Notulen zitting van 24 JANUARI 2023

 

Aanwezig:

Bieke Van Ballaer, voorzitter;

Ward Kennes, burgemeester;

Guy Van de Perre, Gert Storms, Walter Van Baelen, Rob Guns, Sumati Adriaensen, schepenen;

Jeroen Van de Water, Robby Diels, Jan Biermans, Rita Thijs, Erwin Loos, William Van der Vennet, Jef Van Hemelen, Bart Sas, Marleen Verbeek, Stien Buts, Bart Van Ossel, Maria Van Laer, Ly Pauwels, Ilse Verachtert, Eddy Leysen, Fons Brosius, raadsleden;

Tom De Munter, algemeen directeur;

Verontschuldigd:

Loes Boonen, Jo Van de Water, raadsleden;

Afwezig:

 

 

De voorzitter opent de zitting.

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

1. Aktename ontslag gemeenteraadslid en eedaflegging opvolger

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op het schriftelijk ontslag van Koen Roefs als gemeenteraadslid voor N-VA d.d. 14 janauri 2023;

 

Overwegende dat de partij aangeeft dat Ly Pauwels in zijn plaats fractieleider wordt voor N-VA;

 

Gelet op het PV van de verkiezingen van 14 oktober 2018, waaruit blijkt dat Fons Brosius (Open Vld) de eerste opvolger is;

 

Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Fons Brosius;

 

Gelet op de eedaflegging van Fons Brosius in handen van de voorzitter van de gemeenteraad tijdens de openbare zitting;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op het schriftelijk ontslag van Koen Roefs als gemeenteraadslid voor N-VA d.d. 14 janauri 2023;

 

Overwegende dat de partij aangeeft dat Ly Pauwels in zijn plaats fractieleider wordt voor N-VA;

 

Gelet op het PV van de verkiezingen van 14 oktober 2018, waaruit blijkt dat Fons Brosius (Open Vld) de eerste opvolger is;

 

Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Fons Brosius;

 

Gelet op de eedaflegging van Fons Brosius in handen van de voorzitter van de gemeenteraad tijdens de openbare zitting;

 

BESLIST: 

Geloofsbrieven
eenparig.
 

Enig artikel - de geloofsbrieven van Fons Brosius worden goedgekeurd en er wordt akte genomen van zijn installatie als nieuw gemeenteraadslid vanaf 24 januari 2023

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

2. Goedkeuring notulen d.d. 20 december 2022

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de voorliggende notulen d.d 20 december 2022;

Overwegende dat de link naar de livestream van de vergadering werd toegevoegd;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de voorliggende notulen d.d 20 december 2022;

Overwegende dat de link naar de livestream van de vergadering werd toegevoegd;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - de notulen van de vorige zitting d.d. 20 december 2022 worden goedgekeurd

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links link livestream
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

3. Goedkeuring aankoop perceel grond Plaffeienstraat en goedkeuring ontwerpakte

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 27 juni 2011;

 

Overwegende dat overeenkomstig bovenvermelde beslissing, het perceel aangekocht door de provincie in het kader van de realisatie van het project 'Plaffeienstraat', na dat de straat werd aangelegd, uit de erfpacht aan de Geelse Huisvesting dient gehaald te worden en verkocht dient te worden aan de gemeente;

 

Gelet op de ontwerpakte in bijlage;

 

Gelet op het opmetingsplan in bijlage;

 

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 27 juni 2011;

 

Overwegende dat overeenkomstig bovenvermelde beslissing, het perceel aangekocht door de provincie in het kader van de realisatie van het project 'Plaffeienstraat', na dat de straat werd aangelegd, uit de erfpacht aan de Geelse Huisvesting dient gehaald te worden en verkocht dient te worden aan de gemeente;

 

Gelet op de ontwerpakte in bijlage;

 

Gelet op het opmetingsplan in bijlage;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - Het perceel bij het kadaster gekend als grond onder sectie G, nummer  340H met een oppervlakte van elf aren achtendertig centiaren (11a38ca) wordt aangekocht van de provincie Antwerpen voor 1138,00 euro, met doel het op te nemen in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee

 

Art. 2 - de ontwerpakte in bijlage wordt goedgekeurd

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

4. Goedkeuring van het algemeen kader van de selectieprocedure voor de directeur basisonderwijs

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 en latere aanvullingen (Schoolpactwet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs;

Gelet op het decreet rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 en de artikelen 19 en 42 in het bijzonder;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel;

Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel van Kasterlee;

Gelet op het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité van 17 januari 2023;

Gelet op de collegebeslissing van 5 december 2022 waarbij het rustpensioen van mevr. Viviane Wouters met ingang van 1 september 2023 werd aanvaard;

Overwegende dat de rechtspositieregeling voor het gemeente en OCMW-personeel niet van toepassing is op de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs;

Overwegende dat de Vlaamse onderwijsregelgeving weinig voorwaarden oplegt voor de aanstelling van een nieuwe directeur en geen voorwaarden voor de selectie van een nieuwe directeur;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 en latere aanvullingen (Schoolpactwet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs;

Gelet op het decreet rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 en de artikelen 19 en 42 in het bijzonder;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel;

Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel van Kasterlee;

Gelet op het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité van 17 januari 2023;

Gelet op de collegebeslissing van 5 december 2022 waarbij het rustpensioen van mevr. Viviane Wouters met ingang van 1 september 2023 werd aanvaard;

Overwegende dat de rechtspositieregeling voor het gemeente en OCMW-personeel niet van toepassing is op de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs;

Overwegende dat de Vlaamse onderwijsregelgeving weinig voorwaarden oplegt voor de aanstelling van een nieuwe directeur en geen voorwaarden voor de selectie van een nieuwe directeur;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - het algemeen kader vast te stellen voor de vaststelling van de selectieprocedure directeur basisonderwijs, gebaseerd op de bepalingen van de gemeentelijke rechtspositieregeling van Kasterlee.

 

Art. 2 - De aanwerving verloopt zoals bepaald is in de rechtspositieregeling van Kasterlee, titel 2- Indiensttreding, deel 2 - De aanwerving, afdeling 1 tot en met afdeling 3.

 

Art. 3 - Om in aanmerking te komen voor de aanwerving moeten de kandidaten voldoen aan de algemene aanwervingsvoorwaarden van artikel 19 en 40 van het decreet rechtspositie van sommige personeelsleden van het  gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 en aan volgende bijzondere aanwervingsvoorwaarden:

- op de uiterste inschrijvingsdatum een dienstanciënniteit van minstens 4 jaar hebben in het door de Vlaamse gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs als lid van het bestuurs- of onderwijzend personeel;

-  op het einde van de proefperiode beschikken over een attest van deelname aan de cursus kandidaat directeur of DHOS (diploma hogere opvoedkundige studiën);

- beschikken over rijbewijs B;

- slagen voor een vergelijkende selectieproef.

 

Art. 4 - De wervingsreserve wordt bepaald zoals voorzien in de artikelen 26 en 27 van de rechtspositieregeling van Kasterlee.

 

Art. 5 -

§1. De proeftijd loopt af, uiterlijk op het einde van het tweede volledige schooljaar dat de kandidaat heeft vervuld als directeur of bij het ontbreken van het diploma en/of bewijs van pedagogische bekwaamheid na het behalen van het diploma en/of bewijs van pedagogische bekwaamheid, uiterlijk 3 jaar na de start van de proefperiode.

 

§2. De procedure van de proeftijd wordt als volgt vastgelegd:

1. Binnen de modaliteiten bepaald door het college van burgemeester en schepenen, gebaseerd op het document "profiel directeur basisonderwijs" stelt de geselecteerde kandidaat, in samenspraak met het schoolbestuur, een beleidsplan voor. Daaruit voortvloeiend stelt de kandidaat een actieplan op.

2. De evaluatieperiode gebeurt in twee stappen:

a) de geselecteerde kandidaat stelt gedurende het eerste schooljaar een beleidsplan op en stelt dit afgewerkte beleidsplan voor op het einde van het eerste volledige schooljaar aan het schoolbestuur. De geselecteerde kandidaat presenteert tegelijkertijd een stappenplan waarin hij/zij bepaalt hoe de implementatie van het beleidsplan eruit zal zien en op welke termijn.

b) Een rapport van de realisaties van het actieplan wordt door de geselecteerde kandidaat voorgelegd ten laatste op 15 april van het tweede schooljaar aan het schoolbestuur.

