

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 – dat voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een belasting geheven wordt voor de aanleg door de gemeente van DWA en RWA voorzieningen en/of RWA en DWA aansluitingen, alsmede voor het herstel van de bestaande infrastructuur, in de gevallen bepaald in de artikelen 2.12 en 2.13 van de algemene stedenbouwkundige verordening, goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 april 2014.

 

Art. 2 – dat volgende definities van toepassing zijn:

DWA: droogweerafvoer in functie van het afvoeren van huishoudelijk afvalwater

RWA: regenwaterafvoer in functie van het afvoeren van hemelwater

 

Art. 3 - dat de belasting is verschuldigd door degene die een vergunning bekomt voor een verkaveling, meergezinswoning of voor een groepswoningbouwproject.

 

Art. 4 – dat de belasting wordt vastgesteld als volgt:

- Voor de aanleg van de DWA en RWA voorzieningen (met aansluiting) en het herstel van de bestaande infrastructuur bij een verkaveling, meergezinswoning of een groepswoningbouwproject tot en met 3 kavels/wooneenheden:

366,65 euro per strekkende meter verkavelingsbreedte of perceelsbreedte (in het geval van een meergezinswoning of groepswoningbouwproject) aan de straatkant.

- Voor het aanleggen van RWA en DWA aansluitingen en het herstel van de bestaande infrastructuur bij een verkaveling, meergezinswoning of een groepswoningbouwproject, als er reeds een bestaande riolering aanwezig is:

1.527,75 euro per kavel of per aangevraagde aansluiting in het geval van een meergezinswoning.

 

Art. 5 – dat bij een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen het bedrag op eenvoudig verzoek wordt teruggestort in volgende gevallen:

 indien de werken niet werden aangevat binnen een termijn van 2 jaar na afgifte van de vergunning, waardoor de vergunning vervalt;

 indien de vergunninghouder verzaakt aan de verleende vergunning.

 

Bij een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt het bedrag op eenvoudig verzoek teruggestort in volgende gevallen:

 indien niet aan alle voorwaarden en lasten uit de vergunning is voldaan binnen de  5 jaar na afgifte van de vergunning, waardoor de vergunning vervalt;

 indien de verkavelaar verzaakt aan de verleende vergunning.

 

Art. 6 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

De bedragen vermeld in artikel 4 zijn de basisbedragen 2026.

 

Art. 7 – dat de belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 8 - dat de vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring van de belasting op riolering.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

12. Goedkeuring van het belastingreglement op kermissen op openbaar domein 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;
 

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Overwegende dat de aanwezigheid van kermiskramen- en wagens verkeershinder en een hoger toezicht veroorzaken;
 

Overwegende dat dit extra kosten teweegbrengt voor de gemeente;
 

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;
 

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Overwegende dat de aanwezigheid van kermiskramen- en wagens verkeershinder en een hoger toezicht veroorzaken;
 

Overwegende dat dit extra kosten teweegbrengt voor de gemeente;
 

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 – om met ingang van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een belasting te vestigen op kermissen op openbaar domein.

 

Art. 2 – dat de belasting wordt vastgesteld als volgt:

 

a. voor de kermis in Kasterlee per kermisperiode:

kermisactiviteiten met een oppervlakte van (inclusief bijhorende installaties vb. koelwagen, kassa…. en eveneens de draaicirkel van naar buiten draaiende deuren):

<30 m²     55 euro

vanaf 31 m² tot en met 75 m²  135 euro

vanaf 76 m² tot en met 95 m²  205 euro

>95 m²     340 euro

 

b. voor de kermis in Lichtaart of Tielen per kermisperiode :

kermisactiviteiten met een oppervlakte van (inclusief bijhorende installaties vb. koelwagen, kassa…. en eveneens de draaicirkel van naar buiten draaiende deuren):

< 30 m²     55 euro

vanaf 31 m² tot en met 125 m²  85 euro

> 125 m²    135 euro

 

De bedragen vermeld in dit artikel, zijn de basisbedragen 2026.

 

Art. 3 – dat de belasting is verschuldigd door de gebruiker van de standplaats van de kermisactiviteit.

 

Art. 4 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

Art. 5 - dat de belasting contant moet worden betaald bij de toewijzing van de standplaats, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd. 

 

Art. 6  - dat de vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op kermissen op openbaar domein.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

13. Goedkeuring van het retributiereglement voor inname van het openbaar domein voor ambulante activiteiten

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 3 maart 2023 tot afschaffing van de voorafgaande machtiging voor de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten en tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;
 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 2023 tot wijziging van het KB van 22 juni 2003 betreffende de controletaak van de erkende ondernemingsloketten ter gelegenheid van de inschrijving van handels- of ambachtsondernemingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen, het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en tot opheffing van het KB van 24 september 2006 houdende vaststelling van de vergoeding van de erkende ondernemingsloketten voor het beheer van de machtigingen van ambulante activiteiten en van de machtigingen van kermisactiviteiten;
 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 3 maart 2023 tot afschaffing van de voorafgaande machtiging voor de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten en tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;
 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 2023 tot wijziging van het KB van 22 juni 2003 betreffende de controletaak van de erkende ondernemingsloketten ter gelegenheid van de inschrijving van handels- of ambachtsondernemingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen, het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en tot opheffing van het KB van 24 september 2006 houdende vaststelling van de vergoeding van de erkende ondernemingsloketten voor het beheer van de machtigingen van ambulante activiteiten en van de machtigingen van kermisactiviteiten;
 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST: 

17 stemmen ja: Bieke Van Ballaer (cd&v team KLT), Ward Kennes (cd&v team KLT), Guy Van de Perre (cd&v team KLT), Gert Storms (cd&v team KLT), Guy Hannes (N-VA), Ellen Peeters (cd&v team KLT), Robby Diels (cd&v team KLT), Bart Van Ossel (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Erwin Loos (cd&v team KLT), Julie Van Olmen (cd&v team KLT), Hanne Baeyens (cd&v team KLT), Karlijn Kemps (cd&v team KLT), Nathalie Obbers (N-VA), Toon Sauvillers (cd&v team KLT), Steve Renders (N-VA) en Lien Van Thielen (Vlaams Belang).
4 onthoudingen: Rita Thijs (Actief2460), Mieke Wuyts (Actief2460), Luc Verrydt (Actief2460) en Koen Van Gorp (Actief2460).
 

Art. 1 - §1 om met ingang van 1 januari 2026 een retributie te vestigen voor het privaat gebruik van het openbaar domein voor ambulante activiteiten.

 

§2 dat als ambulante activiteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop aan de consument van producten en bijkomstig van diensten die op deze producten betrekking hebben, door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt.

 

Art. 2 - dat de retributie is verschuldigd door degene die zich voor de uitoefening van zijn ambulante activiteit op het openbaar domein opstelt, ongeachte de aard van zijn koopwaren of van de inrichtingen.

 

Art. 3 – dat de retributie bedraagt: 0,6 EUR per vierkante meter ingenomen openbaar domein van de opstelling en per dag op basis van de vergunning.

De retributie bedraagt daarenboven voor de ambulante activiteit die gebruik maakt van de elektrische installatie (aansluitpunt ten laste van de gemeente) inclusief gebruik elektriciteit:

- 8,55 EUR per dag voor 220/240 volt;

- 25 EUR per dag voor 380 volt.

