Notulen zitting van 22 OKTOBER 2019

 

Aanwezig:

Bieke Van Ballaer, voorzitter;

Ward Kennes, burgemeester;

Guy Van de Perre, Gert Storms, Walter Van Baelen, Rob Guns, Sumati Adriaensen, schepenen;

Jeroen Van de Water, Robby Diels, Jan Biermans, Rita Thijs, Loes Boonen, Jo Van de Water, Erwin Loos, William Van der Vennet, Jef Van Hemelen, Bart Sas, Marleen Verbeek, Stien Buts, Koen Roefs, Bart Van Ossel, Marcel Van Mechelen, Maria Van Laer, Kris Goossens, Ilse Verachtert, raadsleden;

Tom De Munter, algemeen directeur;

Verontschuldigd:

 

Afwezig:

 

 

De voorzitter opent de zitting.

 

De N-VA-fractie wil 2 mondelinge vragen stellen in de openbare zitting, de Groen-fractie 8.

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

1.Goedkeuring notulen en zittingsverslag d.d. 24 september 2019

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de voorliggende notulen en zittingsverslag d.d. 24 september 2019;

Gelet op een aantal spellingsfouten in notulen en zittingsverslag die nog gecorrigeerd worden in de definitieve documenten;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de voorliggende notulen en zittingsverslag d.d. 24 september 2019;

Gelet op een aantal spellingsfouten in notulen en zittingsverslag die nog gecorrigeerd worden in de definitieve documenten;

 

BESLIST:eenparig.
 

Enig artikel - keurt de notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting d.d. 24 september 2019 goed.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links zittingsverslag gemeenteraad 24 september 2019.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

2.Installatie nieuw gemeenteraadslid

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de installatie van de gemeenteraad op 2/01/2019;

 

Overwegende dat raadslid Tim Vanneste (N-VA) niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (woont niet meer in Kasterlee);

 

Gelet op het PV van de algemene telling van de stemmen van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018, waaruit blijkt dat Kris Goossens de 1ste en Ilse Verachtert de 2de opvolger is voor de lijst N-VA/Open VLD

 

Overwegende dat Kris Goossens reeds eerder de eed heeft afgelegd als lid van de gemeenteraad;

 

Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Ilse Verachtert;

 

Gelet op de eedaflegging van Ilse Verachtert in handen van de voorzitter van de gemeenteraad tijdens de openbare zitting;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de installatie van de gemeenteraad op 2/01/2019;

 

Overwegende dat raadslid Tim Vanneste (N-VA) niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (woont niet meer in Kasterlee);

 

Gelet op het PV van de algemene telling van de stemmen van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018, waaruit blijkt dat Kris Goossens de 1ste en Ilse Verachtert de 2de opvolger is voor de lijst N-VA/Open VLD

 

Overwegende dat Kris Goossens reeds eerder de eed heeft afgelegd als lid van de gemeenteraad;

 

Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Ilse Verachtert;

 

Gelet op de eedaflegging van Ilse Verachtert in handen van de voorzitter van de gemeenteraad tijdens de openbare zitting;

 

BESLIST:eenparig.
 

Enig artikel - keurt de geloofsbrieven van Ilse Verachtert goed en neemt akte van haar aanstelling als nieuw gemeenteraadslid vanaf 22 oktober 2019;

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

3.Intercommunales / IVEKA: goedkeuring agenda algemene vergadering 13 december 2019

 

De gemeenteraad,

 

 

Gelet op het feit dat de gemeente voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Iveka;

 

Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven van 13 september 2019 werd opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van  Iveka die plaats op vrijdag 13 december 2019 om 18u00 in Alta Ripa II Engelstraat 6 -2360 Oud-Turnhout

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente/stad per brief van 13 september 2019 overgemaakt werd;

 

De voorgestelde statutenwijzigingen vinden hun oorsprong in meerdere domeinen:

-Creatie Aov-aandelen en aanverwante bepalingen

-Aanvaarding vennoten / uitbreiding activiteiten

-Aanbrengen van statutaire verfijningen inzake de overname van het personeel en de daarmee verband houdende kosten vermits er niet alleen contractuele maar ook statutaire werknemers worden ingezet

-Overige statutaire bepalingen: update, aanvulling

 

Naar aanleiding van de uittredingen van de 4 Iveka-gemeenten die ervoor geopteerd hebben om op 1 januari 2020 toe te treden tot de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen en waarvan akte genomen werd op de algemene vergaderingen van respectievelijk 18 en 26 juni 2019 werd een voorstel van partiële splitsing door overneming overgemaakt.

 

Het gehele vermogen van deze activiteiten, die alle activa en passiva en alle rechten en plichten  omvat, zal overeenkomstig artikel 677 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen overgaan naar Fluvius Antwerpen en dit vanaf 1 januari 2020. 

 

De opschortende voorwaarden inzake de partiële splitsingen door overneming zijn:

-De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergaderingen van de opdrachthoudende verenigingen Fluvius Antwerpen en Iveka van de voorgestelde partiële splitsing door overneming.

-De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van Fluvius Antwerpen van de omzetting van het aantal bestaande aandelen binnen Fluvius Antwerpen  à rato van 25 euro per eigen vermogenswaarde voor de activiteit elektriciteit, aardgas, Publi-T, Publigas, openbare verlichting, riolering en kabel. 

-De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van Fluvius Antwerpen tot aanpassing van haar bestaande aandelen (i.e. per 31.12.2019) A (niet-preferente aandelen) en A’ (preferente aandelen) binnen de activiteit Elektriciteit en Gas waarbij de A’-aandelen het excedent vertegenwoordigen aan Eigen Vermogen boven 40% van de RAB binnen de activiteit Elektriciteit en de activiteit Gas.

 

De raden van bestuur van Iveg en Iveka opteerden ervoor de onderlinge ruilverhoudingen voor de aandelen van de overnemende vereniging en de partieel te splitsen vereniging te baseren op de verhouding van de waarde van de aandelen bepaald op basis van het eigen vermogen op 30 juni 2018 tussen beide betrokken distributienetbeheerders, dit na realisatie van de statutenwijzigingen.

 

Er wordt geopteerd voor een voorlopige ruilverhouding gebaseerd op de gegevens per 30 juni 2019. Op basis van de definitieve cijfers per 31 december 2019 die geattesteerd zullen worden door de betrokken commissarissen, zal de definitieve ruilverhouding, bepaald aan de hand van de goedgekeurde ruilverhoudingsmethodiek met betrekking tot de cijfers van 30 juni 2019 (voorlopige ruilverhouding), worden vastgelegd en verwerkt.  Deze werkwijze laat in de eerste plaats toe om met de meest geactualiseerde boekhoudkundige cijfers rekening te kunnen houden die zo dicht mogelijk aansluiten op de datum van 1 januari 2020, waarop genoemde partiële splitsingen binnen Iveka en Fluvius Antwerpen fiscaal en juridisch van kracht worden.

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoor
diger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

 

 

Gelet op het feit dat de gemeente voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Iveka;

 

Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven van 13 september 2019 werd opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van  Iveka die plaats op vrijdag 13 december 2019 om 18u00 in Alta Ripa II Engelstraat 6 -2360 Oud-Turnhout

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente/stad per brief van 13 september 2019 overgemaakt werd;

 

De voorgestelde statutenwijzigingen vinden hun oorsprong in meerdere domeinen:

-Creatie Aov-aandelen en aanverwante bepalingen

-Aanvaarding vennoten / uitbreiding activiteiten

-Aanbrengen van statutaire verfijningen inzake de overname van het personeel en de daarmee verband houdende kosten vermits er niet alleen contractuele maar ook statutaire werknemers worden ingezet

-Overige statutaire bepalingen: update, aanvulling

 

Naar aanleiding van de uittredingen van de 4 Iveka-gemeenten die ervoor geopteerd hebben om op 1 januari 2020 toe te treden tot de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen en waarvan akte genomen werd op de algemene vergaderingen van respectievelijk 18 en 26 juni 2019 werd een voorstel van partiële splitsing door overneming overgemaakt.

 

Het gehele vermogen van deze activiteiten, die alle activa en passiva en alle rechten en plichten  omvat, zal overeenkomstig artikel 677 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen overgaan naar Fluvius Antwerpen en dit vanaf 1 januari 2020. 

 

De opschortende voorwaarden inzake de partiële splitsingen door overneming zijn:

-De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergaderingen van de opdrachthoudende verenigingen Fluvius Antwerpen en Iveka van de voorgestelde partiële splitsing door overneming.

-De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van Fluvius Antwerpen van de omzetting van het aantal bestaande aandelen binnen Fluvius Antwerpen  à rato van 25 euro per eigen vermogenswaarde voor de activiteit elektriciteit, aardgas, Publi-T, Publigas, openbare verlichting, riolering en kabel. 

-De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van Fluvius Antwerpen tot aanpassing van haar bestaande aandelen (i.e. per 31.12.2019) A (niet-preferente aandelen) en A’ (preferente aandelen) binnen de activiteit Elektriciteit en Gas waarbij de A’-aandelen het excedent vertegenwoordigen aan Eigen Vermogen boven 40% van de RAB binnen de activiteit Elektriciteit en de activiteit Gas.

 

De raden van bestuur van Iveg en Iveka opteerden ervoor de onderlinge ruilverhoudingen voor de aandelen van de overnemende vereniging en de partieel te splitsen vereniging te baseren op de verhouding van de waarde van de aandelen bepaald op basis van het eigen vermogen op 30 juni 2018 tussen beide betrokken distributienetbeheerders, dit na realisatie van de statutenwijzigingen.

 

Er wordt geopteerd voor een voorlopige ruilverhouding gebaseerd op de gegevens per 30 juni 2019. Op basis van de definitieve cijfers per 31 december 2019 die geattesteerd zullen worden door de betrokken commissarissen, zal de definitieve ruilverhouding, bepaald aan de hand van de goedgekeurde ruilverhoudingsmethodiek met betrekking tot de cijfers van 30 juni 2019 (voorlopige ruilverhouding), worden vastgelegd en verwerkt.  Deze werkwijze laat in de eerste plaats toe om met de meest geactualiseerde boekhoudkundige cijfers rekening te kunnen houden die zo dicht mogelijk aansluiten op de datum van 1 januari 2020, waarop genoemde partiële splitsingen binnen Iveka en Fluvius Antwerpen fiscaal en juridisch van kracht worden.

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoor
diger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

 

BESLIST:eenparig.
 

Artikel 1  - Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iveka d.d. 13 december 2019:

 

1.Statutenwijziging

a.Goedkeuring van de statutenwijzigingen

b.Verlenen van machtiging om de beslissing genomen in dit agendapunt bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dien-overeenkomstig aan te passen. 

2.Realisatie van een partiële splitsing door overneming conform art. 677 en 728 e.v. van het W.Venn. van

i.de Opdrachthoudende Vereniging Iveka (te splitsen vennootschap) om de activiteiten van de gemeenten Malle, Ranst, Wommelgem en Zoersel welke zij tot hebben toevertrouwd aan Iveka over te brengen naar de Opdrachthoudende Vereniging Fluvius Antwerpen (overnemende vennootschap).

2.1.Vaststelling van de in de splitsingsvoorstellen opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.

2.2.Kennisneming van de splitsingsvoorstellen (art. 728 W.Venn.) en van de bijzondere verslagen van de raad van bestuur (art. 730 W.Venn.) en van de commissaris (art. 731 W.Venn.) met betrekking tot de voorstellen tot partiële splitsing door overneming, met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking per 1 januari 2020.

De deelnemers kunnen één maand voor de algemene vergadering op de zetel van de vereniging kennis nemen van de splitsingsvoorstellen, voormelde bijzondere verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 730, 731 en 733 van het Wetboek van Vennootschappen en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.