 

§3. De evaluator is de algemeen directeur. De algemeen directeur kan zich laten bijstaan door een externe deskundige.

Om vast benoemd te worden dien je als laatste evaluatie geen evaluatie met de eindconclusie "onvoldoende" hebben verkregen in het desbetreffende selectie- of bevorderingsambt bij de inrichtende macht waar de vacante betrekking zich situeert. Als het personeelslid de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" kreeg in een instelling van de inrichtende macht die behoort tot een scholengemeenschap, dan geldt deze bepaling voor alle instellingen van deze inrichtende macht die behoren tot deze scholengemeenschap.  Als het personeelslid niet werd geëvalueerd, is de eindconclusie voldoende.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links 230117 ABC protocol directiefunctie (1).pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

5. Goedkeuring reglement leegstandsregister vanaf 1 januari 2023

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook de verplichting heeft om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het leegstandregister een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat  boek 2, deel 2, titel 3 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het leegstandregister bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat een gemeentelijke verordening de functies kan omschrijven die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen; Dat de gemeente deze niet heeft omschreven in onderhavig reglement; Dat dit tot gevolg heeft dat om de kwalificatie als ‘leegstaand’ te verhinderen,  een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 25 oktober 2010; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de intergemeentelijke administratie de leegstand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn;

 

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook de verplichting heeft om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het leegstandregister een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat  boek 2, deel 2, titel 3 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het leegstandregister bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat een gemeentelijke verordening de functies kan omschrijven die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen; Dat de gemeente deze niet heeft omschreven in onderhavig reglement; Dat dit tot gevolg heeft dat om de kwalificatie als ‘leegstaand’ te verhinderen,  een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 25 oktober 2010; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de intergemeentelijke administratie de leegstand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - het reglement op het register van leegstand van gebouwen en woningen, gevoegd als bijlage bij deze beslissing, goed te keuren.

 

Art. 2 - een afschrift van deze beslissing aan IOK over te maken.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links 20230124 reglement register leegstand 2023.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

6. Goedkeuring van de aanpassing van het belastingreglement op leegstand en woningen 2023 - 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een leegstandsheffing kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Gelet op het door de gemeenteraad van 24 januari 2023 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het wenselijk is dat de woningen en gebouwen in de gemeente optimaal benut worden;

Overwegende dat de gemeente langdurige leegstand van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een leegstandsheffing kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Gelet op het door de gemeenteraad van 24 januari 2023 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het wenselijk is dat de woningen en gebouwen in de gemeente optimaal benut worden;

Overwegende dat de gemeente langdurige leegstand van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

BESLIST: 

19 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ilse Verachtert (Open VLD), Fons Brosius (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
4 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Ly Pauwels (N-VA) en Eddy Leysen (N-VA).
 

Enig artikel - Met ingang van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op leegstand van gebouwen en woningen, volgens onderstaand reglement.

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden;

2° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

3° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

4° Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

5° Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of - melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in  laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

6° Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;

In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

7° Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

8° Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

9° Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning;

10° Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen;

11° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum.

 

2. LEEGSTANDSHEFFING

Artikel 2 - Belastbare grondslag

§1. Er wordt met ingang van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

§2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

§3. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting jaarlijks verschuldigd op de verjaardag van de opnamedatum.

§4. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing houder van het zakelijk recht is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht , vermeld in §1, op de verjaardag van de opnamedatum, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

– naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn

eigendomsaandeel;

– datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

– nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 - Berekening van de leegstandsheffing

§1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:

1° 1.320 euro voor een leegstaand gebouw;

2° voor een leegstaande woning:

a) 1.320 euro voor een eengezinswoning;

b) 132 euro voor een kamer;

c) 660 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

§2. Verhoging

Indien het gebouw of de woning een 2de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1° 1.650 euro voor een leegstaand gebouw;

2° voor een leegstaande woning:

a) 1.650 euro voor een eengezinswoning;

b) 165 euro voor een kamer;

c) 825 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

Indien het gebouw of de woning een 3de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1° 1.980 euro voor een leegstaand gebouw;

2° voor een leegstaande woning:

a) 1.980 euro voor een eengezinswoning;

b) 198 euro voor een kamer;

c) 990 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

Indien het gebouw of de woning een 4de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1° 2.310 euro voor een leegstaand gebouw;

2° voor een leegstaande woning:

a) 2.310 euro voor een eengezinswoning;

b) 231 euro voor een kamer;

c) 1.155 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

Indien het gebouw of de woning een 5de of volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1° 2.640 euro voor een leegstaand gebouw;

2° voor een leegstaande woning:

a) 2.640 euro voor een eengezinswoning;

b) 264 euro voor een kamer;

c) 1.320 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

§1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

2° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

3° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; de vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot 2 jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid;

4° de belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning , met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor één aanslagjaar.

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;

5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

6° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

7° gerenoveerd wordt via werken waarvoor wel of geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is:

7° 1) in geval van werken waarvoor wel een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is: blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat jaarlijks vooruitgang dient te worden geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal voor 3 opeenvolgende jaren volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, toegekend worden. Voor de eerste aanslag wordt de vrijstelling op basis van de vergunning toegekend. Voor de tweede en derde aanslag wordt de vrijstelling toegekend indien de belastingplichtige aantoont dat er op de datum van de verjaardag van de opnamedatum vooruitgang is geboekt t.o.v. het voorgaande jaar (o.b.v. foto’s, aankoopfacturen, overige documenten…)

7° 2) in geval van werken waarvoor geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is:  blijkens een renovatiedossier   dat de belastingplichtige zelf samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is, met dien verstande dat jaarlijks vooruitgang dient te worden geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend worden. Voor de eerste aanslag wordt de vrijstelling op basis van het renovatiedossier toegekend. Voor de tweede en derde aanslag wordt de vrijstelling toegekend indien de belastingplichtige aantoont dat op datum van de verjaardag van de opnamedatum vooruitgang is geboekt t.o.v. het voorgaande jaar (o.b.v. foto’s, aankoopfacturen, overige documenten…)

Voorafgaand aan de toekenning van bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de vooruitgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan kan de toekenning van de vrijstelling worden geweigerd.

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden

8° Gerenoveerd wordt blijkens een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed; deze vrijstelling kan voor maximaal drie aanslagjaren binnen een periode van 10 jaar;

9° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen;

10° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen;

11° vervat is in een project dat aangemeld is via het Projectportaal conform artikel 4.13 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 12° Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Artikel 6 - Indexering

De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar gezondheidsindex november 2019

 

Artikel 7 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en

uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8 - Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 - Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen zijn van toepassing op dit belastingreglement.

Artikel 11

De gemeenteraadsbeslissing van 23 november 2021 houdende goedkeuring van het belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links Aanpassing van het belastingreglement op leegstand en woningen 2023-2025.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

7. Goedkeuring van het reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen vanaf 1 januari 2023

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van  boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen  ook als taak heeft te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat  boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 27 juni 2017; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de intergemeentelijke administratie de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties in een technisch verslag; Dat dit kan leiden tot de opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Overwegende dat, om weer geschrapt te kunnen worden uit het register, de gebreken moeten worden aangepakt; Dat daarbij het wegwerken van louter één klein gebrek (categorie I; 3 punten) niet kan volstaan om geschrapt te worden uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen;

 

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;

Overwegende dat de gemeente op grond van  boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen  ook als taak heeft te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform);

Overwegende dat het register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen;

Overwegende dat  boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;

Overwegende dat de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid; Dat de gemeente deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 27 juni 2017; Dat de door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

Overwegende dat de intergemeentelijke administratie de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties in een technisch verslag; Dat dit kan leiden tot de opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Overwegende dat, om weer geschrapt te kunnen worden uit het register, de gebreken moeten worden aangepakt; Dat daarbij het wegwerken van louter één klein gebrek (categorie I; 3 punten) niet kan volstaan om geschrapt te worden uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, gevoegd als bijlage bij deze beslissing, goed te keuren.