 

Art. 4 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex september 2025

 

Art. 5 - §1 dat zijn vrijgesteld van deze retributie per ingenomen m² openbaar domein: ambulante handelaars en kermisattracties die deelnemen aan evenementen of braderijen (bv. Sinksenfeesten, Pompoenmarkt).

 

§2 dat zijn vrijgesteld van retributie per ingenomen m² openbaar domein en gebruik elektriciteit: concessiehouders ambulante activiteit Kabouterberg.

 

Art. 6 – dat de heffingsplichtige alle elementen die nodig zijn voor het berekenen van de retributie moet vermelden in de vergunningsaanvraag voor de standplaats.

De retributie is eisbaar vanaf het ogenblik dat de standplaats ingenomen wordt.

De retributie is verschuldigd zolang het ophouden van het gebruik van de standplaats niet betekend werd aan het gemeentebestuur, behalve wanneer in de verleende vergunning een termijn wordt bepaald.

 

Art. 7 - dat de retributie is verschuldigd zonder dat de betrokkene aanspraak kan maken op enig onherroepelijk recht van concessie of erfdienstbaarheid op het openbaar domein. De betrokkene heeft de plicht om bij een eerste verzoek van het gemeentebestuur, het toegestaan gebruik op te heffen of te beperken zonder aanspraak te maken op enige vergoeding.

 

Het privaat gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico van de ambulante handelaar en onder zijn verantwoordelijkheid.

 

Art. 8 - dat de retributie betaalbaar is binnen de dertig dagen na toezending van het factuur.

 

Art. 9 - dat het retributiereglement voor handels- en beroepsinrichtingen op het openbaar domein, goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 november 2019, met ingang van 1 januari 2026 wordt opgeheven.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring ambulante activiteiten op openbaar domein.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

14. Goedkeuring van het belastingreglement op tweede verblijven 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Overwegende dat de gemeente belangrijke inspanningen levert aan de gehele gemeenschappelijke infrastructuur en gemeenschappelijke diensten;
 

Overwegende dat het verwerven van inkomsten via belastingen noodzakelijk is om de algemene uitgaven van de gemeente te financieren;
 

Overwegende dat het bestaan en het gebruik van woon- of verblijfsentiteiten waar niemand is ingeschreven in het bevolkingsregister aanleiding geeft tot kosten die door de gemeente worden gedragen betreffende investeringen in onder andere openbaar domein, openbare dienstverlening, veiligheid, administratie en afvalbeheersing. De gebruikers van tweede verblijven, zijnde de eigenaar, huurder of een andere gebruiker, halen voor die woon- of verblijfsentiteiten wel voordeel uit de gemeentelijke dienstverlening, doch dragen er niet fiscaal toe bij, zodat het redelijk verantwoord is dat ook zij een billijke bijdrage leveren en dat op de tweede verblijven een belasting wordt geheven;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Overwegende dat de gemeente belangrijke inspanningen levert aan de gehele gemeenschappelijke infrastructuur en gemeenschappelijke diensten;
 

Overwegende dat het verwerven van inkomsten via belastingen noodzakelijk is om de algemene uitgaven van de gemeente te financieren;
 

Overwegende dat het bestaan en het gebruik van woon- of verblijfsentiteiten waar niemand is ingeschreven in het bevolkingsregister aanleiding geeft tot kosten die door de gemeente worden gedragen betreffende investeringen in onder andere openbaar domein, openbare dienstverlening, veiligheid, administratie en afvalbeheersing. De gebruikers van tweede verblijven, zijnde de eigenaar, huurder of een andere gebruiker, halen voor die woon- of verblijfsentiteiten wel voordeel uit de gemeentelijke dienstverlening, doch dragen er niet fiscaal toe bij, zodat het redelijk verantwoord is dat ook zij een billijke bijdrage leveren en dat op de tweede verblijven een belasting wordt geheven;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 – dat er met ingang van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd wordt op de tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente Kasterlee.

 

Art. 2 - §1 dat als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsmogelijkheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, en ongeacht of de constructie in goede staat verkeert.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

- het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

- de tenten, woonaanhangwagens en verplaatsbare caravans, tenzij zij ten minste 6  maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te worden aangewend;

- de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar als hoofdverblijf werd aangewend;

 de woon- of verblijfsgelegenheid die werd opgenomen op een inventaris of register in het kader van de gemeentebelasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt.
 

§2 dat wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van dit reglement en het belastingreglement op het exploiteren van toeristische logies, alleen het belastingreglement op het exploiteren van toeristisch logies van toepassing is.

 

Art. 3 - §1 dat de belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf. Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt.

§2 dat in geval van vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht de belasting verschuldigd is door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder. De eigenaar is solidair gehouden tot betaling van de belasting.

§3 dat als één van de zakelijke rechten in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, de onverdeeldheid als belastingplichtige geldt. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van de algehele verschuldigde belasting.

 

Art. 4 - dat de belasting wordt vastgesteld op 675 EUR per tweede verblijf.

 

Art. 5 - dat het tarief jaarlijks op 1 januari geïndexeerd wordt als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

Art. 6 - dat de belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 7 - dat de belastingplichtige van het gemeentebestuur een aangifteformulier ontvangt dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor 31 maart moet worden teruggestuurd.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet zelf aangifte doen van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit, uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar.

De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

Het aangifteformulier is ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website of kan opgevraagd worden bij de dienst financiën. De aangifte kan worden ingediend:

        op volgend adres: college van burgemeester en schepenen, t.a.v. dienst financiën, Markt 1, 2460 Kasterlee

        OF via het mailadres: fin@kasterlee.be  

        OF op digitale wijze via het e-loket op www.kasterlee.be

 

Art. 8 - dat overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ambtshalve ingekohierde belasting, kan worden verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art. 9 – dat de vestiging en invordering van de belasting en de regeling van de geschillen terzake, gebeuren volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op tweede verblijven.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

15. Goedkeuring belastingreglement op het exploiteren van toeristische logies 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies (Logiesdecreet);
 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 20 augustus 2009 (VCRO) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat de toeristische logies moeten worden opgericht en uitgebaat in overeenstemming met de bepalingen uit de VCRO en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
 

Overwegende dat de toeristische logies in overeenstemming moeten zijn met de geldende stedenbouwkundige voorschriften conform de gewestplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en eventuele verkavelingsvergunningen;
 

Overwegende dat ‘niet-aangemelde logies’ :

        mee genieten van de gemeentelijke investeringen en initiatieven op toeristisch vlak;

        mogelijks extra-kosten voor de gemeente, brandweer en politie met zich meebrengen doordat niet bewezen is dat ze voldoen aan brandveiligheidsnormen, normen van hygiëne en comfort, juridische garanties qua toegelaten uitbating, hoedanigheid van de uitbater, enz.;

        evenzeer belast worden op basis van de werkelijke toestand waarin ze aangeboden worden als toeristische logies in de zin van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, en latere wijzigingen, en dit op basis van de inlichtingen waarover de gemeente beschikt;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
 

Gelet op het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies (Logiesdecreet);
 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 20 augustus 2009 (VCRO) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
 

Overwegende dat de toeristische logies moeten worden opgericht en uitgebaat in overeenstemming met de bepalingen uit de VCRO en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
 

Overwegende dat de toeristische logies in overeenstemming moeten zijn met de geldende stedenbouwkundige voorschriften conform de gewestplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en eventuele verkavelingsvergunningen;
 

Overwegende dat ‘niet-aangemelde logies’ :

        mee genieten van de gemeentelijke investeringen en initiatieven op toeristisch vlak;

        mogelijks extra-kosten voor de gemeente, brandweer en politie met zich meebrengen doordat niet bewezen is dat ze voldoen aan brandveiligheidsnormen, normen van hygiëne en comfort, juridische garanties qua toegelaten uitbating, hoedanigheid van de uitbater, enz.;

        evenzeer belast worden op basis van de werkelijke toestand waarin ze aangeboden worden als toeristische logies in de zin van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, en latere wijzigingen, en dit op basis van de inlichtingen waarover de gemeente beschikt;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - om met ingang van 1 januari 2026 voor een periode tot en met 31 december 2031 een belasting te heffen op het exploiteren van een toeristisch logies.