2.3. Goedkeuring van :

a. de partiële splitsingen door overneming van de Opdrachthoudende Vereniging Iveka (te splitsen vennootschap) om de activiteiten van de gemeenten Malle, Ranst, Wommelgem en Zoersel welke zij hebben toevertrouwd aan Iveka over te brengen naar de Opdrachthoudende Vereniging Fluvius Antwerpen (overnemende vennootschap) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2019, met inwerkingtreding per 1 januari 2020 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2019 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2019.

b. de overeenkomstige kapitaalwijzigingen.

2.5. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluit-vorming omtrent de partiële splitsingen en kapitaalwijzigingen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om :

ii.de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aan
zien van de partiële splitsingen zoals vermeld onder punt 1.1. vast te stellen;

iii.de verwezenlijking van partiële splitsingen vast te stellen;

iv.het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de hypotheek
bewaarders vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving; 

v.de definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsingen vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto en bruto-waarde van de activa en passiva van de partieel op te splitsen verenigingen en de overnemende verenigingen per 31 december 2019, berekend volgens de principes vastgelegd in de partiële splitsingsvoorstellen en de bijzondere verslagen over de partiële splitsingsvoorstellen, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2019;

vi.daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;

vii.alle formaliteiten te vervullen m.b.t. de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de buitengewone algemene vergadering en de uitvoering van de partiële splitsingen in de meest brede zin.

2.6. Verlenen van machtiging om de beslissingen genomen in voor
gaande agendapunt 1 bij authentieke akte te doen vaststellen.

3.Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2020

4.Code goed bestuur.

5.Statutaire benoemingen.

6.Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

7.Statutaire mededelingen.

 

 

Art. 2 - zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van de opdracht-houdende vereniging Iveka;

zijn goedkeuring te hechten aan de voorstellen van partiële splitsing Fluvius Antwerpen / Iveka door overneming inzake de overgang van Iveka naar Fluvius Antwerpen van de activiteiten verbonden aan de 4 uittredende gemeenten.

 

 

Art. 3 - De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iveka op 13 december 2019 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Art. 4 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Iveka, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be  .

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

4.Kennisname goedkeuring jaarrekening 2018

 

De gemeenteraad,

 

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2018 van de gemeente Kasterlee.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

5.Goedkeuring beheersoverdracht openbare verlichting

 

De gemeenteraad,

 

Overwegende het voorstel tot inbreng 'verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen', goedkeuring aanbod openbare verlichting door de distributienetbeheerder IVEKA en bijhorend reglement;

Overwegende de toelichting over dit voorstel;

Overwegende dat alle aan de akte verbonden kosten ten laste zijn van IVEKA;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur,

 

Overwegende het voorstel tot inbreng 'verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen', goedkeuring aanbod openbare verlichting door de distributienetbeheerder IVEKA en bijhorend reglement;

Overwegende de toelichting over dit voorstel;

Overwegende dat alle aan de akte verbonden kosten ten laste zijn van IVEKA;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur,

 

BESLIST:23 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Jo Van de Water (N-VA), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Kris Goossens (N-VA), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
2 onthoudingen: Bart Sas (Groen) en Stien Buts (Groen).
 

Artikel 1 - Kennis te nemen van het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’, zoals opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur van IVEKA in zitting van 7/5/2019.

 

Art. 2 - Zijn goedkeuring te hechten aan de beheersoverdracht inzake de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties, daaraan verbonden de automatische overdracht van de eigendom van de in de toekomst nog op te richten verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties.

 

En bijgevolg tevens zijn goedkeuring te hechten aan de uitbreiding van de huidige aansluiting van de gemeente bij de opdrachthoudende vereniging IVEKA voor de activiteit openbare verlichting (verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen) en diensten als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’ en zo deel te nemen aan het aanbod Fluvius Openbare verlichting (inclusief het energieverbruik van de openbare verlichting) en de opdrachthoudende vereniging te verzoeken om de ‘aanvaarding van de uitbreiding van deze aansluiting’ voor te leggen aan de eerstvolgende algemene vergadering.

 

Art. 3 - De inbreng die de gemeente heeft gedaan overeenkomstig het artikel 9 van de statuten van IVEKA uit te breiden wat betreft:

de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen;

de semi-openbare verlichtinginstallaties die voldoen aan de vereisten die zijn weergegeven in het reglement.

 

Art. 4 - De verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen - op basis van een inventariswaarde 31 december 2018 -  tegen een inbrengwaarde van 164.566 euro in cash (zijnde 25% van de inbrengwaarde) en 493.697 euro in OV-aandelen (zijnde 75% van de inbrengwaarde) in te brengen bij de opdrachthoudende vereniging IVEKA.

De inbreng van de semi-openbare verlichting gebeurt op projectbasis na risicoanalyse en na het in overeenstemming brengen van de installaties aan de geldende wetgeving en regels.

 

De inbrengwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische nieuwwaarde van de steunen en armaturen en is gebaseerd op een gedetailleerde inventaris (voor inbrengen die gebeuren per 1 januari 2020 zal dit wat betreft de voorafgaande actuele raming de inventaris zijn op 31 december 2019, waarna deze zal geactualiseerd worden ifv de effectieve datum van toetreding).

 

Art. 5 - Deze beslissingen genomen in de artikelen 2, 3 en 4 gebeuren onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een ruling wat de vennootschapsbelasting betreft.

 

Tevens zal de distributienetbeheerder het nodige doen om de vereiste vennootschapsrechtelijke formaliteiten te vervullen die een inbreng met zich meebrengt en om de statuten dienovereenkomstig aan te passen.

 

Art. 6 - De voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur aan te duiden om als gevolmachtigde van de gemeente de authentieke akte te ondertekenen alsook de hypotheekbewaarder vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij het overschrijven van de inbrengakte.

 

Art. 7 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van de opdrachthoudende vereniging IVEKA, (in pdf-versie) uitsluitend via e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

6.Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze inzake bestek 2019044 "Leveren en plaatsen van een voertuigvolgsysteem "track and trace"

 

De gemeenteraad,

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van een voertuigvolgsysteem "track and trace"” een bestek met nr. 2019044 werd opgesteld door de Technische dienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 40.850,00 EUR excl. btw of 49.428,50 EUR incl. 21% btw;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2019, op budgetcode GEM/24100000/0130 (actie 1419/002/002/002/005) van de buitengewone dienst;

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van een voertuigvolgsysteem "track and trace"” een bestek met nr. 2019044 werd opgesteld door de Technische dienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 40.850,00 EUR excl. btw of 49.428,50 EUR incl. 21% btw;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2019, op budgetcode GEM/24100000/0130 (actie 1419/002/002/002/005) van de buitengewone dienst;

 

BESLIST:23 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Jo Van de Water (N-VA), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Kris Goossens (N-VA), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
2 onthoudingen: Bart Sas (Groen) en Stien Buts (Groen).
 

Artikel 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2019044 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van een voertuigvolgsysteem "track and trace"”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 40.850,00 EUR excl. btw of 49.428,50 EUR incl. 21% btw.

Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

7.Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze inzake bestek 2019056 "Opdrachtencentrale - Levering van elektrische voertuigen"

 

De gemeenteraad,

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Opdrachtencentrale - Levering van elektrische voertuigen” een bestek met nr. 2019056 werd opgesteld door Facilitair bedrijv Vlaanderen;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in budget 2019 en meerjarenplan 2020 - 2025;

 

Gezien bevoegdheidsverdeling inzake overheidsopdrachten, is de gemeenteraad voor deze opdracht bevoegd om het bestek goed te keuren en is het college bevoegd om de gunning goed te keuren;

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Opdrachtencentrale - Levering van elektrische voertuigen” een bestek met nr. 2019056 werd opgesteld door Facilitair bedrijv Vlaanderen;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in budget 2019 en meerjarenplan 2020 - 2025;

 

Gezien bevoegdheidsverdeling inzake overheidsopdrachten, is de gemeenteraad voor deze opdracht bevoegd om het bestek goed te keuren en is het college bevoegd om de gunning goed te keuren;

 

BESLIST:eenparig.
 

Artikel 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2019056 voor de opdracht “Opdrachtencentrale - Levering van elektrische voertuigen”, opgesteld door Facilitair bedrijf Vlaanderen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

8.Goedkeuring retributiereglement op afgifte van administratieve stukken

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Gelet op de Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

Gelet op het KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;

Gelet op het KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

Gelet op de artikelen 50-67 Consulair Wetboek van 21 december 2013;

Gelet op het artikel 2 Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies;

Gelet op het artikel II. 31, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Gelet op de Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

Gelet op het KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;

Gelet op het KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

Gelet op de artikelen 50-67 Consulair Wetboek van 21 december 2013;

Gelet op het artikel 2 Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies;

Gelet op het artikel II. 31, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 - Met ingang van 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op de afgifte door het gemeentebestuur van administratieve stukken.

 

Art. 2 - Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt:

 

Voor de afgifte van:

 

1. Elektronische identiteitskaart (EIK) en elektronische verblijfskaarten uitgereikt aan vreemde onderdanen:

•kaart afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 4,40 euro

•kaart afgeleverd volgens de dringende procedure (spoed) met levering in de gemeente:             

productiekosten + 6,50 euro

•kaart afgeleverd volgens de zeer dringende procedure (extreme spoed) met levering in de gemeente: de productiekosten + 6,50 euro;

•EIK afgeleverd volgens de zeer dringende procedure (extreme spoed) met gecentraliseerde levering bij de FOD Binnenlandse Zaken in Brussel: de productiekosten + 6,50 euro.

 

2. Elektronisch identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar (Kids-Id):

•Kids-Id afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 1,00 euro;

•Kids-Id afgeleverd volgens de dringende procedure (spoed) met levering in de gemeente: de productiekosten + 6,00 euro;

•Kids-Id afgeleverd volgens de zeer dringende procedure (extreme spoed) met levering in de gemeente: de productiekosten + 6,00 euro;

•Kids-Id afgeleverd volgens de zeer dringende procedure (extreme spoed) met gecentraliseerde levering bij de FOD Binnenlandse Zaken in Brussel: de productiekosten + 6,0 euro;

•Kids-Id afgeleverd vanaf het tweede kind, gelijktijdig volgens de dringende (spoed) of zeer dringende (extreme spoed) procedure aangevraagd voor een kind van eenzelfde gezin dat op hetzelfde adres ingeschreven is: de productiekosten + 6,00 euro;

 

3. Biometrische verblijfskaarten uitgereikt aan vreemde onderdanen:

•kaarten afgeleverd volgens normale procedure: de productiekosten + 5,00 euro;

 

4. Attest van immatriculatie:  2,20 euro

 

5. Reispas vanaf 18 jaar:

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 5,50 euro

•afgeleverd volgens de spoedprocedure: de productiekosten + 11 euro

•afgeleverd volgens de superdringende spoedprocedure: de productiekosten + 11 euro

 

6. Reispas onder de 18 jaar

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 3,50 euro

•afgeleverd volgens de spoedprocedure: de productiekosten + 8,50 euro

•afgeleverd volgens de superdringende spoedprocedure: de productiekosten + 8,50 euro

 

7. Elektronisch rijbewijs en elektronisch voorlopig rijbewijs:

•afgeleverd volgens de normale procedure: de productiekosten + 5,50 euro

 

8. Internationaal rijbewijs: de productiekosten + 9,90 euro

 

9. de aanvraag van een legalisatie of apostille: 20 euro

 

10. Voor de afgifte van bestuursdocumenten in het kader van de uitoefening van het inzagerecht kan volgens het Bestuursdecreet een redelijke kostprijs gevraagd worden.

Art. 3 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 4 - De retributie en de eventuele verzendingskosten moeten bij de aanvraag van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

Art. 5 - De retributie op de afgifte van administratieve stukken mag niet worden toegepast als de geldende regelgeving bepaalt dat bepaalde stukken kosteloos moeten worden afgegeven.