 

Art. 2 - een afschrift van deze beslissing aan IOK over te maken.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links 20230124 reglement register verwaarlozing 2023.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

8. Goedkeuring van de aanpassing aan het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen 2023 - 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170 §4;

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Gelet op het door de gemeenteraad van 24 januari 2023 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente verwaarlozing van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170 §4;

Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Overwegende dat de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Gelet op het door de gemeenteraad van 24 januari 2023 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente verwaarlozing van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

BESLIST: 

19 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ilse Verachtert (Open VLD), Fons Brosius (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
4 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Ly Pauwels (N-VA) en Eddy Leysen (N-VA).
 

Enig artikel - Met ingang van1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op verwaarloosde gebouwen en woningen, volgens onderstaand reglement.

 

  1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

2° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

3° Register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;

4° Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

5° Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

6° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt opgenomen;

7° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum.

 

2. HEFFING op verwaarloosde woningen en gebouwen

Artikel 2 - Belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§2. De belasting voor een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§3. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen is geschrapt, blijft de belasting jaarlijks verschuldigd op de verjaardag van de opnamedatum.

§34. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op de verjaardag van de opnamedatum, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: – naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; – datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; – nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 - Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op: 1° 1.320 euro voor een verwaarloosd gebouw; 2° 1.320 euro voor een verwaarloosde woning.

§2. De belasting wordt vermenigvuldigd met het aantal termijnen van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§3. Voor elk gebouw of elke woning die opgenomen is in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en op 31 december 2016 nog opgenomen was in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, wordt de belasting vermenigvuldigd met het aantal volledige termijnen van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen was opgenomen.

§4. De belasting wordt ten hoogste vermenigvuldigd met vijf, ook bij gezamenlijke toepassing van §2 en §3.

§5. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

1° de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning, die die woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en die geen zakelijk recht heeft op een andere woning;

2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

3° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

4° de belastingplichtige waarvan de handelsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; de vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot 2 jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid;

5° de belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning;

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging;

4° gerenoveerd wordt via werken waarvoor wel of geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is

4° 1) in geval van werken waarvoor wel een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is: blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat jaarlijks vooruitgang dient te worden geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal voor 3 opeenvolgende jaren volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, toegekend worden. Voor de eerste aanslag wordt de vrijstelling op basis van de vergunning toegekend. Voor de tweede en derde aanslag wordt de vrijstelling toegekend indien de belastingplichtige aantoont dat er op de datum van de verjaardag van de opnamedatum vooruitgang is geboekt t.o.v. het voorgaande jaar (o.b.v. foto’s, aankoopfacturen, overige documenten…)

4° 2) in geval van werken waarvoor geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is:  blijkens een renovatiedossier   dat de belastingplichtige zelf samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is, met dien verstande dat jaarlijks vooruitgang dient te worden geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend worden. Voor de eerste aanslag wordt de vrijstelling op basis van het renovatiedossier toegekend. Voor de tweede en derde aanslag wordt de vrijstelling toegekend indien de belastingplichtige aantoont dat op datum van de verjaardag van de opnamedatum vooruitgang is geboekt t.o.v. het voorgaande jaar (o.b.v. foto’s, aankoopfacturen, overige documenten…)

Voorafgaand aan de toekenning van bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de vooruitgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan kan de toekenning van de vrijstelling worden geweigerd

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden

5° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen;

6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen;

 

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Artikel 6 – Indexering

De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar gezondheidsindex november 2019

 

Artikel 7 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8 - Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 - Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3.SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen zijn van toepassing op dit belastingreglement.

 

Artikel 11

De gemeenteraadsbeslissing van 23 november 2021 houdende goedkeuring van het belastingreglement op de verwaarloosde gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links Aanpassing aan het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen 2023-2025.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

9. Goedkeuring van de aanpassing van het retributiereglement voor inzamelen van afval inzake compostbakken en compostvaten

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het retributiereglement voor het inzamelen van afval zoals goedgekeurd in zitting van 15 december 2020 en gewijzigd in zitting van 27 april 2021;

Gelet op het retributiereglement voor het inzamelen van afval zoals goedgekeurd in zitting van 23 november 2021;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op het retributiereglement voor het inzamelen van afval zoals goedgekeurd in zitting van 15 december 2020 en gewijzigd in zitting van 27 april 2021;

Gelet op het retributiereglement voor het inzamelen van afval zoals goedgekeurd in zitting van 23 november 2021;

 

BESLIST: 

19 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ilse Verachtert (Open VLD), Fons Brosius (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
4 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Ly Pauwels (N-VA) en Eddy Leysen (N-VA).
 

Artikel 1 – Het retributiereglement voor de aanbreng van afval op het recyclagepark,

inzameling van afval en verkoop van materialen van 23 november  2021, wordt aangepast zoals hieronder aangegeven.

 

Art. 2 - Er wordt een retributie aangerekend op de aanvoer van afval op het gemeentelijk recyclagepark, de inzameling van afval en de verkoop van materialen.

 

AANVOER OP HET RECYCLAGEPARK

 

Art. 3 – Volgende retributie is van toepassing voor de aanvoer op het recyclagepark:

- 4,4 EUR per begonnen m³ op de aanvoer van snoeihout en/of boomstronken en B-hout

(niet verontreinigd behandeld houtafval);

- 4,4 EUR per begonnen m³ op de aanvoer van zuiver steenpuin of steenpuin met ijzer;

- 4,4 EUR per begonnen volume van 0,5 m³ op de aanvoer van cellenbeton, gipsplaat,

kalk, gips, harde plastiek, roofing, grof vuil;

- 4,4 EUR per treinbiels of per begonnen volume C-hout (verontreinigd behandeld

houtafval) van 0,5 m³;

 

Art. 4 – Volgende retributie is van toepassing op de aanvoer van platen asbestcement of

een vergelijkbare hoeveelheid gebonden asbesthoudend afval op het recyclagepark:

- per gezin per jaar kunnen 10 platen asbestcement of een vergelijkbare hoeveelheid

gebonden asbesthoudend afval gratis worden aangebracht op het recyclagepark;

- 4,4 EUR per begonnen schijf van 5 platen asbestcement of een vergelijkbare hoeveelheid

gebonden asbesthoudend afval;

- de maximale hoeveelheid die per gezin per jaar kan worden aangebracht op het

recyclagepark is 30 platen asbestcement of een vergelijkbare hoeveelheid gebonden

asbesthoudend afval.

 

Art. 5– De bovenstaande retributies moeten betaald worden met elektronische betaalkaart. Zolang nog voorradig kan nog betaald worden met  de gemeentelijke  knipkaart.

 

Art. 6

§1 – Onderstaande retributie is van toepassing op de aanbreng van Professioneel

Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten (AEEA), aangevoerd door

particulieren. Het betreft koelingen en diepvriezers afkomstig uit het professionele

circuit- die bij particulieren en verenigingen terecht komen. Professionele toestellen van

bedrijven worden niet aanvaard.

 

§2 – De retributie bedraagt 25 EUR per toestel. Deze retributie kan enkel betaald worden met elektronische betaalkaart.

 

Art. 7

§1– Onderstaande retributie is van toepassing op de aanvoer van piepschuim op het

recyclagepark:

Onder piepschuim wordt verstaan: EPS = geëxpandeerd polystyreen – recyclagenummer

06, te herkennen aan de ronde korrelvorm in de doorsnede.

Voor particulieren:

-hoeveelheden piepschuim kleiner dan 1 m³: gratis;

-hoeveelheden piepschuim van 1 m³ of meer: verplichte aanschaf van een hiervoor

bestemde zak van 1,4 m³ aan een retributie van 6,50 EUR per zak.

Voor niet-particulieren:

-verplichte aanschaf van een hiervoor bestemde zak van 1,4 m³ aan een retributie van

6,50 EUR per zak.

 

§2 – Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee,

zijn vrijgesteld van de retributie op de aanvoer van piepschuim op het recyclagepark.