 

Art. 2 - om voor de toepassing van dit reglement te verwijzen naar de definities en de bepalingen in het decreet houdende het toeristische logies:
 

• toerist: elke persoon die zich met het oog op de vrijetijdsbesteding, ontspanning, persoonlijke ontwikkeling, beroepsuitoefening of zakelijk contact begeeft naar of verblijft in een andere dan zijn alledaagse leefomgeving;

 

• toeristisch logies: elke constructie, inrichting, ruimte of terrein, in eender welke vorm, dat aan één of meer toeristen tegen betaling de mogelijkheid tot verblijf biedt voor één of meer nachten, en dat wordt aangeboden op de toeristische markt;

 

• aanbieden op de toeristische markt: het op eender welke wijze publiek aanbieden van een toeristisch logies, hetzij als exploitant, hetzij via een tussenpersoon;

 

• exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toeristisch logies exploiteert, voor de rekening van wie een toeristisch logies wordt geëxploiteerd of die tot de exploitatie wordt gemachtigd op grond van een rechtsgeldige exploitatieovereenkomst;

 

• tussenpersoon: elke natuurlijke of rechtspersoon die op eender welke wijze tegen betaling bemiddelt bij het aanbieden van een toeristisch logies op de toeristische markt, promotie maakt voor een toeristisch logies of diensten aanbiedt via dewelke exploitanten en toeristen rechtstreeks met elkaar in contact kunnen treden;

 

Volgende definities zijn tevens van toepassing:

• kamergerelateerd logies: een inrichting met een of meer verhuureenheden of ene ruimte die mogelijkheid tot verblijf biedt bv. hotel, B&B, gastenkamer, vakantiewoning hostel …;

 

• terreingerelateerd logies: een toeristisch logies in centraal beheer waar op een afgebakend terrein wordt gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is;

 

• jeugdverblijf: een kamergerelateerd of terreingerelateerd logies waarvan per kalenderjaar minstens 70% van het totale aantal overnachtingen voor rekening zijn van georganiseerde jeugdgroepen;

 

• verplaatsbaar verblijf: een tent, een vouwwagen, een kampeerauto, een camper, een rijcaravan, een stacaravan of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies;

 

• niet-verplaatsbaar verblijf: een chalet, een bungalow, een vakantiehuisje, een trekkershut, een paviljoen of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies waarvoor een stedenbouwkundige vergunning, een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een stedenbouwkundig uittreksel is verleend, waaruit blijkt dat het verblijf vergund is of wordt geacht vergund te zijn;

 

• plaats op een terreingerelateerd logies: een plaats op een terreingerelateerd logies waarop door logerende toeristen in een al dan niet eigen verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf wordt overnacht, of die daarvoor bestemd of ingericht is;

 

• slaapplaats: ieder bed of iedere ruimte in een logiesaccommodatie waar één persoon kan slapen;

 

Art. 3 - §1 om voor de kamer gerelateerde logies de belasting vast te stellen op:

        zestig (60) euro per slaapplaats per jaar voor een aangemeld of vergund toeristisch logies;

        honderdtwintig (120) euro per slaapplaats per jaar voor een niet-aangemeld en ook niet-vergund toeristisch logies;
 

§2 om voor de terrein gerelateerde logies de belasting vast te stellen op:

        zestig (60) euro per jaar per verblijfplaats, seizoenplaats, camperplaats en toeristische kampeerplaats;

        dertig (30) euro per jaar per plaats op tentenweide;
 

§3 om voor jeugdverblijfscentra van type A, B of C de belasting vast te stellen op:

        dertig (30) euro per jaar per capaciteitsaantal per gebouw.

 

Art. 4 - dat de belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het/de toeristisch(e) logies exploiteert. De eigenaar van het onroerend goed waarin de exploitatie is gevestigd, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Art. 5 - dat deze belasting niet van toepassing is op:

- ziekenhuizen, woon- en zorgcentra;

- inrichtingen die geëxploiteerd worden door de gemeente Kasterlee;

- opvangcentra;

- internaten en onderwijsinstellingen;

- jeugdkamperen waarbij de deelnemers in tenten verblijven;

- studentenkamers.

 

Art. 6 - §1 dat de belasting voor aangemelde en vergunde logies wordt gevestigd op basis van alle gegevens die bij het gemeentebestuur gekend zijn op 3 januari van het aanslagjaar, ondermeer de gegevens van Toerisme Vlaanderen, Jeugdverblijven.be en de gegevens van de eigen dienst toerisme. Deze opsomming is niet limitatief.
 

§2 dat de belasting voor niet-aangemelde logies wordt gevestigd op basis van alle gegevens die bij het gemeentebestuur gekend zijn op een willekeurig gekozen datum van het aanslagjaar tussen januari en juni.

 

Art. 7 - dat de belasting ondeelbaar is en voor het ganse jaar verschuldigd.

 

Art. 8 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex september 2025

 

Art. 9 - dat de belasting wordt ingevorderd met een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10 - dat de vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op toeristische logies 2026 - 2031.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

16. Goedkeuring van het retributiereglement voor administratieve prestaties in de bibliotheek

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat er gestreefd wordt naar eenzelfde werking en reglement voor de bibliotheek van Kasterlee en Lille in het kader van het samenwerkingsproject;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat er gestreefd wordt naar eenzelfde werking en reglement voor de bibliotheek van Kasterlee en Lille in het kader van het samenwerkingsproject;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - dat met ingang van 1 januari 2026 ten laste van alle bezoekers die van de dienstverlening van de bibliotheek gebruik maken, een retributie wordt gevestigd. Dit reglement vervangt alle voorgaande retributiereglementen van de bibliotheek.

 

Art. 2 -  dat de retributie als volgt wordt vastgesteld:

- vervanging eerste lenerspas volwassenen: 1 euro.

 

- vervanging lenerspasje kinderen jonger dan 12 jaar vanaf derde lenerspasje: 1 euro.

 

- fotokopie/prints:

A4 zwart-wit: 0,20 euro

A4 kleur: 1 euro

A3 zwart-wit: 0,40 euro

A3 kleur: 1,50 euro

 

- schadevergoedingen:

 

       1 ) bij verlies of totale beschadiging van het ontleende werk moet de volledige kostprijs van het werk betaald worden. Deze volledige kostprijs is de aankoopprijs zoals vermeld in het bibliotheeksysteem.

 

Indien een werk meerdere elementen omvat en één of meerdere delen beschadigd of verloren zijn, zal het gehele werk worden vergoed indien de delen niet afzonderlijk kunnen aangekocht worden.

 

2) bij beschadiging, schoonmaken, reparatie, onherstelbare schade of verlies van multimedia wordt een bedrag aangerekend overeenkomstig de bewezen kosten voor herstelling of nieuwe aankoop volgens de prijzen die op dat moment in de handel gangbaar zijn.