 

Art. 6 - De gemeenteraad geeft een machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven voor de onder artikel 2 vermelde retributies aan te passen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie afgifte administratieve stukken.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

9.Goedkeuring retributiereglement op de administratieve prestaties in de bibliotheek

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Vanaf 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op administratieve prestaties geleverd door de gemeentelijke bibliotheek.

 

Art. 2 - De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de materialen of diensten, voor:

- het lidmaatschap;

- het uitlenen en leveren van materialen en diensten;

- het laattijdig terugbrengen van uitgeleende materialen;

- het beschadigen of verliezen van de uitgeleende materialen of de lidkaart.

 

Art. 3 - Afgevoerde materialen worden verkocht. De retributie is verschuldigd door de koper.

 

Art. 4 – De gemeenteraad geeft een machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven voor de onder artikel 2 en 3 vermelde retributies vast te stellen.

 

Art. 5 – Indien deze retributie niet contant betaald wordt, is ze betaalbaar binnen de dertig kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie administratieve prestaties bib.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

10.Goedkeuring retributiereglement op het verstrekken van inlichtingen, verlenen van attesten en vergunningen, aktenames en meldingen

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, zoals gewijzigd (hierna VCRO);

Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, zoals gewijzigd (hierna Omgevingsvergunningdecreet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Gelet op artikel 7-14 Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997;

Gelet op Titel V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele retributies;

Gelet op de besprekingen in het lokaal woonoverleg van 20 juni 2019;

Overwegende dat de conformiteit van de woning of kamer vastgesteld kan worden door de bevoegde personen, zoals opgenomen in artikel 3 van het woningkwaliteitsbesluit;

Overwegende dat het lokaal bestuur wenst in te zetten op het bevorderen van de woningkwaliteit met het oog op het realiseren van het recht op menswaardig wonen;

Overwegende dat de burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van het Agentschap Wonen-Vlaanderen een conformiteitsattest kan afleveren indien o.m. uit het technisch verslag van een conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of een kamer minder dan 15 strafpunten scoort;

Overwegende dat het conformiteitsattest van rechtswege vervalt, o.m.  vanaf het ogenblik dat er een termijn van 10 jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van 10 jaar, is verstreken na de afgifte van het conformiteitsattest;

Overwegende dat een verhuurder die beschikt over een conformiteitsattest kan aantonen dat de woning of kamer op het moment van het conformiteitsonderzoek conform is aan de geldende veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten;

Overwegende dat de algemene aanwezigheid van geen of onvoldoende dakisolatie bij een woning vanaf 1 januari 2020 bij een conformiteitsonderzoek 15 strafpunten genereert, waardoor ze ongeschikt verklaard kan worden;

Overwegende dat de algemene aanwezigheid van enkel glas in minstens 1 woonlokaal of badkamer bij een woning of kamer vanaf 1 januari 2023 bij een conformiteitsonderzoek 15 strafpunten genereert, waardoor ze ongeschikt verklaard kan worden;

Overwegende dat de kwaliteit van woningen en kamers ten allen tijde kan verslechteren;  Dat kleinere gebreken van categorie II tot 3 strafpunten per gebrek leiden, en van categorie I tot 1 strafpunt per gebrek; Dat in het bijzonder woningen en kamers die na een conformiteitsonderzoek al  12 of meer punten scoren, zelfs bij aanwezigheid van één (cat. II) of enkele (cat. I) gebreken die eerder kleinschalig van aard zijn, snel kunnen evolueren naar niet conforme woningen en kamers;

Overwegende dat de kostprijs van een conformiteitsattest kan vastgelegd worden in een gemeentelijk retributiereglement of dat bij afwezigheid van een gemeentelijk retributiereglement het conformiteitsattest gratis wordt afgeleverd;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, zoals gewijzigd (hierna VCRO);

Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, zoals gewijzigd (hierna Omgevingsvergunningdecreet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Gelet op artikel 7-14 Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997;

Gelet op Titel V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele retributies;

Gelet op de besprekingen in het lokaal woonoverleg van 20 juni 2019;

Overwegende dat de conformiteit van de woning of kamer vastgesteld kan worden door de bevoegde personen, zoals opgenomen in artikel 3 van het woningkwaliteitsbesluit;

Overwegende dat het lokaal bestuur wenst in te zetten op het bevorderen van de woningkwaliteit met het oog op het realiseren van het recht op menswaardig wonen;

Overwegende dat de burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van het Agentschap Wonen-Vlaanderen een conformiteitsattest kan afleveren indien o.m. uit het technisch verslag van een conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of een kamer minder dan 15 strafpunten scoort;

Overwegende dat het conformiteitsattest van rechtswege vervalt, o.m.  vanaf het ogenblik dat er een termijn van 10 jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van 10 jaar, is verstreken na de afgifte van het conformiteitsattest;

Overwegende dat een verhuurder die beschikt over een conformiteitsattest kan aantonen dat de woning of kamer op het moment van het conformiteitsonderzoek conform is aan de geldende veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten;

Overwegende dat de algemene aanwezigheid van geen of onvoldoende dakisolatie bij een woning vanaf 1 januari 2020 bij een conformiteitsonderzoek 15 strafpunten genereert, waardoor ze ongeschikt verklaard kan worden;

Overwegende dat de algemene aanwezigheid van enkel glas in minstens 1 woonlokaal of badkamer bij een woning of kamer vanaf 1 januari 2023 bij een conformiteitsonderzoek 15 strafpunten genereert, waardoor ze ongeschikt verklaard kan worden;

Overwegende dat de kwaliteit van woningen en kamers ten allen tijde kan verslechteren;  Dat kleinere gebreken van categorie II tot 3 strafpunten per gebrek leiden, en van categorie I tot 1 strafpunt per gebrek; Dat in het bijzonder woningen en kamers die na een conformiteitsonderzoek al  12 of meer punten scoren, zelfs bij aanwezigheid van één (cat. II) of enkele (cat. I) gebreken die eerder kleinschalig van aard zijn, snel kunnen evolueren naar niet conforme woningen en kamers;

Overwegende dat de kostprijs van een conformiteitsattest kan vastgelegd worden in een gemeentelijk retributiereglement of dat bij afwezigheid van een gemeentelijk retributiereglement het conformiteitsattest gratis wordt afgeleverd;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 - Vanaf 1 januari 2020 wordt een retributie geheven op het verstrekken van inlichtingen, op het verlenen van attesten en vergunningen en op aktenames van meldingen op onroerende goederen in het kader van het Omgevingsvergunningsdecreet en op het openbaar onderzoek en de bekendmaking in het kader van de aanvragen tot omgevingsvergunning.

 

Art. 2 - De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag of de melding doet.

 

Art. 3 - De retributie wordt vastgesteld als volgt:

 

§1 Tarieven voor aanvragen tot omgevingsvergunning

 

         Aanvraag stedenbouwkundige handelingen:100 euro

         Aanvraag ingedeelde inrichting of activiteit: 100 euro

         Aanvraag voor kleinhandelsactiviteiten: 60 euro

         Aanvraag voor vegetatiewijzigingen: 60 euro

         Aanvraag voor het verkavelen van gronden: 100 euro + 20 euro/lot

         Aanvraag voor het bijstellen van een verkaveling: 100 euro + 20 euro/lot

         Verzoek tot bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden op vraag van de vergunninghouder of exploitant: 100 euro

         Melding stedenbouwkundige handelingen: 40 euro

         Melding ingedeelde inrichting of activiteit: 40 euro

         Melding van overdracht van een vergunde inrichting of activiteit: 40 euro

         Melding van omzetting van de milieuvergunning naar een permanente vergunning (art. 390 omgevingsvergunningsdecreet: 40 euro

         Melding van de stopzetting of het verval van de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of een deel ervan: 20 euro

 

Bij gecombineerde aanvragen tot omgevingsvergunning worden de van toepassing zijnde elementen samengeteld.

 

§2 Wanneer één of meer van volgende procedures van toepassing zijn, wordt de retributie vermeerderd met het bijhorende bedrag:

 

         Aangetekende zendingen in kader van openbaar onderzoek: de verzendingskosten

         Publicatie in regionaal dag- of weekblad: 385 euro

         Informatievergadering: 138 euro

 

Procedurestappen die worden overgedaan als gevolg van een administratieve lus (art. 13 Omgevingsvergunningsdecreet) ten gevolge van een onregelmatigheid veroorzaakt door de vergunning verlenende overheid, worden niet aangerekend.

 

§3 Tarieven voor het verstrekken van inlichtingen en het verlenen van attesten op onroerende goederen:

 

         Afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel: 50 euro/kadastraal perceel

         Afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen: 39 euro/inlichtingenformulier

         Stedenbouwkundig attest: 40 euro

         Planologisch attest: 55 euro

         Conformiteitsattest voor een zelfstandige woning: 62,5 euro

         Conformiteitsattest voor een kamerwoning: 62,5 euro voor één kamerwoning + 12,5 euro per bijkomende woning, met een maximum van 1.250 euro per gebouw

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest dat wordt afgeleverd na de inwerkingtreding van dit reglement, wordt beperkt tot minder dan 10 jaar in volgende specifieke situaties:

Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat bij een woning of kamer in minstens 1 woonlokaal of badkamer algemeen nog enkel glas aanwezig is, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 31 december 2022;

Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of kamer 12 of meer strafpunten scoort, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 5 jaar.

 

De retributie is niet verschuldigd indien het conformiteitsattest wordt afgeleverd voor een woning:

- die ingehuuurd wordt door het sociaal verhuurkantoor of het O.C.M.W.;

- waarvoor het lokaal bestuur ambtshalve een conformiteitsattest uitreikt.

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari, binnen de wettelijk bepaalde maxima, geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 - De retributie moet bij de aanvraag contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Indien deze retributie niet contact betaald wordt, is ze betaalbaar binnen de dertig kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

Art. 6 - De retributie op de afgifte van administratieve stukken mag niet worden toegepast als de geldende regelgeving bepaalt dat bepaalde stukken kosteloos moeten worden afgegeven.

 

Art. 7 - De gemeenteraad geeft een machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven van de in dit besluit vermelde retributies aan te passen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie inlichtingen attesten en vergunningen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

11.Goedkeuring retributiereglement op het verlengen van een grondconcessie voor een begraafplaats

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals gewijzigd;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van  27 november 2001 houdende dat er geen nieuwe concessies worden toegestaan op de begraafplaatsen;

Overwegende dat volgens de geldende wetgeving de nog bestaande concessies moeten worden verlengd;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals gewijzigd;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van  27 november 2001 houdende dat er geen nieuwe concessies worden toegestaan op de begraafplaatsen;

Overwegende dat volgens de geldende wetgeving de nog bestaande concessies moeten worden verlengd;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Vanaf 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op het verlengen van een grondconcessie voor 15 jaar op de begraafplaatsen in onze gemeente.

 

Art. 2 - De retributie bedraagt 275 EUR per m².

 

Art. 3 - Het tarief wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 4 – De retributie is verschuldigd door de persoon die de verlenging van de grondconcessie aanvraagt.

 

Art. 5 - Indien deze retributie niet contant betaald wordt, is ze betaalbaar binnen de dertig kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie grondconsessie begraafplaatsen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

12.Goedkeuring belastingreglement op opgraving, verplaatsing graf of urne, begraving, asverstrooiing en bijzetting in columbarium 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op artikel 15 Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op de wet van 28 januari 1975 betreffende de gemeentebelastingen op het lijkenvervoer;

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op artikel 15 Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op de wet van 28 januari 1975 betreffende de gemeentebelastingen op het lijkenvervoer;

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 - Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op enerzijds opgravingen en verplaatsingen van graven en urnen en anderzijds op de begraving, asverstrooiing en bijzetting in het columbarium van de personen vreemd aan de gemeente.