 

§3 – Deze retributie kan enkel betaald worden met elektronische betaalkaart.

 

INZAMELING VAN AFVAL

 

Art. 8

§1 – Volgende retributie is van toepassing op de inzameling door de huisvuildienst van

P+MD en restafval. Ze is verschuldigd door degene die gebruik maakt van de dienstverlening en bedraagt:

- per gemeentelijke zak voor restafval van 60 liter: 1,65 EUR, te betalen bij

aankoop (wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2022);

- per gemeentelijke zak voor restafval van 30 liter: 1,1 EUR, te betalen bij aankoop (wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2022);

- per gemeentelijke zak voor P+MD van 60 liter: 0,15 EUR te betalen bij aankoop;

 

§2 – Jeugdcentra waarvan de lokalen gevestigd zijn op het grondgebied van de

gemeente Kasterlee en die aantonen dat ze hoofdzakelijk gericht zijn op jeugdwerking,

kunnen mits schriftelijke goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen

gemeentelijke PMD-zakken aankopen van 120 liter. Hiervoor bedraagt de retributie 0,15 EUR per zak, te betalen bij aankoop.

 

§3 - Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee,

zijn vrijgesteld van de retributie op de inzameling van restplastiek en PMD.

 

Art. 9 (wordt volledig opgeheven met ingang van 1 januari 2022)

§1 – Volgende retributie is van toepassing op de selectieve ophaling van GFT. Ze is

verschuldigd door degene die gebruik maakt van de dienstverlening en bedraagt:

- 4,4 EUR per lediging van een 120-liter container;

- 2,2 EUR per lediging van een 40-liter container.

 

§2 - De retributie voor de lediging van de container wordt betaald via de aankoop van

een groene afscheursticker voor de 120 liter container of een rode afscheursticker voor

de 40 liter container.

Uitzonderlijk kan de inning van de retributie gebeuren na toezending van een factuur die

betaald moet worden binnen 30 kalenderdagen. Dit kan enkel na uitdrukkelijke beslissing

van het college van burgemeester en schepenen.

 

§3 - De ophaling van GFT gebeurt enkel via de groene GFT-containers die door IOK ter

beschikking worden gesteld en die voorzien zijn van de hogervermelde sticker.

Aanlevering van GFT-afval op het recyclagepark is niet mogelijk.

Uitzonderlijk kan de ophaling gebeuren op basis van een lijst die het aantal te ledigen

containers bevat. Dit kan enkel na uitdrukkelijke beslissing van het college van

burgemeester en schepenen.

 

§4 - Elk gezin krijgt één GFT-container ter beschikking.

Een tweede container kan ter beschikking worden gesteld aan elk gezin dat is

ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente, tegen betaling van een

bijkomende retributie van:

- 55 EUR voor een 120 liter container;

- 44 EUR voor een 40 liter container.

Deze tweede container moet gereinigd op het recyclagepark worden binnengebracht op

het moment van inschrijving van het gezin in het bevolkingsregister van een andere

gemeente.

 

§5 - Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee,

zijn vrijgesteld van de retributie op de selectieve ophaling van GFT.

 

Art. 10

§1 - Volgende retributie is van toepassing op het op te halen grof vuil dat niet in de

voorgeschreven recipiënten geplaatst kan worden:

- vast bedrag van 25 EUR per ophaalbeurt;

- bijkomend bedrag van 8 EUR per aangeleverd stuk.

 

§2 - Deze retributie moet ten minste 10 dagen voor de ophaaldag betaald worden. De

betaler ontvangt een bewijs van betaling.

 

Art. 11 - De gemeenteraad geeft machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om het retributietarief te bepalen voor de inzameling van landbouwfolie.

 

VERKOOP VAN MATERIALEN

 

Art. 12

§1 – Volgende retributie wordt vastgesteld voor de verkoop op het recyclagepark van:

- een compostbak 35 EUR

- een compostvat 27 EUR

- een extra beluchtingsstok 5 EUR

- een zak compost van 40 liter 4 EUR

- een zak potgrond van 50 liter 4 EUR

- voor landbouwers: per 50-liter vat voor medisch afval afkomstig van de verzorging van dieren door de landbouwer: 30 EUR

 

Onderwijsinstellingen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Kasterlee, zijn

vrijgesteld van de retributie voor maximaal 3 compostbakken of vaten per inrichting.

 

§2 - Volgende retributie wordt vastgesteld voor de verkoop aan het onthaal van het gemeentehuis van:

-1 rol biodegradeerbare zakken met 10 zakken van 120 liter 6 EUR

-Papieren zakken voor inzameling GFT: pakket van 80 zakken van 8 liter: 6 EUR

 

Art. 13 – De retributies vermeld in artikel 12 §1 moeten betaald worden met een elektronische betaalkaart.

 

Art. 14- Binnen de grenzen aangegeven door de tarief-afspraken in de IOK-regio, worden de tarieven jaarlijks op 1 januari geïndexeerd, met uitzondering van de tarieven voor een compostbak, een compostvat, een extra beluchtingsstok en een 50-liter vat voor medisch afval, als volgt:

 

Basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

Gezondheidsindex november 2019

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Punt bijlagen/links Aanpassing van het retributiereglement voor inzamelen van afval inzake compostbakken en co.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

10. Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst discipline 5 (communicatie) in noodsituaties tussen Turnhout, Oud-Turnhout, Kasterlee en Lille

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 2, 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties;

 

Overwegende dat de communicatiediensten van Stad Turnhout, gemeente Oud-Turnhout, gemeente Kasterlee en gemeente Lille in crisissituaties op onvoldoende vervanging en assistentie kunnen rekenen binnen hun eigen bestuur voor de verwachte taken in het crisiscentrum. Dit bleek uit eerdere gemeentelijke en provinciale rampenoefeningen;

 

Overwegende dat de communicatiediensten van Turnhout, Oud-Turnhout, Kasterlee en Lille de expertise wensen te bundelen wanneer zich in een van de vier gemeenten een noodsituatie voordoet en de territoriaal bevoegde burgemeester de gemeentelijke fase afkondigt. Expertise delen betekent in dit geval een sterke efficiëntiewinst;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 2, 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties;

 

Overwegende dat de communicatiediensten van Stad Turnhout, gemeente Oud-Turnhout, gemeente Kasterlee en gemeente Lille in crisissituaties op onvoldoende vervanging en assistentie kunnen rekenen binnen hun eigen bestuur voor de verwachte taken in het crisiscentrum. Dit bleek uit eerdere gemeentelijke en provinciale rampenoefeningen;

 

Overwegende dat de communicatiediensten van Turnhout, Oud-Turnhout, Kasterlee en Lille de expertise wensen te bundelen wanneer zich in een van de vier gemeenten een noodsituatie voordoet en de territoriaal bevoegde burgemeester de gemeentelijke fase afkondigt. Expertise delen betekent in dit geval een sterke efficiëntiewinst;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - Stad Turnhout, gemeente Oud-Turnhout, gemeente Kasterlee en gemeente Lille verklaren zich akkoord via ingesloten intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst Discipline 5 – communicatie in noodsituaties dat de betreffende communicatiediensten elkaars hulp en expertise kunnen inroepen bij noodsituaties in één van de betreffende gemeenten.

 

Art. 2 - Stad Turnhout, gemeente Oud-Turnhout, gemeente Kasterlee en gemeente Lille met hieronder vermeld hun adresgegevens en vertegenwoordigers

 

Stad Turnhout, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout, vertegenwoordigd door vertegenwoordigd door Peter Segers, voorzitter gemeenteraad en waarnemend algemeen directeur Anja Antonissen

Gemeente Oud-Turnhout, Dorp 31, 2360 Oud-Turnhout, vertegenwoordigd door burgemeester Bob Coppens en algemeen directeur Bie De Busser

Gemeente Kasterlee, Markt 1, 2460 Kasterlee, vertegenwoordigd door burgemeester Ward Kennes en algemeen directeur Tom De Munter

Gemeente Lille, Rechtestraat 44, 2275 Lille, vertegenwoordigd door burgemeester Marleen Peeters en waarnemend algemeen directeur Wim Verhulst

 

Zijn overeengekomen wat volgt:

 

In een noodsituatie (ook wanneer het coördinatiecomité nog niet officieel bijeengeroepen is) kunnen de medewerkers van de communicatiediensten van Turnhout, Oud-Turnhout,  Kasterlee en Lille op elkaar beroep doen en elkaars assistentie en/of vervanging inroepen. Dit gebeurt op vrijwillige basis.