 

- leenverkeer: werken of materialen die de bibliotheek niet in haar eigen collectie heeft, kunnen aangevraagd worden in een andere openbare bibliotheek mits betaling van 8 euro.

 

Art. 3 -  dat de retributie contant wordt geïnd bij afgifte.

 

Art. 4 - de bestemming, de modaliteiten voor de verkoop en de opbrengst van de afgevoerde bibliotheekmaterialen. Alle afgevoerde boeken die niet verkocht worden, mogen gratis in door het college goedgekeurde projecten gebruikt worden of weggebracht worden naar het recyclagepark.

 

Art. 5 - dat de gemeenteraad machtiging geeft aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven in dit retributiereglement aan te passen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring retributiereglement bibliotheek.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

17. Goedkeuring van het belastingreglement op opgravingen, verplaatsing graf of urne, begraving, asverstrooiing en bijzetting in columbarium 2026-2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

 

Gelet op artikel 15 Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Gelet op de wet van 28 januari 1975 betreffende de gemeentebelastingen op het lijkenvervoer;

 

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

 

Gelet op artikel 15 Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Gelet op de wet van 28 januari 1975 betreffende de gemeentebelastingen op het lijkenvervoer;

 

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - om vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een belasting te vestigen op enerzijds opgravingen en verplaatsingen van graven en urnen en anderzijds op de begraving, asverstrooiing en bijzetting in het columbarium van de personen vreemd aan de gemeente.

 

Art. 2 - dat de belasting wordt vastgesteld als volgt:

 

§1 voor opgravingen en verplaatsingen van:

- urnen: 161,35 EUR per opgraving of verplaatsing;

- graven: 1.613,30 EUR voor opgraving of voor verplaatsing.

 

Deze belasting is niet verschuldigd voor:

a) de opgravingen/verplaatsingen die op bevel van de rechterlijke overheid worden verricht;

b) de opgravingen/verplaatsingen, genoodzaakt door het overbrengen van een oud naar een nieuw kerkhof van lijken, die ter aarde werden besteld in een eeuwigdurende concessie gegeven begraafplaats;

c) de opgravingen/verplaatsingen van voor het vaderland gestorven militairen en burgers.

 

§2 voor begraving, asverstrooiing of bijzetting van personen vreemd aan de gemeente (zoals gedefinieerd in het UGP): 537,35 EUR per begraving, asverstrooiing of bijzetting van de as in het columbarium.

 

Deze belasting geldt niet voor op het grondgebied van de gemeente overleden of dood aangetroffen personen.

 

Art. 3 – dat de belasting is verschuldigd door de persoon die de opgraving, verplaatsing, begraving, asverstrooiing of bijzetting aanvraagt.

 

Art. 4 - dat de tarieven jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het belastingjaar

  gezondheidsindex september 2025

 

Art. 5 – dat de belasting contant betaald wordt tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Art. 6 - dat de vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring belasting op begraafplaatsen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

18. Goedkeuring van het retributiereglement op afgifte van administratieve stukken 2026 - 2031

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel II. 31, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op de Wet van 15 december 1980 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

 

Gelet op de Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

 

Gelet op de artikelen 50 - 67 Consulair Wetboek van 21 december 2013;

 

Gelet op het KB van 8 oktober 1981 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

 

Gelet op het KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;

 

Gelet op het KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

 

Gelet op artikel 2 van het ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;

 

Gelet op de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen;

 

Gelet op het wetboek van 28 juni 1984 van de Belgische nationaliteit;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op de omzendbrief van 8 december 2023 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken betreffende de implementatie van elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar;

 

Gelet op het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2023;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel II. 31, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op de Wet van 15 december 1980 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

 

Gelet op de Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

 

Gelet op de artikelen 50 - 67 Consulair Wetboek van 21 december 2013;

 

Gelet op het KB van 8 oktober 1981 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

 

Gelet op het KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;

 

Gelet op het KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

 

Gelet op artikel 2 van het ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;

 

Gelet op de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen;

 

Gelet op het wetboek van 28 juni 1984 van de Belgische nationaliteit;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op de omzendbrief van 8 december 2023 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken betreffende de implementatie van elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar;

 

Gelet op het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2023;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - een retributie te vestigen op de afgifte van administratieve stukken door het gemeentebestuur. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en vervangt het reglement, goedgekeurd op 19 december 2023.

 

Art. 2 - §1 het bedrag van de retributie vast te stellen als volgt:

 

Voor de afgifte van:

 

1. Elektronische identiteitskaart (EIK) :

•kaart afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 5,40 euro;

•kaart afgeleverd volgens de dringende procedure (spoed) met levering in de gemeente: 

productiekosten + 7,95 euro;

•EIK afgeleverd volgens de zeer dringende procedure (extreme spoed) met gecentraliseerde levering bij de FOD Binnenlandse Zaken in Brussel: de productiekosten + 7,95 euro;

 

2. Elektronisch identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar (Kids-Id):

•Kids-Id afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 1,20 euro;

•Kids-Id afgeleverd volgens de dringende procedure (spoed) met levering in de gemeente: de productiekosten + 7,35 euro;

•Kids-Id afgeleverd volgens de zeer dringende procedure (extreme spoed) met gecentraliseerde levering bij de FOD Binnenlandse Zaken in Brussel: de productiekosten + 7,35 euro;

 

3. Elektronische verblijfskaarten uitgereikt aan vreemde onderdanen:

•kaarten afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 5,40 euro;

•kaart afgeleverd volgens de dringende procedure (spoed) met levering in de gemeente: productiekosten + 7,95 euro;

 

4. Elektronische verblijfskaarten uitgereikt aan vreemde onderdanen jonger dan 12 jaar:

•kaarten afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 1,20 euro;

•kaart afgeleverd volgens de dringende procedure (spoed) met levering in de gemeente:

productiekosten + 7,35 euro;

 

5. Attest van immatriculatie:  2,70 euro;

 

6. Internationaal paspoort vanaf 18 jaar:

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 6,70 euro;

•afgeleverd volgens de spoedprocedure: de productiekosten + 13,45 euro;

•afgeleverd volgens de superspoedprocedure: de productiekosten + 13,45 euro;

 

7. Internationaal paspoort onder de 18 jaar

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 4,30 euro;

•afgeleverd volgens de spoedprocedure: de productiekosten + 10,40 euro;

•afgeleverd volgens de superspoedprocedure: de productiekosten + 10,40 euro;

 

8. Paspoort vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen vanaf 18 jaar:

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 6,70 euro;

•afgeleverd volgens de spoedprocedure: de productiekosten + 13,45 euro;

•afgeleverd volgens de superspoedprocedure: de productiekosten + 13,45 euro;

 

9. Paspoort vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen onder de 18 jaar:

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 4,30 euro;

•afgeleverd volgens de spoedprocedure: de productiekosten + 10,40 euro;

•afgeleverd volgens de superspoedprocedure: de productiekosten + 10,40 euro;

 

10. Elektronisch rijbewijs en elektronisch voorlopig rijbewijs:

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 6,70 euro;

 

11. Internationaal rijbewijs: de productiekosten + 12,10 euro;

 

12. §1 dat voor de afgifte van bestuursdocumenten in het kader van de uitoefening van het inzagerecht volgens het Bestuursdecreet een redelijke kostprijs gevraagd kan worden.