 

Art. 2 De belasting wordt vastgesteld als volgt:

 

§1 – Voor opgravingen en verplaatsingen van:

- urnen: 132 EUR per opgraving of verplaatsing;

- graven:    1.320 EUR voor opgraving of 2.640 EUR voor verplaatsing.

 

Deze belasting is niet verschuldigd voor:

a) de opgravingen/verplaatsingen die op bevel van de rechterlijke overheid worden verricht;

b) de opgravingen/verplaatsingen, genoodzaakt door het overbrengen van een oud naar een nieuw kerkhof van lijken, die ter aarde werden besteld in een eeuwigdurende concessie gegeven begraafplaats;

c) de opgravingen/verplaatsingen van voor het vaderland gestorven militairen en burgers.

 

§2 - Voor begraving, asverstrooiing of bijzetting van personen vreemd aan de gemeente (zoals gedefinieerd in het UGP): 440 EUR per begraving, asverstrooiing of bijzetting van de as in het columbarium.

 

Deze belasting geldt niet voor op het grondgebied van de gemeente overleden of dood aangetroffen personen.

 

Art. 3 – De belasting is verschuldigd door de persoon die de opgraving, verplaatsing, begraving, asverstrooiing of bijzetting aanvraagt.

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 – De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Art. 6 - De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting begraafplaatsen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

13.Goedkeuring belastingreglement op leegstand van woningen en gebouwen 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (Decreet Grond- en Pandenbeleid);

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden;

Overwegende dat de gemeente met dat oogmerk een leegstandsheffing kan invoeren;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (Decreet Grond- en Pandenbeleid);

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden;

Overwegende dat de gemeente met dat oogmerk een leegstandsheffing kan invoeren;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Enig artikel - Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op leegstand van woningen en gebouwen.

 

1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1)     Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden;

2)     Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)     een aangetekend schrijven;

b)     een afgifte tegen ontvangstbewijs;

3)     Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

4)     Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

5)     leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

6)     leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;  In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

7)     Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.2.6 DGPB;

8)     Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

9)     Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

2. LEEGSTANDSHEFFING

 

Artikel 2 - Belastbare grondslag

§1. Er wordt met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing zakelijk gerechtigde is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

 

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

 

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

§4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister.

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4: Berekening van de leegstandsheffing

§1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:

1) 1.320 euro voor een leegstaand gebouw;

2) voor een leegstaande woning:

a)     1.320 euro voor een eengezinswoning;

b)     132 euro voor een kamer;

c)      660 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

§2. Verhoging:

Indien het gebouw of de woning een 2de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1) 1650 euro voor een leegstaand gebouw;

2) voor een leegstaande woning:

a) 1650 euro voor een eengezinswoning;

b) 165 euro voor een kamer;

c) 825 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

Indien het gebouw of de woning een 3de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1) 1980 euro voor een leegstaand gebouw;

2) voor een leegstaande woning:

a) 1980 euro voor een eengezinswoning;

b) 198 euro voor een kamer;

c) 990 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

Indien het gebouw of de woning een 4de opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1) 2310 euro voor een leegstaand gebouw;

2) voor een leegstaande woning:

a) 2310 euro voor een eengezinswoning;

b) 231 euro voor een kamer;

c) 1155 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

Indien het gebouw of de woning een 5de of volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

1) 2640 euro voor een leegstaand gebouw;

2) voor een leegstaande woning:

a) 2640 euro voor een eengezinswoning;

b) 264 euro voor een kamer;

c) 1320 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

§1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

1) de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

2) de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling indien de belastingplichtige de laatste bewoner was van deze woning, deze als hoofdverblijfplaats gebruikte en de woning de enige woning in zijn/haar bezit is. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden;

3) de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; de vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot 2 jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid;

4) de belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor één aanslagjaar;Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:

a)Vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap;

b)Bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in het geval van overdracht bij erfopvolging of testament.

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

1) gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

2) geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

3) krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

4) deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van  een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp  van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;

5) vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

6) onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

7) gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

7° 1) met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen

7° 2) zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden en moet jaarlijks aangevraagd worden.

Voorafgaand aan de beslissing omtrent deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

8) gerenoveerd wordt blijkens een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed; deze vrijstelling kan voor maximaal drie aanslagjaren binnen een periode van 10 jaar;

9) het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode;

10) het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

11) Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Art. 6 - Indexering

De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Artikel 7 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8 - Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 - Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

 

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 10 - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting op leegstand.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

14.Goedkeuring belastingreglement op tweede verblijven 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de gemeente belangrijke inspanningen levert aan de gehele gemeenschappelijke infrastructuur en gemeenschappelijke diensten;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de gemeente belangrijke inspanningen levert aan de gehele gemeenschappelijke infrastructuur en gemeenschappelijke diensten;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Er wordt met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

 

Art. 2 - Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsmogelijkheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, en ongeacht of de constructie in goede staat verkeert.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

-het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

-de tenten, woonaanhangwagens en verplaatsbare caravans, tenzij zij ten minste 6               maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te worden aangewend;

-de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar als hoofdverblijf werd aangewend.

 

Art. 3 - §1. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf. Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt.

§2. In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder. De eigenaar is solidair gehouden tot betaling van de belasting.

§3. Als één van de zakelijke rechten in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

Art. 4 - De belasting wordt vastgesteld op 550 EUR per tweede verblijf.

 

Art. 5 - Het tarief wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 6 - De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 7 - De belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet zelf aangifte doen van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit, uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar.

De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

 

Art. 8 - De overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ambtshalve ingekohierde belasting, kan worden verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting.

Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art. 9 – De vestiging en invordering van de belasting en de regeling van de geschillen terzake, gebeuren volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008.

 

Art. 10 - Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingsverordening op het exploiteren van toeristische logies, is alleen de belastingsverordening op het exploiteren van toeristisch logies van toepassing.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting op tweede verblijven.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

15.Goedkeuring van het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen 2020-2025.

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd, (hierna Vlaamse Wooncode);

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd, (hierna Heffingsdecreet), inzonderheid artikel 24 en 25;

Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen;

Overwegende dat met dit laatste decreet het beleid met betrekking tot verwaarloosde gebouwen en woningen overgeheveld wordt van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau; Dat hiermee de decretale bepalingen in verband met de gewestelijke verkrottingsheffing op verwaarloosde gebouwen en woningen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit worden opgeheven; Dat de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie; Dat het onder andere naar aanleiding van voormeld wijzigingsdecreet gepast voorkomt een gemeentebelasting op verwaarloosde gebouwen en woningen in te stellen; Dat het verwaarlozingsbeleid op die wijze gecontinueerd wordt op het gemeentelijk niveau;

Gelet op het door de gemeenteraad van 27 juni 2017 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente verwaarlozing van gebouwen en woningen wenst te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van gebouwen en woningen;

 

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd, (hierna Vlaamse Wooncode);

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd, (hierna Heffingsdecreet), inzonderheid artikel 24 en 25;

Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen;

Overwegende dat met dit laatste decreet het beleid met betrekking tot verwaarloosde gebouwen en woningen overgeheveld wordt van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau; Dat hiermee de decretale bepalingen in verband met de gewestelijke verkrottingsheffing op verwaarloosde gebouwen en woningen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit worden opgeheven; Dat de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie; Dat het onder andere naar aanleiding van voormeld wijzigingsdecreet gepast voorkomt een gemeentebelasting op verwaarloosde gebouwen en woningen in te stellen; Dat het verwaarlozingsbeleid op die wijze gecontinueerd wordt op het gemeentelijk niveau;

Gelet op het door de gemeenteraad van 27 juni 2017 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente verwaarlozing van gebouwen en woningen wenst te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

Overwegende dat de vrijstellingen in het reglement aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van gebouwen en woningen;

 

BESLIST:22 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Jo Van de Water (N-VA), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Kris Goossens (N-VA), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
3 onthoudingen: Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen) en Maria Van Laer (Vlaams Belang).
 

1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de                             bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 

Gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het register als               vermeld in artikel 25 van het Heffingsdecreet;

Gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventaris die t.e.m. 31 december 2016 vermeld was in artikel 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet;

Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

2. HEFFING OP VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN WONINGEN

 

Artikel 2: Belastbare grondslag

 

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen, gevestigd op de gebouwen en woningen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Artikel 3: Belastingplichtige

 

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen zakelijk gerechtigde is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

 

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

 

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

§4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het gebouw of de woning is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

nauwkeurige aanduiding van het overgedragen gebouw of de woning.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4: Berekening van de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen

 

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

1.320 euro voor een verwaarloosd gebouw;

1.320 euro voor een verwaarloosde woning.

 

§2. De belasting wordt vermenigvuldigd met het aantal termijnen van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§3. Voor elk gebouw dat of elke woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen en op 31 december 2016 nog opgenomen was in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, wordt de belasting vermenigvuldigd met het aantal volledige termijnen van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen was opgenomen.

 

§4. De belasting wordt ten hoogste vermenigvuldigd met vijf, ook bij gezamenlijke toepassing van §2 en §3.

 

Artikel 5: Vrijstellingen

 

§1. Van de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen zijn vrijgesteld:

de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning en die de woning               uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats;

de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft en die als               laatste de woning gebruikte als hoofdverblijfplaats, geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar;

de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een                             psychiatrische instelling en die als laatste de woning gebruikte als hoofdverblijfplaats;

de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

de belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw               of de woning;

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd         onteigeningsplan;

geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 

vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging;

gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of               omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning; 

het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode;

het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor               Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Artikel 6: Indexering

 

De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Artikel 7: Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8: Betaling van de belasting

 

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9: Bezwaar tegen de aanslag

 

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

 

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 10

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 11

 

Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2020 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting op verwaarloosde gebouwen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

16.Goedkeuring belastingreglement op het  niet afkoppelen van  hemelwater 2020 - 2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

 

Overwegende dat de aanleg van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel met een optimale afkoppeling op woningniveau noodzakelijk is om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies voor de uitvoering van rioleringswerken vanwege de VMM;

 

Overwegende dat een 2 DWA-stelsel enkel werkt als de optimale afkoppeling voor elke woning gebeurt; dat de DWA-leiding anders ook moet overgedimensioneerd worden;

 

Overwegende dat het wenselijk is om in de afkoppelingsprojecten voor bestaande woningen hemelwater optimaal af te koppelen, volgens het ontwerpplan, opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige en goedgekeurd door de gemeente;

 

Overwegende dat het gemeentebestuur acties onderneemt om wateroverlast te bestrijden;

 

Overwegende dat het wenselijk is om een contante belasting te vestigen op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater in die projecten;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

 

Overwegende dat de aanleg van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel met een optimale afkoppeling op woningniveau noodzakelijk is om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies voor de uitvoering van rioleringswerken vanwege de VMM;

 

Overwegende dat een 2 DWA-stelsel enkel werkt als de optimale afkoppeling voor elke woning gebeurt; dat de DWA-leiding anders ook moet overgedimensioneerd worden;

 

Overwegende dat het wenselijk is om in de afkoppelingsprojecten voor bestaande woningen hemelwater optimaal af te koppelen, volgens het ontwerpplan, opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige en goedgekeurd door de gemeente;

 

Overwegende dat het gemeentebestuur acties onderneemt om wateroverlast te bestrijden;

 

Overwegende dat het wenselijk is om een contante belasting te vestigen op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater in die projecten;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:19 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Maria Van Laer (Vlaams Belang), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
6 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 - Er wordt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater bij bestaande woningen in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten.