De ingeroepen medewerkers hebben de toelating om tijdens de werkuren onmiddellijk hun eigen taken stop te zetten en zich naar de getroffen gemeente te begeven. De monodisciplinaire plannen D5 worden afgestemd op elkaar en zijn alle drie gekend door de communicatiediensten van Stad Turnhout, gemeente Oud-Turnhout, gemeente Kasterlee en gemeente Lille. 

Het coördinatiecomité zal steeds in de getroffen gemeente bijeenkomen.

 

Deze samenwerkingsovereenkomst werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Kasterlee op 24 januari 2023. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd. Indien een van de partijen uit de samenwerking wenst te stappen, kan dit enkel mits schriftelijke kennisgeving, uiterlijk op 1 oktober van het lopende jaar.
 

Stad Turnhout, gemeente Oud-Turnhout, gemeente Kasterlee en gemeente Lille hebben dezelfde afspraken voor recuperatie van uren en telefoonkosten gedurende de tijdspanne van de noodsituatie. In een noodsituatie in een van de betreffende gemeenten zullen de assistenten of vervanging van D5 als volgt vergoed worden:

 

De noodsituatie doet zich voor tijdens de normale werkuren:

 

De werknemers worden betaald door de eigen werkgever. Ze werken weliswaar niet voor hun eigen gemeente maar assisteren de collega’s in een noodsituatie. Het hoger doel primeert.

 

De noodsituatie doet zich voor ‘s avonds na de werkuren, ‘s nachts of tijdens het weekend:

 

Volgens de rechtpositieregeling krijgen de werknemers een verstoringstoelage en overuren bij hun eigen werkgever. Ze werken weliswaar niet voor hun eigen gemeente maar helpen collega’s in een noodsituatie. Het hoger doel primeert.

 

Onkosten (bv. telefoon of vervoer) worden gedekt door de eigen gemeente.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

11. Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst rond noodplanning en crisisbeheer Kasterlee, Lille, Oud-Turnhout en Turnhout.

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de samenwerking tussen de gemeenten Lille, Oud-Turnhout en Kasterlee en de stad Turnhout op vlak van organisatie van de veiligheidscel;

 

Gelet op het artikel 4 van het KB van 22 mei 2019;

Overwegende dat in het verleden reeds noodplanningscoördinatoren werden opgeroepen om bijstand te leveren bij een calamiteit in een andere gemeente;

Overwegende dat het aangeraden is om een samenwerkingsovereenkomst op te maken zodat taken, werkingsmiddelen, ... officieel worden vastegelegd;

 

Overwegend dat de NPC van Turnhout een ontwerp samenwerkingsovereenkomst heeft opgemaakt;

 

Gelet op de samenwerking tussen de gemeenten Lille, Oud-Turnhout en Kasterlee en de stad Turnhout op vlak van organisatie van de veiligheidscel;

 

Gelet op het artikel 4 van het KB van 22 mei 2019;

Overwegende dat in het verleden reeds noodplanningscoördinatoren werden opgeroepen om bijstand te leveren bij een calamiteit in een andere gemeente;

Overwegende dat het aangeraden is om een samenwerkingsovereenkomst op te maken zodat taken, werkingsmiddelen, ... officieel worden vastegelegd;

 

Overwegend dat de NPC van Turnhout een ontwerp samenwerkingsovereenkomst heeft opgemaakt;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - De samenwerkingsovereenkomst in bijlage rond noodplanning en crisisbeheer Kasterlee, Lille, Oud-Turnhout en Turnhout goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

12. Kennisname van het algemeen nood- en interventieplan (ANIP) van Kasterlee.

 

De gemeenteraad,

 

 

 

Artikel 1 - Neemt kennis van het algemeen nood- en interventieplan van de gemeente Kasterlee overeenkomstig GDPR (zonder privacy gevoelige gegevens) en met de bijhorende fiches in bijlage zijnde:
-fiche I0 contactgegevens, I1 gemeentelijk crisisentrum,I2 risico inventaris,I3 onthaalcentra en I4 evacuatiezones
-fiche P1.1 waarschuwingsprocedure, 2.1 afkondiging operationele coördinatie, 2.2 aanduiding DIR CP-Ops, 2.3 werking CP-Ops, 2.4 samenroepen CP-Ops en 2.5 organisatie van het interventieterrein
-fiche P3.1 afkondiging fase, 3.2 samen roepen CC, 3.3 werking CC en 3.4 alarmeringsschema oproepen intern - ondersteunend personeel
-fiche P4.1 multidisciplinaire communicatie
-fiche P5.1 schuilen en 5.2 evacuatie
-fiche P7.1 opvordering, 7.1 T1 modelbesluit opvordering -T2 bericht van ontvangst opvordering -T3 ontvangsbewijs van de opgevorde instanties
-fiche P8.1 opschaling, 8.2 opheffing operationele coördinatie en 8.3 opheffing-afschaling fase
-fiche P9.1 nazorg
-ANIP Kasterlee - bijlage 1    
 

Art. 2 - Afschrift van deze kennisname zal samen met het ontwerp ANIP worden verspreid onder de leden van de IGVC, de Gouverneur van de provincie Antwerpen en de provinciale dienst noodplanning.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

13. Goedkeuring ontwerpakte grondafstand inzake verkaveling A20222, op naam van Lars Nuyts, Lage Rielen 64, 2460 Kasterlee. Voor een perceel gelegen Kasterlee, Boslaan, 1ste afdeling, sectie G, nr. 400 S

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Herbert Stynen inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling A20222 gelegen Boslaan, 1ste afdeling, sectie G nr. 400 S.

 

Gelet op de verkavelingsvergunning A20222 goedgekeurd d.d. 22/08/2022 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 26/04/2022.

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 26/04/2022 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemde verkavelingsvergunning A20222 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 55 m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente.

 

Gelet op het opmetingsplan van Lars Nuyts te Kasterlee d.d. 26/01/2022, waarbij 55 m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee.

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Herbert Stynen inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling A20222 gelegen Boslaan, 1ste afdeling, sectie G nr. 400 S.

 

Gelet op de verkavelingsvergunning A20222 goedgekeurd d.d. 22/08/2022 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 26/04/2022.

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 26/04/2022 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemde verkavelingsvergunning A20222 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 55 m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente.

 

Gelet op het opmetingsplan van Lars Nuyts te Kasterlee d.d. 26/01/2022, waarbij 55 m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee.

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - De grond gelegen in de verkaveling A20222,  kadastraal gekend onder Kasterlee, Boslaan, 1ste afdeling, sectie G nr. 400 S, zijnde 55 m², aangeduid op het opmetingsplan van landmeter Lars Nuyts, wordt kosteloos aanvaard door de gemeente voor openbaar nut, ter opname ervan in het openbaar domein van de gemeente.

 

Art. 2 - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte.

 

Art. 3 - Er wordt opdracht gegeven aan het college van burgemeester en schepenen om

alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit.

 

Art. 4 - Alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, zijn ten laste

van de verkavelaar.

 

Art. 5 - Deze overdracht wordt in hoofde van de gemeente aanvaard onder de

bindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar

toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon

administratief toezicht (schorsings- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

14. Goedkeuring ontwerpakte grondafstand inzake verkaveling A20181, Studiebureau Verhaert, Kasteelstraat 9, 2280 Grobbendonk. Voor een perceel gelegen Kasterlee, De Meere, 1ste afdeling, sectie G, nr. 1 K

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Herbert Stynen inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling A20181 gelegen De Meere, 1ste afdeling, sectie G nr. 1K.

 

Gelet op de verkavelingsvergunning A20181 goedgekeurd d.d. 11/06/2018 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 24/04/2018.

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 24/04/2018 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemde verkavelingsvergunning A20181 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 29 m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente.