 

§2 dat het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt voor een afgifte van een bijlage 15bis, 19, 19ter, of 41bis van het KB van 8 oktober 1981 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen:

- eerste afgifte: 30 euro per bijlage;

- tweede afgifte: 60 euro per bijlage;

- derde afgifte: 90 euro per bijlage;

- vierde afgifte: 120 euro per bijlage;

- vijfde afgifte: 150 euro per bijlage;

- Er geldt een plafond van 150 euro per persoon voor alle afgiften na de vijfde.

 

§3 dat het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt voor het wijzigen van de voornaam:

- 150 euro per persoon;

- 15 euro voor transgender personen;

 

§4 dat het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt voor het aanvragen van de Belgische nationaliteit bij het indienen van het dossier bij de procureur des Konings:

- eerste gezinslid: 150 euro;

- minderjarige kinderen die ouder volgen bij het verkrijgen van de Belgische nationaliteit: gratis;

- andere meerderjarige gezinsleden die tegelijkertijd een dossier indienen bij de procureur des Konings: 100 euro per gezinslid;

- andere meerderjarige gezinsleden die op een later tijdstip een dossier indienen bij de procureur des Konings: 150 euro per gezinslid;

 

§5 dat het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt voor het verkrijgen van een huwelijksboekje bij een huwelijk in Kasterlee:

- eerste huwelijksboekje: gratis;

- tweede huwelijksboekje of op een later tijdstip een duplicaat van het huwelijksboekje: 25 euro;

 

Art. 3 - dat de tarieven, vermeld in artikel 2 §1, de basisbedragen 2026 zijn en zij jaarlijks worden geïndexeerd op 1 januari als volgt:

 

basisbedrag 2026 x gezondheidsindex september voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2025

 

Art. 4 - dat de retributie en de eventuele verzendingskosten bij de aanvraag van het stuk contant moeten worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

Art. 5 - dat de retributie op de afgifte van administratieve stukken niet mag worden toegepast als de geldende regelgeving bepaalt dat bepaalde stukken kosteloos moeten worden afgegeven.

 

Art. 6 - dat de gemeenteraad een machtiging geeft aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven voor de onder artikel 2 vermelde retributies aan te passen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring Retributie afgifte van administratieve stukken.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

19. Goedkeuring van de aanpassing van de rechtspositieregeling van het personeel van gemeente en OCMW Kasterlee

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
 

Gelet op de rechtspositieregeling van het personeel van gemeente en OCMW Kasterlee;
 

Gelet op het protocol van akkoord met de vakbonden van 24 september 2025;
 

Overwegende dat het noodzakelijk is om de evolutie naar de volgende salarisschalen vast te stellen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
 

Gelet op de rechtspositieregeling van het personeel van gemeente en OCMW Kasterlee;
 

Gelet op het protocol van akkoord met de vakbonden van 24 september 2025;
 

Overwegende dat het noodzakelijk is om de evolutie naar de volgende salarisschalen vast te stellen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - de aanpassing aan de rechtspositieregeling, gevoegd als bijlage bij deze beslissing, goed te keuren.

 

Art. 2 - opdracht te geven aan de administratie om de rechtspositieregeling te coördineren.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

20. Goedkeuring van het retributiereglement voor werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein 2026 - 2028

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het feit dat de gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;

 

Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;

 

Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;

 

Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Overwegende het nieuwe ontwerp van retributiereglement voorgesteld door Fluvius;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het feit dat de gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;

 

Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;

 

Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;

 

Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Overwegende het nieuwe ontwerp van retributiereglement voorgesteld door Fluvius;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - Algemeen
 

Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen omvatten:

- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voornoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.

 

Art. 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor:

- werken in rijwegen 10,24 euro;

- voor werken in voetpaden 7,88 euro;

- en voor werken in aardewegen 4,73 euro. 

Op deze basisbedragen wordt, naar analogie met de door de VRN goedgekeurde niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus. Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van drie jaar.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

 

Art. 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aan sluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, naar analogie met de door de VRN goedgekeurde niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Art. 4 - Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. 

 

Art. 5 - Definitief karakter

Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid. Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Punt bijlagen/links 20251028 Goedkeuring retributiereglement nutsvoorzieningen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

21. Goedkeuring van het retributiereglement voor de gemeentelijke vrijetijdsinfrastructuur

 

Dit agendapunt werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

22. Goedkeuring toetredingsovereenkomst eLys

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet van 14 juli 2025 over het platform voor overlijdensadministratie (eLys); het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van dit decreet;

 

Gelet op de brief van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Hilde Crevits, d.d. (zie bijlage), waarin lokale besturen worden verzocht de toetredingsovereenkomst te ondertekenen vóór 1 december 2025 om de overgang naar digitale overlijdensadministratie vanaf 1 januari 2026 te verzekeren;

 

Overwegende dat het eLys-platform de administratieve processen rond overlijdens digitaliseert en de gegevensuitwisseling tussen artsen, gemeenten en uitvaartondernemers vereenvoudigt;

 

Overwegende dat de aansluiting op eLys een verplichting vormt voor alle Vlaamse lokale besturen vanaf 1 januari 2026;

 

Overwegende dat de toetredingsovereenkomst de verantwoordelijkheden tussen de gemeenten en het Vlaams Datanutsbedrijf regelt met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens conform de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);

 

Overwegende dat de werkgroep Informatie en Cyberveiligheid van de VVSG het document juridisch heeft nagekeken en goedgekeurd;

 

Gelet op het decreet van 14 juli 2025 over het platform voor overlijdensadministratie (eLys); het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van dit decreet;

 

Gelet op de brief van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Hilde Crevits, d.d. (zie bijlage), waarin lokale besturen worden verzocht de toetredingsovereenkomst te ondertekenen vóór 1 december 2025 om de overgang naar digitale overlijdensadministratie vanaf 1 januari 2026 te verzekeren;

 

Overwegende dat het eLys-platform de administratieve processen rond overlijdens digitaliseert en de gegevensuitwisseling tussen artsen, gemeenten en uitvaartondernemers vereenvoudigt;

 

Overwegende dat de aansluiting op eLys een verplichting vormt voor alle Vlaamse lokale besturen vanaf 1 januari 2026;

 

Overwegende dat de toetredingsovereenkomst de verantwoordelijkheden tussen de gemeenten en het Vlaams Datanutsbedrijf regelt met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens conform de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);

 

Overwegende dat de werkgroep Informatie en Cyberveiligheid van de VVSG het document juridisch heeft nagekeken en goedgekeurd;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 – keurt de toetredingsovereenkomst tussen de gemeente Kasterlee en het Vlaams Datanutsbedrijf (Athumi) goed inzake het platform voor overlijdensadministratie (eLys).

 

Art. 2 - bezorgt een afschrift van dit besluit aan het Vlaams Datanutsbedrijf (Athumi) via het berichtencentrum van het Loket voor Lokale Besturen, zoals voorzien in de brief van de Vlaamse Regering.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

23. Goedkeuring ontwerpakte kosteloze grondafstand Bobbejaanland

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de ondertekende belofte voor grondafstand d.d. 11 december 2014;

 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 28 juni 2016 waarin de belofte werd goedgekeurd;

 

Gelet op het opmetingsplan inclusief de grondafstanden, opgemaakt door studiebureau Arcadis;

 

Gelet op de ontwerpakte, opgemaakt door  Dhr. Marc Luyckx, Vlaams commissaris bij de dienst vastgoedtransacties Antwerpen;

 

Gelet op de ondertekende belofte voor grondafstand d.d. 11 december 2014;

 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 28 juni 2016 waarin de belofte werd goedgekeurd;

 

Gelet op het opmetingsplan inclusief de grondafstanden, opgemaakt door studiebureau Arcadis;

 

Gelet op de ontwerpakte, opgemaakt door  Dhr. Marc Luyckx, Vlaams commissaris bij de dienst vastgoedtransacties Antwerpen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - de ontwerpakte voor de ontvangst van de bovengenoemde percelen goed te keuren.