 

Art. 2 – Definities

- Afvalwater: water met afvalstoffen en/of verontreinigingen waarvan de houder zich ontdoet of moet ontdoen;

- Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater;

- Gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelstel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd voor hemelwater;

- Semi-gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater waarvan deze laatste in hoofdzaak beperkt is tot het oppervlaktewater van de wegverharding en de huisaansluitingen die reeds gescheiden kunnen aanvoeren. De overige bestaande huisaansluitingen voeren nog gemengd aan op de leiding van afvalwater;

- Afkoppelingsdeskundige: wordt door de gemeente aangesteld. Informeert de bewoners, maakt het afkoppelingsplan, de kostenraming, volgt de uitvoering van de afkoppelingswerken op en controleert de facturen;

- Bestaande gebouwen: gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning, of desgevallend een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen werd afgeleverd zonder de verplichting van het afvalwater en het hemelwater gescheiden af te voeren;

- Optimale afkoppeling: bij open en halfopen bebouwing dient alle hemelwater gescheiden van afvalwater afgevoerd te worden. Bij gesloten bebouwing dient het hemelwater gescheiden van het afvalwater afgevoerd te worden, behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning dienen aangelegd te worden;

- Afkoppelingsproject: projecten die hemelwater losmaken van het openbaar stelstel.

 

Art. 3 - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het bestaand gebouw, waarvan bij de uitvoering van rioleringswerken het hemelwater niet optimaal afgekoppeld wordt volgens het door de gemeente vastgestelde afkoppelingsproject. De vaststelling van niet optimaal afkoppelen gebeurt door de afkoppelingsdeskundige en wordt overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 4 - De belasting wordt als volgt vastgesteld:

 

1.100 EUR: bij de oplevering van het afkoppelingsproject, wanneer de optimale afkoppeling op privé-domein niet door de eigenaar is uitgevoerd;

1.650 EUR: het eerste jaar na de oplevering, wanneer de optimale afkoppeling op privé-domein niet door de eigenaar is uitgevoerd;

2.200 EUR: het tweede jaar na de oplevering, wanneer de optimale afkoppeling op privé-domein niet door de eigenaar is uitgevoerd;

en daarna jaarlijks op 1 juli: 2.200 EUR voor elk jaar na de oplevering van het afkoppelingsproject dat de optimale afkoppeling op privé-domein niet door de eigenaar is uitgevoerd.

 

Art. 5 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 6 - De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling of wanneer de betaling niet contant kan gebeuren, wordt de belasting ingekohierd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 7 – De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting niet afkoppelen hemelwater.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

17.Goedkeuring retributiereglement op het opruimen van sluikstorten

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op artikel 16.6.3, §2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM);

Gelet op artikel 12, §1 Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op artikel 16.6.3, §2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM);

Gelet op artikel 12, §1 Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

 

BESLIST:eenparig.
 

Artikel 1 - Met ingang van 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op het opruimen van sluikstorten.

 

Art. 2 - De retributie is verschuldigd door iedere natuurlijke of rechtspersoon die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op openbare of private wegen, plaatsen of terreinen, op een wijze die niet overeenstemt met de wettelijke of reglementaire bepalingen. In voorkomend geval is de retributie verschuldigd door de burgerlijk verantwoordelijke van de natuurlijke persoon.

De betaling van de retributie wordt gevorderd onverminderd de gerechtelijke vervolging van de betalingplichtige en/of de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties op basis van het uniform gemeentelijk politiereglement.

 

Art. 3 - §1. Het bedrag van de retributie is verschuldigd voor het opruimen van sluikstorten en dekt de kost voor het ruimen van het afval inclusief de kosten voor het ingezette materieel en personeel. De gemeente kan de afvalstoffen door eigen personeel laten opruimen of door derden.

Daarbij wordt rekening gehouden met:

• de afstand die afgelegd wordt om het afval op te halen en/of weg te brengen;

• de aard en de hoeveelheid van de achtergelaten afvalstoffen;

• het ingezette materieel en personeel.

 

Bij het ambtshalve opruimen van sluikstort door de gemeente, worden de tarieven gehanteerd zoals opgenomen in het retributiereglement uitvoeren van werken en leveren diensten aan derden.

Deze tarieven worden vermeerderd met de totale verwerkingskost. Deze wordt bepaald op 17 euro per begonnen 0,5 m³.

Bij het ambtshalve opruimen van een sluikstort door de gemeente worden de kosten vermeerderd met een administratieve kost van 44 EUR per uur met een minimum van één uur.

 

§2. Bij het ambtshalve opruimen van een sluikstort door derden in opdracht van de gemeente wordt het factuurbedrag van de derde vermeerderd met een administratieve kost van 44 EUR per uur met een minimum van één uur.

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 - De gemeenteraad geeft machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven, vermeld in artikel 3, aan te passen. 

 

Art. 6 - De retributie is betaalbaar binnen dertig kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie opruimen sluikstorten.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

18.Goedkeuring belastingreglement - milieubelasting 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat het de doelstelling is om de mens te vrijwaren van de schadelijke effecten van afvalstoffen en overwegende de doelstelling om de verspilling van grondstoffen en energie tegen te gaan;

Gelet op de emissies in water, lucht, bodem en afvalstromen;

Gelet op de inspanningen die het gemeentebestuur levert om de afvalstromen te beheersen en het composteren en recycleren te promoten;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat het de doelstelling is om de mens te vrijwaren van de schadelijke effecten van afvalstoffen en overwegende de doelstelling om de verspilling van grondstoffen en energie tegen te gaan;

Gelet op de emissies in water, lucht, bodem en afvalstromen;

Gelet op de inspanningen die het gemeentebestuur levert om de afvalstromen te beheersen en het composteren en recycleren te promoten;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente een jaarlijkse algemene milieubelasting gevestigd.

 

Art.2 - De belasting is verschuldigd door:

§1 – Het hoofd van ieder gezin, verblijvend in een woning of in een gedeelte ervan en ingeschreven op 1 januari van het aanslagjaar in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente Kasterlee.

Onder “gezin” dient te worden verstaan :

-hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, verder genoemd éénpersoonsgezin;

-hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven.

De andere leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

§2 –De belasting is eveneens verschuldigd door de rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een bedrijf exploiteren, een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen, met inbegrip van de vennootschappen die roerende en/of onroerende goederen beheren.

De belasting is verschuldigd per vestiging, locatie of inplanting, hoe dan ook genoemd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden.

 

Art. 3 – De belasting wordt als volgt vastgesteld :

-voor de éénpersoonsgezinnen: 36 euro

-voor de gezinnen van 2 of meer personen: 55 euro

-voor de belastingplichtigen vermeld in art.2 §2: 55 euro

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 – De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het aanslagjaar.

 

Art. 6 - De belasting is niet verschuldigd door:

- overheidsdiensten;

- BTW-eenheid;

- vereniging van mede-eigenaars;

- vzw's.

 

Art. 7 – De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 8 – De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 milieubelasting.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

19.Goedkeuring belastingreglement op de verwerving van de zate van de openbare wegen 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Er wordt met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de verwerving van de zate van de openbare weg.

 

Het college van burgemeester en schepenen zal de afrekening van de verhaalbare uitgaven opmaken.

Onderhavige belasting zal voor om het even welk aanpalend eigendom vastgesteld worden in functie van het aandeel betreffende dit eigendom in het bedrag van de verhaalbare uitgaven, bedoeld in de vorige paragraaf.

Dit aandeel zal berekend worden volgens de formule:

 

A=    U    x M, waarbij

L  + L'

 

A =het bedrag van het aandeel

U =het totaal bedrag van de verhaalbare uitgaven

L =de totale lengte in meter van de perceelbreedten van de eigendommen aan de rooilijn

L'=de totale lengte in meter van alle dwarsstraten van de straat waarop de belasting slaat

M =het aantal aanrekenbare meter perceelbreedte van het eigendom.

 

Art. 2§ 1.Worden onderworpen aan een belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen die gelegen zijn langs openbare wegen of gedeelten van openbare wegen die moeten worden aangelegd, verbreed, rechtgetrokken of verlengd worden. De belasting is van toepassing, ongeacht of er al dan niet inlijving van een particuliere eigendom is geweest in gevolge afstand onder bezwarende titel, ruiling of onteigening. De terugvordering wordt in principe vastgesteld op 100% van de som van de verhaalbare uitgaven, benevens de interesten.

§ 2. a) Deze belasting is niet toepasselijk op de eigenaars die zonder vergoeding de vereiste oppervlakte grond afstaan voor het aanleggen, verlengen, verbreden of rechttrekken van de openbare weg, voor de verwerving waarvan hen normaal een belasting zou worden aangerekend op basis van deze verordening.

Deze eigenaars blijven hun recht op vergoeding behouden voor de gebouwen die waren opgericht op de afgestane of ingelijfde gronden. Ingeval een eigenaar meer grondafstand moet gedogen dan 12 m² per lopende meter perceelbreedte, kan hij een vergoeding eisen voor het verschil. Deze evenredige vergoeding wordt hem uitgekeerd door de gemeente of, als een minnelijke schikking mogelijk is, door de boordeigenaars die minder grondoppervlakte hebben afgestaan dan nodig om aan de belastingschuld te voldoen. Dit alles als compensatieregeling.

b) Deze belasting is ook niet van toepassing voor de aangelande eigenaars, van wie de eigendom niet reikt tot het midden van de wegzate op voorwaarde dat zij:

1.Gratis grondafstand doen aan de gemeente van hun eigendom binnen de rooilijn.

2.De gemeente vrijwillig vergoeden voor de nog resterende grondstrook tussen hun eigendom en de as van de wegzate.

Deze vergoeding zal worden bepaald door het schattingsverslag en bedraagt hetzelfde als degene die de overliggende eigenaars van de gemeente ontvangen voor hun grondstrook gelegen over de as van de weg zoals voorzien onder punt a).

c) Worden eveneens vrijgesteld van deze belasting: de aanpalende eigenaars die geen eigendom hebben binnen de rooilijn op voorwaarde dat zij de gemeente vrijwillig vergoeden voor de grondstrook tussen hun eigendom en het midden van de wegzate zoals voorzien onder punt § 2-b) van dit artikel.

 

Art. 3 - De terugvorderbare uitgaven zijn:

-de kosten voor het opstellen van de plannen;

-de prijs der verwerving, hetzij de onteigeningsvergoeding, hetzij de prijs van de aankoop der minne van de terreinen die in de zate van de weg werden opgenomen. Indien het terrein sedert meer dan vijf jaar aangekocht werd op het ogenblik dat de aankoop-verrichtingen een einde nemen, wordt er rekening gehouden, niet met de aankoop
prijs, maar met de huidige verkoopwaarde;

-de waarde van de terreinen welke door de gemeente werden afgestaan, of er ruiling geweest is of niet;

-de kosten van de noodzakelijke akten, certificaten en getuigschriften;

-de gerechtskosten die gepaard gaan met de onteigeningen.

Van het bedrag van de terugvorderbare uitgaven wordt afgetrokken de waarde, volgens schatting, van de gebeurlijke overschotten van de vroegere weg.

Het bedrag der verhaalbare uitgaven wordt berekend op een maximum wegbreedte van 24 m.

 

Art. 4 - De terugvorderbare uitgave die ieder eigendom treft, is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van het eigendom aan de straatzijde, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 5.

De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel van de verhaalbare uitgaven, benevens de schattingswaarde van de terreinen welke kosteloos worden afge
staan, te delen door de totale lengte van de eigendommen aan de straatzijde.

Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde.

 

Art. 5 - Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen een van de zones welke zich langs weerzijden van de weg uitstrekken, over een diepte van 8 meter, dan wordt de belasting welke aangerekend wordt overeenkomstig artikel 4, verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook.

Wanneer er een strook non aedifcandi bestaat, wordt er geen rekening gehouden met de diepte van deze strook voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde diepte van 8 meter.