 

Gelet op het opmetingsplan van SBV studiebureau verhaert te Grobbendonk d.d. 22/01/2018, waarbij 29 m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee.

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Herbert Stynen inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling A20181 gelegen De Meere, 1ste afdeling, sectie G nr. 1K.

 

Gelet op de verkavelingsvergunning A20181 goedgekeurd d.d. 11/06/2018 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 24/04/2018.

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 24/04/2018 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemde verkavelingsvergunning A20181 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 29 m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente.

 

Gelet op het opmetingsplan van SBV studiebureau verhaert te Grobbendonk d.d. 22/01/2018, waarbij 29 m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee.

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - De grond gelegen in de verkaveling A20181, kadastraal gekend onder Kasterlee, De Meere, 1ste afdeling, sectie G nr. 1 K, zijnde 29 m², aangeduid op het opmetingsplan van landmeter SBV studiebureau verhaert, wordt kosteloos aanvaard door de gemeente voor openbaar nut, ter opname ervan in het openbaar domein van de gemeente.

 

Art. 2 - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte.

 

Art. 3 - Er wordt opdracht gegeven aan het college van burgemeester en schepenen om

alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit.

 

Art. 4 - Alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, zijn ten laste

van de verkavelaar.

 

Art. 5 - Deze overdracht wordt in hoofde van de gemeente aanvaard onder de

bindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar

toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon

administratief toezicht (schorsings- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

15. Aanstelling gewestelijke vaststellers voor de gemeentelijke administratieve sancties voor de gemeente Kasterlee - aanvulling

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°;

 

Gelet op het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 25 mei 2021 tot goedkeuring van het uniform gemeentelijk politiereglement;

 

Overwegende de noodzaak om deze gewestelijke personeelsleden aan te stellen als vaststeller gemeentelijke administratieve sancties met het oog op de sanctionering via een gemeentelijke administratieve sanctie van overtredingen op de bepalingen van gemeentelijke reglementering de binnen hun welomschreven bevoegdheid te situeren zijn; dat deze gewestelijke vaststellers enkel binnen volgende, in het uniform gemeentelijk politiereglement omschreven, bevoegdheid mogen optreden:

 

 1. Uitwerpselen van dieren:

  - Afdeling II: 'Veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en                               wegen met een openbaar karakter', hoofdstuk III: 'Het verkeer en laten                                                         rondlopen van dieren', artikels 6, 7 en 15

  - Afdeling IV: 'Openbare gezondheid', hoofdstuk I: 'Reinheid van de gemeente',                artikels 14 en 16

 

 2. Zwerfvuil:

  - Afdeling IV: 'Openbare gezondheid', hoofdstuk I: 'Reinheid van de gemeente',                artikels 1, 2, 3 en 16;

 

Overwegende dat volgende gewestelijke personeelsleden de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de PAULO-Politieopleiding hebben gevolgd:

Remco Van Ransbeeck, Marc Dejaegere en Ronny Moors (datum opleiding: van 29 september tot en met 8 oktober 2021); Mark Deneyer en Bram Jordens (datum opleiding: van 7 maart 2022 tot en met 14 maart 2022); David Jordens,

Wim Cox, Nemo Brailly, Frederick Walumona, Dideke Devos, Selene Bens

Chris Dokens, Gert Holderbeke, Yolande Hauwaert en Christophe Roberti (datum opleiding: van 26 september 2022 tot en met 30 september 2022).

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door Campus Vesta heeft gevolgd: Jelle Cambré (datum opleiding: van 13 mei 2013 tot en met 17 mei 2013).

 

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door PIVO (Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding van de provincie Vlaams-Brabant) heeft gevolgd: Stefan Bonhomme (datum opleiding: november-december 2006).

 

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de West-Vlaamse Politieschool heeft gevolgd: Jan Lefevre (datum opleiding: van 11 februari tot en met 22 februari 2022).


Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door Limburg School for Excellence (LSX) heeft gevolgd: Robie Peeters en Carmen Dirks (datum opleiding: van 12 mei tot en met 16 juni 2022).

 

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de West-Vlaamse politieschool heeft gevolgd: Emmanuel Gheldof (datum opleiding: van 12 december tot en met 16 december 2011).

 

Overwegende de brevetten van PAULO-Politieopleiding, Campus Vesta, PIVO, West-Vlaamse Politieschool en Limburg School for Excellence waaruit blijkt dat voorgaande personeelsleden de opleiding met gunstig gevolg heeft voltooid;

 

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°;

 

Gelet op het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 25 mei 2021 tot goedkeuring van het uniform gemeentelijk politiereglement;

 

Overwegende de noodzaak om deze gewestelijke personeelsleden aan te stellen als vaststeller gemeentelijke administratieve sancties met het oog op de sanctionering via een gemeentelijke administratieve sanctie van overtredingen op de bepalingen van gemeentelijke reglementering de binnen hun welomschreven bevoegdheid te situeren zijn; dat deze gewestelijke vaststellers enkel binnen volgende, in het uniform gemeentelijk politiereglement omschreven, bevoegdheid mogen optreden:

 

 1. Uitwerpselen van dieren:

  - Afdeling II: 'Veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en                               wegen met een openbaar karakter', hoofdstuk III: 'Het verkeer en laten                                                         rondlopen van dieren', artikels 6, 7 en 15

  - Afdeling IV: 'Openbare gezondheid', hoofdstuk I: 'Reinheid van de gemeente',                artikels 14 en 16

 

 2. Zwerfvuil:

  - Afdeling IV: 'Openbare gezondheid', hoofdstuk I: 'Reinheid van de gemeente',                artikels 1, 2, 3 en 16;

 

Overwegende dat volgende gewestelijke personeelsleden de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de PAULO-Politieopleiding hebben gevolgd:

Remco Van Ransbeeck, Marc Dejaegere en Ronny Moors (datum opleiding: van 29 september tot en met 8 oktober 2021); Mark Deneyer en Bram Jordens (datum opleiding: van 7 maart 2022 tot en met 14 maart 2022); David Jordens,

Wim Cox, Nemo Brailly, Frederick Walumona, Dideke Devos, Selene Bens

Chris Dokens, Gert Holderbeke, Yolande Hauwaert en Christophe Roberti (datum opleiding: van 26 september 2022 tot en met 30 september 2022).

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door Campus Vesta heeft gevolgd: Jelle Cambré (datum opleiding: van 13 mei 2013 tot en met 17 mei 2013).

 

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door PIVO (Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding van de provincie Vlaams-Brabant) heeft gevolgd: Stefan Bonhomme (datum opleiding: november-december 2006).

 

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de West-Vlaamse Politieschool heeft gevolgd: Jan Lefevre (datum opleiding: van 11 februari tot en met 22 februari 2022).


Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door Limburg School for Excellence (LSX) heeft gevolgd: Robie Peeters en Carmen Dirks (datum opleiding: van 12 mei tot en met 16 juni 2022).

 

Overwegende dat volgend gewestelijk personeelslid de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties, georganiseerd door de West-Vlaamse politieschool heeft gevolgd: Emmanuel Gheldof (datum opleiding: van 12 december tot en met 16 december 2011).