 

Art. 2 - akkoord te gaan met de aktekosten van € 2.500,00 dewelke ten laste zijn van de ontvanger van de gronden.

 

Art. 3 - de percelen ten algemene nutte aan te wenden.

 

Art. 4 - opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen om alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit.

 

Art. 5 - de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad af te vaardigen om in te staan voor de ondertekening van de akte van bovengenoemde percelen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

24. Goedkeuring ontwerpakte grondafstand inzake verkaveling OMV_2023090751 (A202320) voor een perceel gelegen te De Hese, (afd. 1) sectie H nr. 234 D.

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Ingrid Voeten, Schoolstraat 13, 2460 Kasterlee inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling OMV_2023090751 (A202320) gelegen De Hese, 1ste afdeling, sectie H nr. 234 D;

 

Gelet op de verkavelingsvergunning OMV_2023090751 goedgekeurd d.d. 27/5/2024 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/2/2024;

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/2/2024 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemdeverkavelingsvergunningOMV_20223090751 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 7m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente;

 

Gelet op het opmetingsplan van Koen Wouters te Lille d.d. 12/12/2023, waarbij 7m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee;

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Ingrid Voeten, Schoolstraat 13, 2460 Kasterlee inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling OMV_2023090751 (A202320) gelegen De Hese, 1ste afdeling, sectie H nr. 234 D;

 

Gelet op de verkavelingsvergunning OMV_2023090751 goedgekeurd d.d. 27/5/2024 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/2/2024;

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/2/2024 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemdeverkavelingsvergunningOMV_20223090751 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 7m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente;

 

Gelet op het opmetingsplan van Koen Wouters te Lille d.d. 12/12/2023, waarbij 7m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - de grond gelegen in de verkaveling OMV_2023090751,  kadastraal gekend onder Kasterlee, De Hese, 1ste afdeling, sectie H nr. 234 D, zijnde 7m², aangeduid op het opmetingsplan van landmeter Koen Wouters, kosteloos te aanvaarden door de gemeente voor openbaar nut, ter opname ervan in het openbaar domein van de gemeente.

 

Art. 2 - goedkeuring te hechten aan de ontwerpakte.

 

Art. 3 - dat opdracht wordt gegeven aan het college van burgemeester en schepenen om alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit.

 

Art. 4 - dat alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, ten laste zijn van de verkavelaar.

 

Art. 5 - dat deze overdracht in hoofde van de gemeente aanvaard wordt onder de bindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon administratief toezicht (schorsings- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

25. Goedkeuring ontwerpakte grondafstand Waaiberg voor de verkavelingen A19974 en A19975

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Notura inzake de gratis grondafstand van de verkaveling A19974, gelegen Waaiberg, 1ste afdeling, sectie D nr. 158 E 3;

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Notura inzake de gratis grondafstand van de verkaveling A19975, gelegen Waaiberg, 1ste afdeling, sectie D nr. 129 D;

 

Gelet op de verkavelingsvergunningen A19974 goedgekeurd d.d. 5/8/1997 en A19975 goedgekeurd d.d. 5/8/1997 door het college van burgemeester en schepenen waarbij op het verkavelingsplan de gronden aangeduid staan als "in te lijven bij openbare weg";

 

Gelet op de toegevoegde kadastrale plannen d.d. 25/4/2025 waarop de gronden aangeduid staan;

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Notura inzake de gratis grondafstand van de verkaveling A19974, gelegen Waaiberg, 1ste afdeling, sectie D nr. 158 E 3;

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Notura inzake de gratis grondafstand van de verkaveling A19975, gelegen Waaiberg, 1ste afdeling, sectie D nr. 129 D;

 

Gelet op de verkavelingsvergunningen A19974 goedgekeurd d.d. 5/8/1997 en A19975 goedgekeurd d.d. 5/8/1997 door het college van burgemeester en schepenen waarbij op het verkavelingsplan de gronden aangeduid staan als "in te lijven bij openbare weg";

 

Gelet op de toegevoegde kadastrale plannen d.d. 25/4/2025 waarop de gronden aangeduid staan;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - de grond gelegen in de verkavelingen A19974 en A19975,  kadastraal gekend onder Kasterlee, Waaiberg, 1ste afdeling, sectie D nr. 158 E 3 en sectie D nr. 129 D, zijnde respectievelijk 15m² en 42m², kosteloos te aanvaarden door de gemeente voor openbaar nut, ter opname ervan in het openbaar domein van de gemeente.

 

Art. 2 - goedkeuring te hechten aan de ontwerpakte.

 

Art. 3 - dat opdracht wordt gegeven aan het college van burgemeester en schepenen om alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit.

 

Art. 4 - dat alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, ten laste zijn van de eigenaar.

 

Art. 5 - dat deze overdracht in hoofde van de gemeente aanvaard wordt onder de bindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon administratief toezicht (schorsings- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

26. Goedkeuring rooilijnplan en wegtracé inzake dossier OMV_2025009117 voor percelen gelegen te Kasterlee, 3e afdeling, Schaarstraat, sectie B nrs. 739h, 732d3 en 559k

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2025009117 (interne ref. OMV202599) ingediend door MEES, Retiesebaan 254, 2460 Kasterlee voor het slopen van de bestaande bebouwing, het bouwen van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten, het bouwen van een meergezinswoning met 21 woonentiteiten, het plaatsen van garages, het plaatsen van 2 fietsenbergingen, het aanleggen van verharding, het wijzigen van de rooilijn van de Schaarstraat en het plaatsen en exploiteren van 2 warmtepompen op percelen gelegen te Kasterlee, 3de afdeling, Kerkstraat en Schaarstraat, sectie B, nrs. 379H, 732D3 en 559K;

 

Gelet op artikel 40 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

 

Gelet op het Omgevingsvergunningsdecreet d.d. 25 april 2014, meer bepaald artikel 31;

 

Overwegende dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein; dat hierbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (hierna verder benoemd als het decreet gemeentewegen). De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt;

 

Overwegende dat op basis van artikel 12, §2 van het decreet gemeentewegen, in afwijking van artikel 11 van dat decreet, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, opgenomen kan worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover dit past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden;

 

Overwegende dat de vraag voorligt om, in functie van voornoemde omgevingsaanvraag op percelen gelegen Kerkstraat en Schaarstraat, 3e afdeling, sectie B, nrs. 379H, 732D3 en 559K het wegtracé van een deel van de huidige Schaarstraat te verleggen en de bestaande gemeenteweg te wijzigen;

 

Overwegende dat de nieuwe rooilijn een minimale breedte heeft van 9,10 meter en dat de nieuwe wegenis een verhardingsbreedte heeft van 4,60 meter; dat de grond gelegen binnen deze nieuwe rooilijn wordt overgedragen naar het openbaar domein;

 

Gelet op het ontwerp van rooilijnplan d.d. 20 juni 2025, opgemaakt door landmeter-expert Stef Geukens ter wijziging en verbreding van een gedeelte van de Schaarstraat;

 