 

Art. 6 - In de mate dat de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens grondverwerving, achtereenvolgens uitgevoerd aan twee verschillende wegen.

Wanneer verwervingen gelijktijdig aan twee verschillende wegen worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling voor de belasting welke verschuldigd is voor de verwervingen aan de weg waar de belasting het laagst is.

Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen.

 

Art. 7 - Het eigendom of gedeelte van een eigendom gelegen op de hoek van twee openbare wegen of van twee gedeelten van de openbare weg en dat langs elk van deze wegen of gedeelten van de weg aan de straatzijde gelegen is, wordt vrijgesteld:

 

a) indien de aankoopverrichtingen achtereenvolgens in de twee wegen uitgevoerd worden voor de verwezenlijking van twee verschillende ontwerpen;

voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de verrichtingen in laatste instantie uitgevoerd werden;

b) indien de aankoopverrichtingen gelijktijdig in twee wegen uitgevoerd werden;

voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de belasting op basis van de perceelbreedte van het eigendom het laagst is.

Deze bepaling is slechts van toepassing wanneer de assen van de wegen of gedeelten van openbare wegen tegenover het betrokken eigendom een hoek vormen van ten hoogste 120°.

 

Bovendien worden de door onderhavig artikel toegestane vrijstellingen slechts berekend op een maximale perceelbreedte van het eigendom van 30 meter langs elke weg of gedeelte van een weg.

 

Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde.

 

De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom brengt geen verandering in de bij dit artikel bepaalde vrijstellingen.

 

Art. 8 - De jaarlijkse te betalen belasting wordt als volgt berekend:

De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar, door middel van vaste jaarlijkse schijven. Deze jaarlijkse schijf omvat het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling van de terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald.

De toe te passen rentevoet is die welke op het ogenblik dat de verrichtingen ten einde zijn, toepasselijk is op de voor 20 jaar toegestane leningen voor de financiering van werken van dezelfde aard als die welke aanleiding geven tot de belasting.

 

Art. 9 - De belastingplichtige mag zich op elk moment kwijten van zijn belastingschuld door aan het gemeentebestuur het bedrag van de nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten. De belastingplichtige brengt het gemeentebestuur hiervan vooraf op de hoogte met een aangetekende brief. De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft.

 

Art. 10 - Indien het kapitaalbedrag van de belastingschuld de 100 EUR niet overschrijdt, is de belastingplichtige verplicht om gebruik te maken van de in artikel 9 voorziene mogelijkheid.

Bij verandering van eigenaar geldt dezelfde verplichting, indien, na 1 januari volgend op de eigendomsoverdracht, het kapitaalsaldo de som van de 100 EUR niet overschrijdt.

 

Art. 11 - De belasting slaat op het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar. In geval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van de belasting.

 

Wanneer het eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen, waarop de verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in verhouding van hun respectief aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten.

 

Ingeval van overgang van onroerende zakelijke rechten, wordt de nieuwe eigenaar belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum der akten die hem het recht toekent.

 

Art. 12 - Worden op het kohier gebracht, diegenen die belastingplichtig zijn op 1 januari van het kalenderjaar dat volgt  op de voltooiing van de grondverwervingen en op 1 januari van ieder volgend aanslagjaar.

 

Art. 13 – Het eerste aanslagjaar komt overeen met het kalenderjaar dat volgt op de voltooiing van de grondverwervingen, zoals vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 14 - De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 15 – De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art. 16 - De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen:

- Wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten;

- Voor de niet-bebouwde terreinen welke gelegen zijn in het landelijk gebied van de gemeente.

Dit landelijk gebied omvat de agrarische gebieden, de bosgebieden, de groengebieden, de parkgebieden, de bufferzones en alle andere zones waarop het in beginsel niet toegelaten is exclusief woongebouwen op te richten zoals vermeld in het goedgekeurd gewestplan, plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan;

-Voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen; in dit geval worden de aaneen palende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren, als één geheel beschouwd.

 

Wanneer de toestand op grond waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt vóór het verstrijken van een periode van 20 jaar, te rekenen vanaf het eerste aanslagjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hierop volgend, en dit voor het overblijvend gedeelte van de periode waarvoor de belasting overeenkomstig art. 2 verschuldigd is.

Indien deze toestand bij het verstrijken van 20 jaren nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief van de belasting vrijgesteld.

 

Art. 17 – Deze verordening vindt toepassing op de bewerkingen  tot verwerving van de zate die voltooid worden tijdens de jaren 2020 tot en met 2025.

Vroegere reglementen op de verhaalbelastingen blijven van toepassing op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden.

 

Art. 18 - In geval van opheffing of niet-hernieuwing van deze verordening of wanneer een gunstiger belastingregime wordt aangenomen voor het verstrijken van de terugbetalingstermijn, wordt het eisbaar geworden kapitaal van de belastingschuld terugbetaald aan de belastingplichtigen die hun belastingaandeel ineens hebben betaald.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting verwerving zate.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

20.Goedkeuring belastingreglement op constructies bestemd of aangewend voor het dragen van reclame 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de plaatsing van constructies voor reclame het uitzicht van de gemeente schaadt; door het heffen van een belasting wenst het gemeentebestuur dergelijke constructies te verminderen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de plaatsing van constructies voor reclame het uitzicht van de gemeente schaadt; door het heffen van een belasting wenst het gemeentebestuur dergelijke constructies te verminderen;

 

BESLIST:18 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
7 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Er wordt met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de constructies bestemd of aangewend voor het dragen van reclame en zichtbaar vanaf een openbare weg.

 

Art. 2 - De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon, die beschikt over het recht om gebruik te maken van de constructie. Indien de gebruiker niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de constructie.

 

Art. 3§1 - De belasting wordt vastgesteld als volgt: 100 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.

§2 - De nuttige oppervlakte van de constructie is de oppervlakte die voor het dragen van reclame kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.

Voor muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt. Hierbij wordt de totale met reclame bedekte oppervlakte beschouwd  als één geheel, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.

 

Art. 4 – Van de belasting zijn vrijgesteld:

a) constructies geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd;

b) de constructies die alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen;

c) de constructies die alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijke voorziene verkiezingen;

d) de constructies geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak op voorwaarde dat die constructies niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit aangewend worden;

e) alle publiciteit zoals uithangborden en lichtreclames van handelshuizen en hun

bijhuizen en dienstverlenende beroepen, op de plaats van de uitbating;

f) de constructies, alhoewel zichtbaar van de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats der sportbeoefening.

 

Art. 5 - Het tarief wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 6 - De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 7§1 - De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst of weggenomen.

§2 - De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier van de gemeente dat door hem behoorlijk moet worden ingevuld. Het moet ondertekend worden teruggestuurd uiterlijk voor de erin vermelde datum.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet zelf aangifte van de belastbare constructies doen.

Dit aangifteformulier blijft geldig tot herroeping door de belastingplichtige.

§3 - De constructies die niet begrepen waren in de aanvankelijke aangifte of nieuw geplaatst zijn, moeten door de belastingplichtige aangegeven worden binnen de dertig dagen na plaatsing.

 

Art. 8 - De overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ambtshalve ingekohierde belasting, kan worden verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting.

Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art. 9 – De vestiging en invordering van de belasting en de regeling van de geschillen terzake, gebeuren volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting reclamepanelen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

21.Goedkeuring retributiereglement op uitvoeren van werken voor en leveren van diensten aan derden

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente zoveel als mogelijk haar gemaakte kosten wil recupereren bij prestaties voor derden;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat de gemeente zoveel als mogelijk haar gemaakte kosten wil recupereren bij prestaties voor derden;

 

BESLIST:18 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
7 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

 

Artikel 1 – Vanaf 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd die verschuldigd is voor de uitvoering door het gemeentebestuur van werken aangevraagd door derden of voor de levering door het gemeentebestuur van diensten aangevraagd door derden, tenzij deze uitvoering of levering aanleiding geeft tot de toepassing van een andere belasting- of retributieverordening of plaats heeft op grond van een overeenkomst.

 

Art. 2De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of de rechtspersoon die de uitvoering van de werken of de levering van de dienst aanvraagt.

 

Art. 3 – De retributie wordt vastgesteld als volgt:

 

PrestatieRetributie

 

RIOLERING

Aansluiting riolering246 EUR + BTW

 

MATERIALEN

-PVC buizen   diameter 150/160 17 EUR  + BTW 

diameter  200 24 EUR  + BTW  

                        diameter  250 33 EUR  + BTW

-hulpstukken PVC diameter 150 17 EUR  + BTW

diameter 200 24 EUR  + BTW

diameter 250 33 EUR  + BTW

-beton-buizen diameter 400 39 EUR  + BTW

diameter 500 50 EUR  + BTW

diameter 600 55 EUR  + BTW

 

Overige materialen worden aangerekend aan marktconforme prijzen.

 

WERKUREN

-werkuur werkman 44 EUR

-werkman + vervoersmiddel minder dan 3,5 ton 52 EUR

-werkman + vervoersmiddel van meer dan 3,5 ton 73 EUR

 

ELEKTRICITEITSKASTEN inclusief gebruik elektriciteit

220/240 volt : 7 EUR per dag

380 volt : 39 EUR per dag

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 – De retributie die onmiddellijk berekend kan worden, wordt betaald bij de goedkeuring van de aanvraag. De retributie die niet onmiddellijk berekend kan worden, wordt betaald binnen de dertig kalenderdagen na toezending van het factuur.

 

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting werken derden.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

22.Goedkeuring belastingreglement op foorinrichtingen op openbaar domein 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op foorinrichtingen op openbaar domein.

 

Art.2 – De belasting wordt vastgesteld als volgt:

a. Kermis in Kasterlee :

per kermisperiode :

foorinrichtingen met een oppervlakte van (inclusief bijhorende installaties vb. koelwagen, kassa,…. en eveneens de draaicirkel van naar buiten draaiende deuren):

< 30m² 44 euro

vanaf 31 m² tot en met 75 m²110 euro

vanaf 76 m² tot en met 95 m²165 euro

> 95 m²275 euro

 

b.Kermis in Lichtaart of Tielen :

per kermisperiode :

foorinrichtingen met een oppervlakte van (inclusief bijhorende installaties vb. koelwagen, kassa…. en eveneens de draaicirkel van naar buiten draaiende deuren):

< 30m² 44 euro

vanaf 31 m² tot en met 95 m² 66 euro

> 95 m²110 euro

 

Art. 3 – De belasting is verschuldigd door de gebruiker van de standplaats van de foorinrichting.

 

Art. 4 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 5 - De belasting moet contant worden betaald bij de toewijzing van de standplaats, tegen afgifte van een betalingsbewijs.

Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd. 

 

Art. 6  - De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting foorinrichtingen.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

23.Goedkeuring belastingreglement op vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden 2020-2025

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

Overwegende dat evenementen een geconcentreerde publiekstoeloop teweegbrengen binnen een kort tijdsbestek en binnen eenzelfde beperkte ruimte en dat voor de gemeente daaruit extra verplichtingen en kosten voortvloeien op het vlak van veiligheid en orde en onderhoud van het openbaar domeinen en het logisch is deze door de organisatoren te doen dragen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering

vergt van alle rendabele belastingen;

Overwegende dat evenementen een geconcentreerde publiekstoeloop teweegbrengen binnen een kort tijdsbestek en binnen eenzelfde beperkte ruimte en dat voor de gemeente daaruit extra verplichtingen en kosten voortvloeien op het vlak van veiligheid en orde en onderhoud van het openbaar domeinen en het logisch is deze door de organisatoren te doen dragen;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een belasting geheven op vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden.