 

Overwegende de brevetten van PAULO-Politieopleiding, Campus Vesta, PIVO, West-Vlaamse Politieschool en Limburg School for Excellence waaruit blijkt dat voorgaande personeelsleden de opleiding met gunstig gevolg heeft voltooid;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - Remco Van Ransbeeck, Marc Dejaegere, Ronny Moors, Jelle Cambré, Stefan Bonhomme, Jan Lefevre, Mark Deneyer, Bram Jordens, Robie Peeters, Carmen Dirks, Emmanuel Gheldof,  David Jordens, Wim Cox, Nemo Brailly, Frederick Walumona, Dideke Devos, Selene Bens, Chris Dokens, Gert Holderbeke, Yolande Hauwaert en Christophe Roberti worden aangesteld als gewestelijk vaststeller voor de gemeentelijke administratieve sancties voor de gemeente Kasterlee voor de vaststelling van overtredingen als vastgesteld in het uniform gemeentelijk politiereglement:

 

 1. Uitwerpselen van dieren

  - Afdeling II: 'Veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en                                                         wegen met een openbaar karakter', hoofdstuk III: 'Het verkeer en laten                                                         rondlopen van dieren', artikels 6, 7 en 15;

  - Afdeling IV: 'Openbare gezondheid', hoofdstuk I: 'Reinheid van de                                            gemeente', artikels 14 en 16;

 

 2. Zwerfvuil:

  - Afdeling IV: 'Openbare gezondheid', hoofdstuk I: 'Reinheid van de                                            gemeente', artikels 1, 2, 3 en 16.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

16. Goedkeuring instap inzake bestek EE_2019_0_012 Groepsaankoop Raamovereenkomst Aanneming - Relighting Vlaams EnergieBedrijf (VEB) - perceel 3 - Equans

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen;

 

Gelet op de delegatiebeslissing van de gemeenteraad van 31 augustus 2021 waardoor de gemeenteraad voor deze opdracht bevoegd is om te beslissen over de deelname tot een aankoopcentrale;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het door de gemeenteraad goedgekeurde beschikbare budget ten bedrage van 100.000 euro incl. BTW voor het investeringsproject 'verlichting sporthallen omvormen naar LED', bedoeld voor sporthallen Tielenhei en Duineneind;

 

Gelet op de vele voordelen van relighting, zoals een lager energieverbruik, een lagere CO²- uitstoot, een goed lichtniveau in de sporthallen hetgeen nodig is voor competitiewedstrijden;

 

Gelet op de uitfasering/verbod op de productie van TL-lampen vanaf september 2023;

 

Overwegende dat deze werken in beide sporthallen kunnen gebeuren via een raamovereenkomst die Vlaams EnergieBedrijf (VEB) via een groepsaankoop sloot op basis van het bestek met nummer EE_2019_0_012 met de ondernemer Equans (Fabricom NV), Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel (perceel 3);

 

Overwegende dat Vlaams EnergieBedrijf (VEB) optreedt als aankoopcentrale voor Gemeente Kasterlee bij de gunning van de opdracht;

 

Gelet op de eerste en voorlopige offertes van Equans (= vrijblijvende en kosteloze offerte) in toepassing van bovenvermelde raamovereenkomst voor beide sporthallen en gelet op de terugverdientijd van deze investering tussen 3 en 4 jaar;

 

Overwegende dat de offertes met aannemer Equans nog afgestemd en verfijnd dienen te worden alvorens het college over kan gaan tot bestelling, in toepassing van art. 56, §3, 4° Decreet Lokaal Bestuur;

 

Overwegende dat alvorens tot bestelling over te gaan bij Equans de principiële deelname aan deze aankoopcentrale dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad;

 

Overwegende dat de deelname aan deze aankoopcentrale vele voordelen biedt, waaronder gunstige contractvoorwaarden, de vrijstelling om een eigen plaatsingsprocedure te voeren, tijds- en organisatiewinst;

 

Overwegende dat het een niet-exclusief raamcontract betreft, zonder bestelverplichting;

 

Gelet op de looptijd van deze raamovereenkomst, met einddatum 12 februari 2024: binnen deze looptijd kunnen bestellingen geplaatst worden bij Equans;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het meerjarenplan;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen;

 

Gelet op de delegatiebeslissing van de gemeenteraad van 31 augustus 2021 waardoor de gemeenteraad voor deze opdracht bevoegd is om te beslissen over de deelname tot een aankoopcentrale;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het door de gemeenteraad goedgekeurde beschikbare budget ten bedrage van 100.000 euro incl. BTW voor het investeringsproject 'verlichting sporthallen omvormen naar LED', bedoeld voor sporthallen Tielenhei en Duineneind;

 

Gelet op de vele voordelen van relighting, zoals een lager energieverbruik, een lagere CO²- uitstoot, een goed lichtniveau in de sporthallen hetgeen nodig is voor competitiewedstrijden;

 

Gelet op de uitfasering/verbod op de productie van TL-lampen vanaf september 2023;

 

Overwegende dat deze werken in beide sporthallen kunnen gebeuren via een raamovereenkomst die Vlaams EnergieBedrijf (VEB) via een groepsaankoop sloot op basis van het bestek met nummer EE_2019_0_012 met de ondernemer Equans (Fabricom NV), Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel (perceel 3);

 

Overwegende dat Vlaams EnergieBedrijf (VEB) optreedt als aankoopcentrale voor Gemeente Kasterlee bij de gunning van de opdracht;

 

Gelet op de eerste en voorlopige offertes van Equans (= vrijblijvende en kosteloze offerte) in toepassing van bovenvermelde raamovereenkomst voor beide sporthallen en gelet op de terugverdientijd van deze investering tussen 3 en 4 jaar;

 

Overwegende dat de offertes met aannemer Equans nog afgestemd en verfijnd dienen te worden alvorens het college over kan gaan tot bestelling, in toepassing van art. 56, §3, 4° Decreet Lokaal Bestuur;

 

Overwegende dat alvorens tot bestelling over te gaan bij Equans de principiële deelname aan deze aankoopcentrale dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad;

 

Overwegende dat de deelname aan deze aankoopcentrale vele voordelen biedt, waaronder gunstige contractvoorwaarden, de vrijstelling om een eigen plaatsingsprocedure te voeren, tijds- en organisatiewinst;

 

Overwegende dat het een niet-exclusief raamcontract betreft, zonder bestelverplichting;

 

Gelet op de looptijd van deze raamovereenkomst, met einddatum 12 februari 2024: binnen deze looptijd kunnen bestellingen geplaatst worden bij Equans;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het meerjarenplan;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Enig artikel - In te stappen in de Groepsaankoop Raamovereenkomst Aanneming - Relighting - perceel 3, gegund aan Equans (Fabricom NV), Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver, via de raamovereenkomst die Vlaams EnergieBedrijf (VEB)  sloot op basis van het bestek met nummer EE_2019_0_012. 

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

17. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze inzake bestek 2022068 Raamcontract aankoop en plaatsing van speeltoestellen

 

De gemeenteraad,

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 EUR niet) en artikel 43;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Raamcontract aankoop en plaatsing van speeltoestellen” een bestek met nr. 2022068 werd opgesteld door de Aankoopdienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 38.801,64 EUR excl. btw of 46.949,98 EUR incl. 21% btw voor bestelling in 2023, en dat het maximale bestelbedrag 139.999,00 EUR excl. btw of 169.398,79 EUR incl. 21% btw bedraagt;

 

Overwegende dat de opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat het bestuur bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet beschikte over de exact benodigde hoeveelheden;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in MJP;

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 EUR niet) en artikel 43;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Raamcontract aankoop en plaatsing van speeltoestellen” een bestek met nr. 2022068 werd opgesteld door de Aankoopdienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 38.801,64 EUR excl. btw of 46.949,98 EUR incl. 21% btw voor bestelling in 2023, en dat het maximale bestelbedrag 139.999,00 EUR excl. btw of 169.398,79 EUR incl. 21% btw bedraagt;

 

Overwegende dat de opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat het bestuur bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet beschikte over de exact benodigde hoeveelheden;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in MJP;

 

BESLIST: 

eenparig.
 

Artikel 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2022068 en de raming voor de opdracht “Raamcontract aankoop en plaatsing van speeltoestellen”, opgesteld door de Aankoopdienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. Het maximale bestelbedrag bedraagt 139.999,00 EUR excl. btw of 169.398,79 EUR incl. 21% btw voor bestellingen gedurende 48 maanden, elke afzonderlijke afroep zal het voorwerp uitmaken van een bestelbon.

Art.2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
 

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

18. Toegevoegd agendapunt / indexering van nominatieve subsidies en toelagen aan lokale verenigingen

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de vraag van raadslid Bart Sas van Groen om overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur een punt aan de agenda van de gemeenteraad toe te voegen;

 

Gelet op onderstaande toelichting door raadslid Bart Sas;

 

Al meermaals vroeg onze fractie om de toelagen aan onze lokale verenigingen te indexeren. Het is een vraag die ook al ter sprake kwam bij de adviesraden.