Overwegende dat het ontwerp van rooilijnplan voldoet aan de bij en krachtens het decreet gemeentewegen gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen;

 

Overwegende dat overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbeluit d.d. 27 november 2015, de gemeenteraad kennis neemt van de bezwaren, opmerkingen en standpunten ingediend tijdens het openbaar onderzoek;

 

Overwegende dat de omgevingsvergunningsaanvraag ref. OMV_2025009117 en het bijhorende ontwerp van rooilijnplan aan een openbaar onderzoek werd onderworpen van 6 augustus 2025 tot en met 4 september 2025; dat tijdens dit openbaar onderzoek twee bezwaarschriften werden ingediend;

 

Overwegende dat in deze bezwaarschriften geen elementen zijn opgenomen die betrekking hebben op de zaak van de wegen; dat bijgevolg de beoordeling van de ingediende standpunten, bezwaren en opmerkingen door de vergunningverlenende overheid zal gebeuren;

 

Overwegende dat de Brandweerzone Taxandria - Hulpverleningszone 4 (Turnhout) op 9 september 2025 een ongunstig advies heeft uitgebracht met ref. KA0720-03 o.w.v. het ontbreken van stralingsberekeningen; dat n.a.v. dit advies de aanvrager de stralingsberekeningen aanleverde; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Fluvius als netbeheerder op 12 augustus 2025 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht i.f.v. de aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit en aanpassingen aan de bestaande elektriciteitsvoorzieningen; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Aquafin als rioolnetbeheerder op 15 september 2025 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht met ref. CS100175391; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Proximus op 30 juli 2025 een voorwaardelijk gunstig advies i.f.v. telecomdistributie; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Wyre op 19 september 2025 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht i.f.v. telecomdistributie; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende het voorwaardelijk gunstig advies van Toegankelijk Vlaanderen d.d. 13 augustus 2025 met ref.  20252039; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat de voorgestelde verplaatsing en verbreding van een gedeelte van de Schaarstraat qua ligging, breedte, uitrusting, materiaalgebruik en nutsvoorzieningen in overeenstemming is met de bepalingen uit de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening;

 

Overwegende dat de voorgestelde wijziging van de gemeenteweg inpasbaar is in het bestaande gemeentelijk wegennetwerk;

 

Overwegende dat de verbreding van Schaarstraat zorgt voor een verbeterde toegankelijkheid en ontsluiting van de aanwezige school in de Schaarstraat;

 

Overwegende dat de gronden gelegen, thans ten kadaster gekend onder Kasterlee, 3de afdeling, Schaarstraat, sectie B, nrs. 739h/deel en 732d3/deel zoals aangeduid als LOT A, en LOT B op het plan opgemaakt door landmeter-expert Stef Geukens, met respectievelijke oppervlaktes zijnde 29m² en 901m² binnen de nieuwe rooilijn vallen en dat deze dienen goedgekeurd te worden voor openbaar nut, ter opname van de openbare wegenis in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee;

 

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2025009117 (interne ref. OMV202599) ingediend door MEES, Retiesebaan 254, 2460 Kasterlee voor het slopen van de bestaande bebouwing, het bouwen van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten, het bouwen van een meergezinswoning met 21 woonentiteiten, het plaatsen van garages, het plaatsen van 2 fietsenbergingen, het aanleggen van verharding, het wijzigen van de rooilijn van de Schaarstraat en het plaatsen en exploiteren van 2 warmtepompen op percelen gelegen te Kasterlee, 3de afdeling, Kerkstraat en Schaarstraat, sectie B, nrs. 379H, 732D3 en 559K;

 

Gelet op artikel 40 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

 

Gelet op het Omgevingsvergunningsdecreet d.d. 25 april 2014, meer bepaald artikel 31;

 

Overwegende dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein; dat hierbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (hierna verder benoemd als het decreet gemeentewegen). De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt;

 

Overwegende dat op basis van artikel 12, §2 van het decreet gemeentewegen, in afwijking van artikel 11 van dat decreet, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, opgenomen kan worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover dit past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden;

 

Overwegende dat de vraag voorligt om, in functie van voornoemde omgevingsaanvraag op percelen gelegen Kerkstraat en Schaarstraat, 3e afdeling, sectie B, nrs. 379H, 732D3 en 559K het wegtracé van een deel van de huidige Schaarstraat te verleggen en de bestaande gemeenteweg te wijzigen;

 

Overwegende dat de nieuwe rooilijn een minimale breedte heeft van 9,10 meter en dat de nieuwe wegenis een verhardingsbreedte heeft van 4,60 meter; dat de grond gelegen binnen deze nieuwe rooilijn wordt overgedragen naar het openbaar domein;

 

Gelet op het ontwerp van rooilijnplan d.d. 20 juni 2025, opgemaakt door landmeter-expert Stef Geukens ter wijziging en verbreding van een gedeelte van de Schaarstraat;

 

Overwegende dat het ontwerp van rooilijnplan voldoet aan de bij en krachtens het decreet gemeentewegen gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen;

 

Overwegende dat overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbeluit d.d. 27 november 2015, de gemeenteraad kennis neemt van de bezwaren, opmerkingen en standpunten ingediend tijdens het openbaar onderzoek;

 

Overwegende dat de omgevingsvergunningsaanvraag ref. OMV_2025009117 en het bijhorende ontwerp van rooilijnplan aan een openbaar onderzoek werd onderworpen van 6 augustus 2025 tot en met 4 september 2025; dat tijdens dit openbaar onderzoek twee bezwaarschriften werden ingediend;

 

Overwegende dat in deze bezwaarschriften geen elementen zijn opgenomen die betrekking hebben op de zaak van de wegen; dat bijgevolg de beoordeling van de ingediende standpunten, bezwaren en opmerkingen door de vergunningverlenende overheid zal gebeuren;

 

Overwegende dat de Brandweerzone Taxandria - Hulpverleningszone 4 (Turnhout) op 9 september 2025 een ongunstig advies heeft uitgebracht met ref. KA0720-03 o.w.v. het ontbreken van stralingsberekeningen; dat n.a.v. dit advies de aanvrager de stralingsberekeningen aanleverde; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Fluvius als netbeheerder op 12 augustus 2025 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht i.f.v. de aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit en aanpassingen aan de bestaande elektriciteitsvoorzieningen; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Aquafin als rioolnetbeheerder op 15 september 2025 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht met ref. CS100175391; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Proximus op 30 juli 2025 een voorwaardelijk gunstig advies i.f.v. telecomdistributie; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat Wyre op 19 september 2025 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht i.f.v. telecomdistributie; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende het voorwaardelijk gunstig advies van Toegankelijk Vlaanderen d.d. 13 augustus 2025 met ref.  20252039; dat in dit advies geen voorwaarden werden opgenomen die betrekking hebben op de zaak der wegen;

 

Overwegende dat de voorgestelde verplaatsing en verbreding van een gedeelte van de Schaarstraat qua ligging, breedte, uitrusting, materiaalgebruik en nutsvoorzieningen in overeenstemming is met de bepalingen uit de gemeentelijke algemene stedenbouwkundige verordening;

 

Overwegende dat de voorgestelde wijziging van de gemeenteweg inpasbaar is in het bestaande gemeentelijk wegennetwerk;

 

Overwegende dat de verbreding van Schaarstraat zorgt voor een verbeterde toegankelijkheid en ontsluiting van de aanwezige school in de Schaarstraat;

 

Overwegende dat de gronden gelegen, thans ten kadaster gekend onder Kasterlee, 3de afdeling, Schaarstraat, sectie B, nrs. 739h/deel en 732d3/deel zoals aangeduid als LOT A, en LOT B op het plan opgemaakt door landmeter-expert Stef Geukens, met respectievelijke oppervlaktes zijnde 29m² en 901m² binnen de nieuwe rooilijn vallen en dat deze dienen goedgekeurd te worden voor openbaar nut, ter opname van de openbare wegenis in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - goedkeuring te hechten aan het rooilijnplan d.d. 20 juni 2025 zoals opgemaakt door landmeter-expert Stef Geukens, dat deel uitmaakt van de omgevingsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen inzake het oprichten van meergezinswoningen OMV_2025009117.