 

Art. 2 - De belasting is verschuldigd door degene die gewoonlijk of bij gelegenheid op het grondgebied van de gemeente openbare vertoningen en vermakelijkheden organiseert en die daarvoor bezoekers of deelnemers toegangsgeld of om het even welk recht doet betalen.

Indien de identiteit van de organisator niet achterhaald kan worden, worden achtereenvolgens de huurder, de onderhuurder, de uitbater en de eigenaar van de zaal of inrichting als organisator beschouwd.

 

Art. 3 - De belasting bedraagt per betalende bezoeker of toeschouwer:

1. voor attractieparken met een oppervlakte gelijk of groter dan 1000 m²: 0,33 EUR

2. voor attractieparken met een oppervlakte kleiner dan 1000 m² en groter dan 500 m²: 0,11 EUR

3. voor attractieparken met een oppervlakte gelijk of kleiner dan 500 m²: 0,04 EUR

4. toneel, filmvoorstellingen en concerten: 0,11 EUR

5. golf: 0,04 EUR

6. circusvoorstellingen: 0,11 EUR

 

Onder attractiepark wordt verstaan: een amusementsoord waar ter ontspanning en vermaak één of meerdere attracties zijn opgesteld.

 

Art. 4 - Worden van de belasting vrijgesteld :

1. Alle vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden ingericht door schoolcomités, schoolverenigingen en schoolgemeenschappen ten voordele van hun werking.

2. Alle  vertoningen, voorstellingen en  vermakelijkheden, wanneer zowel wordt aangetoond dat elk winstoogmerk uitgesloten wordt en het bewijs wordt geleverd dat ze georganiseerd worden door verenigingen waarvan de leden niet bezoldigd zijn.

3. Alle vertoningen, voorstellingen en vermakelijkheden georganiseerd door de gemeentelijke diensten of in samenwerking met de gemeentelijke diensten.

 

Art. 5 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het belastingjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 6 - De belastingplichtige moet jaarlijks aangifte doen van de belastbare elementen, uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar.  De belastingplichtige die erom verzoekt kan maandelijks een aangifte indienen.

 

Art. 7 - De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 8 – De overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invorderingen de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ambtshalve ingekohierde belasting, wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art. 9 - De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 belasting vertoningen en vermakelijkheden.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

24.Goedkeuring retributiereglement op parkeren in de blauwe zone

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de artikelen 10/1 tot en met 10/3 Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Gelet op artikel 27 KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode)

Gelet op het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;

Gelet op het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden voor de gemeente aanzienlijke lasten met zich meebrengen;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de artikelen 10/1 tot en met 10/3 Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Gelet op artikel 27 KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode)

Gelet op het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;

Gelet op het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Overwegende dat het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden voor de gemeente aanzienlijke lasten met zich meebrengen;

 

BESLIST:18 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Bart Sas (Groen), Marleen Verbeek (CD&V), Stien Buts (Groen), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
7 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 – Met ingang van 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.

 

Deze verordening beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is en waar een blauwe zonereglementering van toepassing is.

 

Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.

 

Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 1, 2de lid, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitvoering en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

 

Art. 2 – De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.

De retributie is verschuldigd zodra het voertuig de tijd heeft overschreden die gratis is.

De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf overeenkomstig artikel 27.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975.

 

Art. 3§1 – De retributie wordt vastgesteld als volgt:

-gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden;

-22 EUR per dag (forfaitair tarief) voor elke periode die langer is dan deze die gratis is.

 

§ 2 - De gebruiker van een motorvoertuig die de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in § 1 bepaalde forfaitaire tarief van 22 EUR.

 

§ 3 - De tarieven worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd als volgt:

 

basisbedrag 2020 x gezondheidsindex november voorafgaand aan het kalenderjaar

gezondheidsindex november 2019

 

Art. 4§ 1 – Deze verordening is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente op grond van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 uitgereikte bewonerskaart zichtbaar achter de voorruit van het voertuig aanbrengen.

§ 2 – Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van ‘persoon met een handicap’ wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren. Dit statuur blijkt uit het aanbrengen van de op grond van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 uitgereikte kaart op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig.

§ 3 – Deze verordening is evenmin van toepassing op houders van een gemeentelijke parkeerkaart.

 

Art. 5 – Bij toepassing van het in artikel 3 § 1 bepaalde forfaitaire tarief, brengt de aangestelde van de gemeente op de voorruit van het voertuig een uitnodiging aan om de retributie binnen de 5 werkdagen te betalen via overschrijving.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie parkeren blauwe zone.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

25.Goedkeuring retributiereglement op de prestaties en de verkoop van materialen in de gemeentelijke toeristische dienst

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2

betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Art. 1. Met ingang van 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op de verkoop van materialen en de levering van prestaties door de gemeentelijke toeristische dienst.

 

Art. 2. Het bedrag van de retributie voor de verkoop van materialen en de levering van prestaties door de gemeentelijke toeristische dienst wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art.3. §1 Het college van burgemeester en schepenen kan een vermindering toestaan naar aanleiding van promoties aangeboden door: Toerisme Vlaanderen, de verschillende provinciale toeristische diensten, de verschillende toeristische clusters, de dienst Toerisme Kasterlee, VVV-Toerisme Kasterlee vzw, andere toeristische diensten en VVV’s, horeca, tijdschriften, kranten en andere verenigingen.

 

§2 Het college van burgemeester en schepenen kan een vermindering toestaan voor aanvragen in samenwerking met Steunpunt Vakantieparticipatie.

 

Art. 4. De retributie is verschuldigd door de aanvrager(s) van het materiaal of de prestatie.

 

Art. 5 -Indien deze retributie niet contant betaald wordt, is ze betaalbaar binnen de dertig kalenderdagen na toezending van de factuur.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie verkoop toeristische dienst.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

26.Goedkeuring van het retributiereglement op activiteiten vrije tijd

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat het gemeentebestuur jaarlijks diverse sportieve, culturele en jeugdactiviteiten aanbiedt;

Gelet op het feit dat het gemeentebestuur voor de organisatie van deze activiteiten kosten moet maken;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Overwegende dat het gemeentebestuur jaarlijks diverse sportieve, culturele en jeugdactiviteiten aanbiedt;

Gelet op het feit dat het gemeentebestuur voor de organisatie van deze activiteiten kosten moet maken;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

BESLIST:16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Guy Van de Perre (CD&V), Gert Storms (CD&V), Walter Van Baelen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Sumati Adriaensen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Loes Boonen (CD&V), Erwin Loos (CD&V), William Van der Vennet (CD&V), Jef Van Hemelen (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V), Ilse Verachtert (Open VLD) en Bieke Van Ballaer (CD&V).
9 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Bart Sas (Groen), Stien Buts (Groen), Koen Roefs (N-VA), Bart Van Ossel (N-VA), Marcel Van Mechelen (N-VA), Maria Van Laer (Vlaams Belang) en Kris Goossens (N-VA).
 

Artikel 1 -  Met ingang van 1 januari 2020 wordt een retributie gevestigd op de inschrijving voor sportieve, culturele en jeugdactiviteiten aangeboden door het gemeentebestuur.

 

Art. 2 – De retributie is verschuldigd door de deelnemer en als deze minderjarig is de ouder/voogd van het kind dat ingeschreven is voor de activiteit of heeft deelgenomen aan de activiteit.

 

Art. 3 – De gemeenteraad geeft een machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om volgende retributietarieven vast te stellen voor de sportieve, culturele en jeugdactiviteiten die door het gemeentebestuur worden aangeboden:

a)Een tarief voor deelname aan de activiteit;

b)Een tarief voor deelname aan de activiteit zonder voorafgaandelijke inschrijving, indien de inschrijving verplicht is;

c)Een kortingstarief voor inschrijving van kinderen die in het bezit zijn van een European Disability Card;

d)Een tarief voor het niet tijdig uitschrijven voor de activiteit. Dit tarief wordt aangerekend wanneer een kind wordt ingeschreven maar niet deelneemt aan de activiteit, zonder dat het tijdig werd uitgeschreven;

e)Een tarief voor het niet tijdig ophalen van een kind. Er wordt dan een bijkomende retributie aangerekend, bovenop het retributietarief vastgesteld overeenkomstig artikel 3 a), b), c);

f)Een sociaal tarief als de financiële situatie van de ouder(s) hiertoe aanleiding geeft. Dit sociaal tarief bedraagt een percentage van het retributietarief vastgesteld overeenkomstig artikel 2 a) tot en met d). De coördinator van de dienst die de activiteit organiseert, past het sociale tarief toe op basis van een gemotiveerde aanvraag van het OCMW of van een recent bewijs van verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds. In uitzonderlijke gevallen kan het college van burgemeester en schepenen een gratis deelname toestaan.

 

Art. 4 - De retributie is contant betaalbaar of indien hierin voorzien is met factuur binnen de 30 dagen na toezending van het factuur.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Punt bijlagen/links 20191022 retributie activiteiten vrije tijd.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

27.Goedkeuring ontwerpakte openbare verkoop lot 10 en 11 gemeentelijke verkaveling Heidestraat-Mezenstraat-Steenfortstraat

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 26 november 2018;

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Voeten;

 

Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 26 november 2018;

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Voeten;

 

BESLIST:eenparig.
 

Enig artikel - de ontwerpakte opgemaakt door notaris Voeten voor de openbare verkoop van de loten 10 en 11 van de gemeentelijke verkaveling Heidestraat-Steenfortstraat- Mezenstraat goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

28.OMV2019258: Gert Bosch, Tielensteenweg 66, 2460 Kasterlee - Koen Bosch, Tielensteenweg 66A, 2460 Kasterlee. Het eigendom is gelegen te Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F nr. 328 L. Kennisname van en goedkeuring van de gratis grondafstand binnen de voorgestelde rooilijn.

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV2019258: Gert Bosch, Tielensteenweg 66, 2460 Kasterlee & Koen Bosch, Tielensteenweg 66A, 2460 Kasterlee. Het eigendom is gelegen te Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F, nr. 328 L.

 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen.

Inzonderheid volgende artikelen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: artikelen 4.2.15, 4.2.16, 4.2.17 en 4.2.20.

 

Overwegende dat de gemeenteraad de grond gelegen, thans ten kadaster gekend onder Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F, nr. 328 L, zoals aangeduid op het plan opgemaakt door landmeter Dirk Van den Schoor, zijnde 43m², dient goed te keuren voor openbaar nut, ter opname van de openbare wegenis in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee.

 

Gelet op de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV2019258: Gert Bosch, Tielensteenweg 66, 2460 Kasterlee & Koen Bosch, Tielensteenweg 66A, 2460 Kasterlee. Het eigendom is gelegen te Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F, nr. 328 L.

 

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen.

Inzonderheid volgende artikelen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: artikelen 4.2.15, 4.2.16, 4.2.17 en 4.2.20.

 

Overwegende dat de gemeenteraad de grond gelegen, thans ten kadaster gekend onder Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F, nr. 328 L, zoals aangeduid op het plan opgemaakt door landmeter Dirk Van den Schoor, zijnde 43m², dient goed te keuren voor openbaar nut, ter opname van de openbare wegenis in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee.

 

BESLIST:eenparig.
 

Artikel 1 - De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV2019258: Gert Bosch, Tielensteenweg 66, 2460 Kasterlee & Koen Bosch, Tielensteenweg 66A, 2460 Kasterlee. Het eigendom is gelegen te Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F, nr. 328 L.

 

Art. 2 - De kosteloze overdracht van de grond gelegen, thans ten kadaster gekend onder Kasterlee, 2de afdeling, Tielensteenweg 8, sectie F, nr. 328 L, zoals aangeduid op het plan opgemaakt door landmeter Dirk Van den Schoor, zijnde 43m², wordt goedgekeurd voor openbaar nut, ter opname van de openbare wegenis in het openbaar domein van de gemeente Kasterlee.