 

Gezien de sterk gestegen levensduurte vinden we het niet kunnen dat zo'n indexering sinds deze legislatuur stelselmatig wordt opgenomen in alle gemeentelijke belastings- en retributiereglementen maar niet wordt gehanteerd voor toelagen en nominatieve subsidies aan verenigingen. Eigenlijk komt dit neer op een besparing voor de gemeente op de kap van de verenigingen.

 

Onze verenigingen zijn nog lang niet bekomen van de coronaperiode en krijgen nu al een hele tijd te maken met sterk toegenomen kosten voor verbruiksgoederen, kleding en materialen en met energie-  en huurprijzen die de pan uitswingen. Deze laatste twee worden wèl geïndexeerd. We herinneren ook aan de sterke verhoging van de huurprijzen voor het gebruik van gemeentelijke infrastructuur sinds begin 2020. Tegelijkertijd willen verenigingen hun gestegen kosten zo weinig mogelijk doorrekenen aan hun leden. Ze hebben immers de belangrijke taak om kwetsbare doelgroepen aan boord te houden.

 

Het is dan ook niet meer dan billijk om de indexering die we op de gemeenteraad van december goedkeurden voor het toelagereglement in het kader van Diftar vanaf dit jaar uit te breiden tot de nominatieve subsidies aan verenigingen en alle toelagen waarvan onze verenigingen gebruik kunnen maken. Hiervoor zouden we de manier van indexeren zoals opgenomen in art. 6bis van het toelagereglement in het kader van Diftar kunnen overnemen, met name de vermenigvuldiging van het huidige bedrag met een factor: met in de teller de consumptieprijsindex (B-2013) die van toepassing was in september van het voorgaande jaar en met in de noemer de consumptieprijsindex die van toepassing was in september 2020.

 

Op die manier zal bv. de vzw Feestvarken een nominatieve subsidie van 2292 EUR ontvangen in plaats van de huidige 2000 EUR, een stijging van 14,6%. Omdat echter het jaarlijks toepassen van deze indexering extra administratief werk met zich mee brengt en deze indexaanpassing de komende jaren ook terug kan dalen, wat gezien de magere coronajaren die de verenigingen achter de rug hebben niet opportuun is, stelt onze fractie voor om alle nominatieve subsidies en toelagen waarvan verenigingen gebruik kunnen maken eenmalig te verhogen met 15%.

 

Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de vraag van raadslid Bart Sas van Groen om overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur een punt aan de agenda van de gemeenteraad toe te voegen;

 

Gelet op onderstaande toelichting door raadslid Bart Sas;

 

Al meermaals vroeg onze fractie om de toelagen aan onze lokale verenigingen te indexeren. Het is een vraag die ook al ter sprake kwam bij de adviesraden.

 

Gezien de sterk gestegen levensduurte vinden we het niet kunnen dat zo'n indexering sinds deze legislatuur stelselmatig wordt opgenomen in alle gemeentelijke belastings- en retributiereglementen maar niet wordt gehanteerd voor toelagen en nominatieve subsidies aan verenigingen. Eigenlijk komt dit neer op een besparing voor de gemeente op de kap van de verenigingen.

 

Onze verenigingen zijn nog lang niet bekomen van de coronaperiode en krijgen nu al een hele tijd te maken met sterk toegenomen kosten voor verbruiksgoederen, kleding en materialen en met energie-  en huurprijzen die de pan uitswingen. Deze laatste twee worden wèl geïndexeerd. We herinneren ook aan de sterke verhoging van de huurprijzen voor het gebruik van gemeentelijke infrastructuur sinds begin 2020. Tegelijkertijd willen verenigingen hun gestegen kosten zo weinig mogelijk doorrekenen aan hun leden. Ze hebben immers de belangrijke taak om kwetsbare doelgroepen aan boord te houden.

 

Het is dan ook niet meer dan billijk om de indexering die we op de gemeenteraad van december goedkeurden voor het toelagereglement in het kader van Diftar vanaf dit jaar uit te breiden tot de nominatieve subsidies aan verenigingen en alle toelagen waarvan onze verenigingen gebruik kunnen maken. Hiervoor zouden we de manier van indexeren zoals opgenomen in art. 6bis van het toelagereglement in het kader van Diftar kunnen overnemen, met name de vermenigvuldiging van het huidige bedrag met een factor: met in de teller de consumptieprijsindex (B-2013) die van toepassing was in september van het voorgaande jaar en met in de noemer de consumptieprijsindex die van toepassing was in september 2020.

 

Op die manier zal bv. de vzw Feestvarken een nominatieve subsidie van 2292 EUR ontvangen in plaats van de huidige 2000 EUR, een stijging van 14,6%. Omdat echter het jaarlijks toepassen van deze indexering extra administratief werk met zich mee brengt en deze indexaanpassing de komende jaren ook terug kan dalen, wat gezien de magere coronajaren die de verenigingen achter de rug hebben niet opportuun is, stelt onze fractie voor om alle nominatieve subsidies en toelagen waarvan verenigingen gebruik kunnen maken eenmalig te verhogen met 15%.

 

BESLIST: 

6 stemmen ja: Jeroen Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Bart Van Ossel (N-VA), Ly Pauwels (N-VA) en Eddy Leysen (N-VA).
17 stemmen tegen: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ilse Verachtert (Open VLD), Fons Brosius (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
 

Onderstaand voorstel van beslissing te verwerpen.

 

Enig artikel - Gelet op de sterk gestegen levensduurte en hoge energiekosten en als extra ondersteuning voor het verenigingsleven worden vanaf 1 januari 2023 alle nominatieve subsidies aan lokale verenigingen en alle toelagen waarop een lokale vereniging beroep kan doen eenmalig verhoogd met 15%, conform de indexering die wordt toegepast voor de toelagen in het kader van Diftar.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

19. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Publieke raadpleging beleidsplan ruimte

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt of er veel input gekomen is tijdens de publieke raadpleging van het beleidsplan ruimte.

Schepen Gert Storms antwoordt dat hij daar nog geen zicht op heeft.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

20. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Het tragewegenplan

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt hoe het nu verder gaat met het tragewegenplan.

 

De burgemeester antwoordt dat we nu enkel een inventaris hebben, en geen plan over onderhoud, gebruik, signalisatie,... Het regionaal landschap kan dat niet leveren, dus onze eigen diensten zullen dit moeten oppikken. Daardoor kan hij er momenteel ook geen timing aan verbinden, maar hij hoopt dat het plan in 2023 kan afgerond worden.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

21. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Dierenbegraafplaats

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas verwijst naar een eerder besluit van de gemeenteraad met de vraag om de invoering van een dierenbegraafplaats te onderzoeken. Hij heeft daarover een schriftelijke vraag gesteld en krijgt nu als antwoord dat de milieudienst negatief adviseert, aangezien er slechts 5 vragen gekend zijn. Hij vraagt om dit serieus te nemen aangezien deze vraag door de gemeenteraad werd goedgekeurd.

 

Schepen Gert Storms bevestigt dat er doorheen meerdere jaren maar een beperkte vraag is, maar zal dit terug oppikken.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

22. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Stavaza Park Gaston

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt naar de stand van zaken van het dossier Park Gaston.

 

Schepen Gert Storms antwoordt dat het dossier nog niet volledig en ontvankelijk verklaard is, en er dus ook nog geen openbaar onderzoek gestart is.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

23. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Pleintje naast toeristisch kantoor

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas verwijst naar het ontwerp voor het graspleintje naast het toeristisch kantoor en vraagt of er eventueel nog een groene afscheiding kan voorzien worden naar de parking toe.

 

Schepen Rob Guns stelt voor om eerst al eens deze aanleg te doen, dan kan daarna, indien nodig, nog iets bijkomend voorzien worden.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 24 JANUARI 2023

 

24. Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas/Actie verhoog je sportplezier

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt naar de stand van zaken over zijn vraag rond de actie Verhoog je sportplezier.

 

Schepen Walter Van Baelen antwoordt dat er bij een korte bespreking tijdens de sportraad geen draagvlak voor was bij de sportverenigingen.

 

Publicatiedatum: 01/03/2023