 

Art. 2 - goedkeuring te hechten aan het nieuwe wegtracé zoals voorgesteld in de omgevingsaanvraag OMV_2025009117 voor het slopen van de bestaande bebouwing, het bouwen van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten, het bouwen van een meergezinswoning met 21 woonentiteiten, het plaatsen van garages, het plaatsen van 2 fietsenbergingen, het aanleggen van verharding, het wijzigen van de rooilijn van de Schaarstraat en het plaatsen en exploiteren van 2 warmtepompen op percelen gelegen te Kasterlee, 3de afdeling, Kerkstraat-Schaarstraat, sectie B, nrs. 739H, 732D3 en 559K.

 

Art. 3 - de kosteloze overdracht van de gronden gelegen binnen de nieuwe rooilijn, evenals de wegenis, nutsvoorzieningen en groenzones, thans ten kadaster gekend onder Kasterlee, 3de afdeling, Schaarstraat, sectie B, nrs. 739h/deel en 732d3/deel, zoals aangeduid als LOT A en LOT B op het plan opgemaakt door landmeter-expert Stef Geukens, met respectievelijke oppervlaktes van 29m² en 901m², goed te keuren voor openbaar nut, ter opname van de openbare wegenis in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee. Deze kosteloze overdracht moet door de vergunningverlenende overheid als last worden opgenomen.

 

Art. 4 - aan het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit. De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de akte en alle erop betrekking hebbende stukken namens de gemeente Kasterlee te ondertekenen.

 

Art. 5 - dat alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, ten laste zijn van de aanvrager.

 

Art. 6 - dat de aanleg van de nieuwe weg en de nodige nutsvoorzieningen, conform de adviezen van de betrokken nutsmaatschappijen, moet gebeuren door en op kosten van de bouwheer. De gratis grondoverdracht moet gebeuren uiterlijk binnen een periode van 6 maanden na de definitieve oplevering van de wegeniswerken. Deze bepaling moet door de vergunningverlenende overheid als last worden opgenomen.

 

Art. 7 - dat deze overdracht in hoofde van de gemeente aanvaard wordt onder de bindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon administratief toezicht (schorsing- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Art. 8 - Overeenkomstig art. 31/1 van het omgevingsvergunningsdecreet kan tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53 van dat decreet. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid van dat decreet, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met ene beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52 van het decreet.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

27. Goedkeuring betreft de toekenning van een nominatieve subsidie aan Heemkundige Kring KLT voor de opslag van materiaal, deels eigendom van gemeente Kasterlee

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017 en meer bepaald artikel 41, 23°;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de Beleids- en beheerscyclus (BBC);

 

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC;

 

Gelet op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld door de gemeenteraad op 26/11/2024;

 

Gelet de wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

 

Overwegende het feit dat Heemkundige Kring KLT ook deels materialen bewaart die eigendom zijn van gemeente Kasterlee;

 

Overwegende het feit dat een financiering voor een gedeeltelijke tussenkomst in de huurbijdrage niet is opgenomen in algemeen meerjarenbeleidsplan (AMJP) en hiervoor een interne verschuiving mogelijk is;

 

Overwegende het feit dat een ondertekende huurovereenkomst ter beschikking is bij de administratie welke de maandelijkse huurbijdrage vermeld en getuigt van een langdurige oplossing voor opslag voor Heemkundige Kring KLT;

 

Overwegende het feit dat Heemkundige Kring KLT sinds september 2025 maandelijks huur betaalt (125 euro) en een tussenkomst van 50% resulteert in 250 euro voor 2025;

 

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017 en meer bepaald artikel 41, 23°;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de Beleids- en beheerscyclus (BBC);

 

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC;

 

Gelet op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld door de gemeenteraad op 26/11/2024;

 

Gelet de wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

 

Overwegende het feit dat Heemkundige Kring KLT ook deels materialen bewaart die eigendom zijn van gemeente Kasterlee;

 

Overwegende het feit dat een financiering voor een gedeeltelijke tussenkomst in de huurbijdrage niet is opgenomen in algemeen meerjarenbeleidsplan (AMJP) en hiervoor een interne verschuiving mogelijk is;

 

Overwegende het feit dat een ondertekende huurovereenkomst ter beschikking is bij de administratie welke de maandelijkse huurbijdrage vermeld en getuigt van een langdurige oplossing voor opslag voor Heemkundige Kring KLT;

 

Overwegende het feit dat Heemkundige Kring KLT sinds september 2025 maandelijks huur betaalt (125 euro) en een tussenkomst van 50% resulteert in 250 euro voor 2025;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - om een nominatieve subsidie voor een bedrag van 250 euro toe te kennen aan de Heemkundige Kring KLT voor tussenkomst in de huurbijdrage voor 2025.

 

Art. 2 - dat de gesubsidieerde zich engageert om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

28. Mondelinge vraag van raadslid Luc Verrydt/Volleybalpalen in de sporthal

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Luc Verrydt verwijst naar een problematiek van defecte volleybalpalen in de sporthal. Indien het net niet correct is opgesteld of voldoende is aangespannen, kan dit tot een forfait leiden. Hij geeft aan dat dit een bezorgdheid is van de volleybalclubs en vraagt wat de gemeente kan doen.

 

De burgemeester is op de hoogte van het probleem en citeert een mail vanuit de dienst vrijetijdsinfrastructuur. Hij besluit dat het voor hem duidelijk is: de volleybalclubs moeten het juiste materiaal hebben, en als er schade zou zijn door verkeerd gebruik van het materiaal, moeten de clubs deze schade vergoeden. Hij stelt voor een overleg ter plaatse te organiseren met de dienst vrijetijdsinfrastructuur, raadslid Verrydt, de gemeenteraadsvoorzitter en andere betrokkenen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 28 OKTOBER 2025

 

29. Mondelinge vraag van raadslid Rita Thijs/Alternatieve woonvormen in de gemeente

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Rita Thijs vraagt wanneer de visie en mogelijkheden voor nieuwe woonvormen realiteit worden, want er wordt al jaren over gepraat. Wordt dit samen met de buurgemeenten bekeken?

 

Schepen Gert Storms geeft aan dat de VCRO het kader bepaalt. Hij vervolgt dat de herziening van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening gepland is voor volgend jaar, en dat er ook een aantal RUP's voorzien worden in deze legislatuur. Hij verwijst ook naar het initiatief rond de verkoop van de gronden Herentalsesteenweg met specifieke voorwaarden om betaalbaar wonen voor jongeren, waar geen kandidaten voor kwamen opdagen. Hij besluit dat er intensief binnen Kordia wordt samengewerkt, en dat daar nu ook meer focus op het beleidsdomein ruimte komt.

 

Publicatiedatum: 26/11/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.