 

Art. 3 - Aan het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit. De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de akte en alle erop betrekking hebbende stukken namens de gemeente Kasterlee te ondertekenen.

 

Art. 4 - Alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, zijn ten laste van de aanvrager.

 

Art. 5 - Deze overdracht wordt in hoofde van de gemeente aanvaard onder de bindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon administratief toezicht (schorsing- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

29.Goedkeuring ontwerpakte grondafstand inzake verkaveling A201811 op naam van Debloudts Dominique, Vennestraat 82, 2275 Lille voor een perceel gelegen te Kerkstraat, (afd. 3) sectie B nr. 487 f

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Luyten inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling A201811 gelegen Kerkstraat, 3de afdeling, sectie B nr.  487 f.

 

Gelet op de verkavelingsvergunning A201811 goedgekeurd d.d. 21/1/2019 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/11/2018.

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/11/2018 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemde verkavelingsvergunning A201811 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 80m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente.

 

Gelet op het opmetingsplan van Dominique Debloudts te Lille d.d. 5/6/2019, waarbij 80m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee.

 

Gelet op de ontwerpakte opgemaakt door notaris Luyten inzake de gratis grondafstand ter uitvoering van de verkaveling A201811 gelegen Kerkstraat, 3de afdeling, sectie B nr.  487 f.

 

Gelet op de verkavelingsvergunning A201811 goedgekeurd d.d. 21/1/2019 door het college van burgemeester en schepenen waarbij als voorwaarde werd opgelegd dat moet voldaan worden aan het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/11/2018.

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 27/11/2018 waarin werd opgelegd dat binnen de voornoemde verkavelingsvergunning A201811 de gronden gelegen binnen de vastgestelde rooilijn, zijnde 80m², kosteloos diende te worden overgedragen aan de gemeente.

 

Gelet op het opmetingsplan van Dominique Debloudts te Lille d.d. 5/6/2019, waarbij 80m² wordt aangeduid als over te dragen aan de gemeente Kasterlee.

 

BESLIST:eenparig.
 

Artikel 1 - De grond gelegen in de verkaveling A201811,  kadastraal gekend onder Kasterlee, Kerkstraat, 3de afdeling, sectie B nr. 487 f, zijnde 80m², aangeduid op het opmetingsplan van landmeter Debloudts, wordt kosteloos aanvaard door de gemeente voor openbaar nut, ter opname ervan in het openbaar domein van de gemeente.

 

Art. 2 - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte.

 

Art. 3 - Er wordt opdracht gegeven aan het college van burgemeester en schepenen om

alles te doen wat nodig mocht blijken tot uitvoering van dit besluit.

 

Art. 4 - Alle kosten verbonden aan deze overdracht, inclusief aktekosten, zijn ten laste

van de verkavelaar.

 

Art. 5 - Deze overdracht wordt in hoofde van de gemeente aanvaard onder de

ontbindende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring door haar

toezichthoudende overheden te weten: het niet-uitoefenen van het gewoon

administratief toezicht (schorsings- en vernietigingsbevoegdheid).

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

30.Toegevoegd punt / gemeentelijk actieplan om te komen tot duurzame evenementen en een duurzame eigen werking

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het verzoek via mail dd. 17 oktober 2019 van raadslid Bart Sas overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de beslissing van de voorzitster van de gemeenteraad om het punt aan de agenda van 22 oktober 2019 toe te voegen;

 

Gelet op de bespreking ter zitting;

 

Overwegende dat ter zitting de voorzitter van de raadscommissie aangeeft dat hij dit punt op de agenda van een commissievergadering in januari zal zetten;

 

Overwegende dat de gemeenteraad op basis van dit engagement unaniem beslist niet te stemmen over het voorstel van beslissing dat raadslid Stien Buts als punt heeft laten toevoegen aan de agenda.

 

Gelet op het verzoek via mail dd. 17 oktober 2019 van raadslid Bart Sas overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de beslissing van de voorzitster van de gemeenteraad om het punt aan de agenda van 22 oktober 2019 toe te voegen;

 

Gelet op de bespreking ter zitting;

 

Overwegende dat ter zitting de voorzitter van de raadscommissie aangeeft dat hij dit punt op de agenda van een commissievergadering in januari zal zetten;

 

Overwegende dat de gemeenteraad op basis van dit engagement unaniem beslist niet te stemmen over het voorstel van beslissing dat raadslid Stien Buts als punt heeft laten toevoegen aan de agenda.

 

BESLIST:eenparig.
 

Enig artikel - om hierover nu niet te stemmen op basis van het engagement van de voorzitter van de raadscommissie duurzaamheid om dit punt te agenderen op een raadscommissie

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

31.Toegevoegd punt / mogelijkheden van een ecologisch bermbeheer en ecologisch beheer van de waterlopen

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het verzoek via mail dd. 17 oktober 2019 van raadslid Bart Sas overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de beslissing van de voorzitster van de gemeenteraad om het punt aan de agenda van 22 oktober 2019 toe te voegen;

 

Gelet op de aanpassing ter zitting, waarbij "waterlopen" vervangen wordt door "baangrachten";

 

Gelet op het verzoek via mail dd. 17 oktober 2019 van raadslid Bart Sas overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur;

 

Gelet op de beslissing van de voorzitster van de gemeenteraad om het punt aan de agenda van 22 oktober 2019 toe te voegen;

 

Gelet op de aanpassing ter zitting, waarbij "waterlopen" vervangen wordt door "baangrachten";

 

BESLIST:eenparig.
 

Enig artikel - om advies te vragen aan de Milieuraad over de mogelijkheden en kansen van een ecologisch bermbeheer en ecologisch beheer van de baangrachten in onze gemeente. Dit advies wordt verwacht in de eerste 4 maanden van 2020.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

32.Mondelinge vraag van raadslid  Marcel Van Mechelen / belasting ontspannings- en groenvoorzieningen

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Marcel Van Mechelen verwijst naar de gerechtelijke procedures met betrekking tot de belasting aanleg ontspanningzones en groenvoorzieningen van 24 juni 2014. Dit werd tevoren ook reeds toegepast in de vorm van een stedenbouwkundige last. Nu is het gemeentebestuur in beroep al 2 keer in het ongelijk gesteld. Het college overweegt cassatieberoep in te stellen.

Hij wijst erop dat sommige ontwikkelaars deze kost, die nu betwist wordt, ten laste gelegd hebben van kopers.

Hij vraagt of cassatie nog overwogen wordt, wat de kostprijs van de procedures tot nu toe is, met onder andere de betaling van een rechtsplegingsvergoeding van 7440 EUR, of het gemeentebestuur ook moet terugbetalen aan de ontwikkelaars die wel betaald hebben als het gemeentebestuur uiteindelijk in het ongelijk zou gesteld worden, of het gemeentebestuur mogelijkheden ziet om tussen te komen waar de ontwikkelaar de kost doorgerekend heeft aan de kopers, of er een provisie is aangelegd en of het bestuur niet te voortvarend is opgetreden.

 

De burgemeester antwoordt dat er nog geen antwoord is van de cassatieadvocaat, dat er al geregeld een herinnering gestuurd is. Hij stelt dat:

- als het gemeentebestuur moet terugbetalen, dan zal het gemeentebestuur dat doen

- het gemeentebestuur niet kan tussen komen in de relatie tussen ontwikkelaars en kopers

- het gemeentebestuur geen voorwaarden kan stellen bij een eventuele verplichte terugbetaling

- hij de kosten moet opvragen bij de administratie

- het momenteel niet nodig is om een provisie aan te leggen, omdat er momenteel geen sprake is van een terugbetaling

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

33.Mondelinge vraag van raadslid Marcel Van Mechelen /parking Karekietstraat

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Marcel Van Mechelen wijst erop dat de parking tussen Aquamarijn en het ontmoetingscentrum niet verlicht is en dat er niveauverschillen zijn, met risico op vallen tot gevolg.

 

De burgemeester antwoordt dat dit een parking met een geschiedenis is. De betonvakken zijn al heraangelegd omwille van de overlast. Het is een overloopparking, zowel Aquamarijn als het OC hebben in eerste hun eigen parkings in en rond de gebouwen. Ze is daarom ook niet in asfalt of beton aangelegd. Er is wel een verhard pad van het bruggetje naar de straat.

Hij besluit dat hij de vraag noteert, maar nu geen standpunt wil innemen.

 

Raadslid Sumati Adriaensen vult aan dat deze vraag vanuit Aquamarijn ook vorige week pas is gesteld.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

34.Mondelinge vraag van raadslid Stien Buts / stand van zaken fietsparcours

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Stien Buts vraagt naar de stand van zaken rond het fietsparcours. In mei waren de scholen niet geïnteresseerd voor een aanbod in de Molenstraat.

 

De burgemeester antwoordt dat er voor de scholen nu eerst ingezet is op verkeersveiligheid op den buiten. Hij weet niet of er verdere initiatieven vanuit de mobiliteitsdienst genomen zijn. De scholen kunnen in elk geval ook zelf initiatief nemen om het te ontlenen.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

35.Mondelinge vraag van raadslid Stien Buts / opzegging contracten verenigingen

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Stien Buts stelt dat alle verenigingen die een lokaal van de gemeente huren een opzegging gaan krijgen en dat de tarieven gaan opslaan. Zij vraagt of dit klopt.

 

Schepen Gert Storms antwoordt dat de brieven al verstuurd zijn voor de opzegging, en dat er aan een nieuw voorstel gewerkt wordt. De verenigingen moeten niet vrezen niet meer te kunnen beschikken over hun lokaal. Of het duurder gaat worden of niet kan hij nog niet zeggen. Eens de tarieven bepaald zijn, moet er een nieuwe overeenkomst door beide partijen getekend worden.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

36.Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas / stand van zaken nieuw containerpark

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt naar de stand van zake van de locatie van het nieuw containerpark. Hij vraagt of er een timing is.

 

Schepen Gert Storms antwoordt dat het beschrijvend bodemonderzoek lopend is, en dat hij de timing zal bevragen bij de administratie.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

37.Mondelinge vraag van  Bart Sas / middelen open ruimte uit Vlaams regeerakkoord

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt welke bestemming de middelen voor open ruimte uit het Vlaams regeerakkoord gaan krijgen, het gaat toch over een 3 miljoen euro op 6 jaar.

 

De burgemeester antwoordt dat deze middelen in de algemene middelen terecht komen, zonder dat daar specifieke voorwaarden aan gekoppeld zijn. Het is eigenlijk een rechtzetting van een scheef gegroeide situatie waarbij gemeenten met veel open ruimte inkomsten mislopen uit industrie, opcentiemen etc.

 

Bij de opmaak van de begroting zijn een 20 miljoen investeringen geschrapt. Het bestuur is geconfronteerd met grote facturen voor de politieregio en de hulpverleningszone.

Het gemeentebestuur heeft intussen al wel de bevestiging dat de middelen in het meerjarenplan mogen ingeschreven worden.

Verder kan dit besproken worden in de raadscommissie over het meerjarenplan.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

38.Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas / uitbreiding WZC Witte Bergen

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas vraagt naar de stand van zaken van de uitbreiding van WZC De Witte Bergen.

 

Schepen Sumati Adriaensen antwoordt dat opening volgens de laatste info pas rond 2024 voorzien wordt.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019
Overzicht punten

Openbare zitting van DINSDAG 22 OKTOBER 2019

 

39.Mondelinge vraag van raadslid Bart Sas / zittingsverslagen meeting.burger

 

De gemeenteraad,

 

Raadslid Bart Sas komt terug op zijn vraag om de zittingsverslagen in meeting.burger zichtbaarder te maken in de toepassing.

 

De algemeen directeur antwoordt dat hij dit opnieuw zal aankaarten bij de softwareleverancier.

 

Publicatiedatum: 29/11/2019